Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/4019/GA, 6 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:06-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/4019/GA

betreft: [klager] datum: 6 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.C. Fransen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 december 2012 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 2 april 2013, gehouden in de p.i. Lelystad, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Lelystad.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel, wegens drugsgebruik.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers advocaat heeft de strafoplegging bekeken en in de wet staat dat in zijn geval niet de maximale straf van veertien dagen opgelegd kan worden. Klager heeft geen verslavingsprobleem en hij loopt niet stoned over de afdeling. Hij gebruikt af en toe
softdrugs om te ontspannen.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager gebruikt langer dan drie maanden drugs. Er zijn gesprekken gevoerd, maar klager blijft drugs gebruiken. Hij heeft ook drugs gebruikt tijdens de tenuitvoerlegging van een eerdere disciplinaire straf van opsluiting op zijn eigen cel. Daarom is in
dit geval gekozen voor een straf van plaatsing in een strafcel voor de duur van veertien dagen. Hiermee wordt getracht om tot gedragsverandering te komen. Het Drugsontmoedigingsbeleid is een richtlijn.

3. De beoordeling
In het Drugsontmoedigingsbeleid van 1 oktober 2008 (DJI) zijn de uitgangspunten en doelstellingen van het gevangeniswezen geformuleerd met betrekking tot drugs in penitentiaire inrichtingen. Door middel van controle en sanctionering wordt onder meer
het
drugsgebruik ontmoedigd. Zo zijn invoer en gebruik van drugs verboden en vindt bij overtreding sanctionering plaats. In het Drugsontmoedigingsbeleid is een schema opgenomen met sancties in relatie tot gebruik van en handel in drugs. Hierbij wordt
opgemerkt dat de directeur te allen tijde zijn verantwoordelijk behoudt anders te beslissen.
Gezien het verhandelde ter zitting staat voldoende vast dat klager al langer softdrugs gebruikt en dat de eerder opgelegde straffen niet tot gedragsverandering hebben geleid. Gelet hierop oordeelt de beroepscommissie dat de opgelegde straf van veertien
dagen in een strafcel niet onredelijk of onbillijk is, en evenmin in strijd met enig wettelijk voorschrift. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 6 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven