Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0160/GA, 23 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:23-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/160/GA

betreft: [klager] datum: 23 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 januari 2013 van de beklagcommissie bij de locaties Esserheem en Norgerhaven te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 2 april 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Lelystad, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locaties Esserheem en Norgerhaven.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat de televisie uit de cel wordt verwijderd gedurende de tenuitvoerlegging van de disciplinaire straf.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verwijst naar soortgelijke beklagzaken. De televisie is klagers eigendom. Als deze wordt verwijderd en weer teruggegeven wordt, bestaat de mogelijkheid dat de televisie beschadigd is. Klager vraagt zich af wie daarvoor opdraait.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In de huisregels is expliciet vermeld dat degene die wat onder zijn berusting heeft, daarvoor aansprakelijk is. Er is eerder overwogen om alleen de kabels te verwijderen, maar er zijn teveel kabels in omloop tussen de gedetineerden onderling. Indien
klager vreest dat zijn televisie beschadigd wordt, kan hij er voor kiezen om voor hetzelfde geldbedrag dat hij nu betaalt, namelijk € 3,=, een televisie te huren.

3. De beoordeling
Nu plaatsing in een strafcel, waar geen televisie aanwezig is, ingevolge de Pbw als disciplinaire straf kan worden opgelegd, is de beslissing van de directeur om een disciplinaire straf op te leggen van opsluiting in de eigen cel en daarbij de
televisie
van de cel te verwijderen niet in strijd met de Pbw. Aan het strafkarakter van de disciplinaire straf zou afbreuk worden gedaan als klager de beschikking zou mogen blijven houden over zijn televisie. Gelet op het vooroverwogene kan de bestreden
beslissing evenmin als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 23 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven