Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0631/GB, 6 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:06-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/631/GB

Betreft: [klager] datum: 6 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.L. van Gaalen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 februari 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 10 september 2012 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie Het Schouw te Amsterdam. Op 20 februari 2013 is hij geplaatst in de p.i. Lelystad, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Om in aanmerking te komen voor een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i) met regimair verlof dient klager over een aanvaardbaar verlofadres en een recent reclasseringsadvies te beschikken.
Klager
beschikte al over een goedgekeurd verlofadres, maar sinds 28 februari 2013 beschikt klager ook over een reclasseringsadvies. Op grond van deze feiten dient klager in aanmerking te komen voor een b.b.i. in combinatie met deelname aan Terugdringen
Recidive (TR) en een Penitentiair Programma (p.p.).

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Ten tijde van het instellen van beroep was er nog geen reclasseringsadvies voorhanden. In de reactie op het beroep stelt de selectiefunctionaris dat hij, zodra het
reclasseringsadvies binnen is, opnieuw zal kijken of klager in aanmerking komt voor detentiefasering. Op 14 maart 2013 heeft de selectiefunctionaris van klagers raadman een reclasseringsadvies ontvangen. De selectiefunctionaris heeft de p.i. Lelystad
gevraagd hem te adviseren op het gebied van detentiefasering. De selectiefunctionaris is de mening toegedaan dat er een zorgvuldige selectiebeslissing is genomen conform het wettelijke kader.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Lelystad is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Uit het reclasseringsadvies, dat op 28 februari 2013 is opgesteld, blijkt dat de reclassering adviseert tot plaatsing van klager in een b.b.i., ondanks het feit dat geen inschatting gemaakt kan worden van klagers recidiverisico. Daarentegen
wordt het risico op onttrekking aan de voorwaarden laag/gemiddeld ingeschat. Tevens dient klager, volgens de reclassering, in aanmerking te komen voor deelname aan TR en een p.p. Doordat de selectiefunctionaris geheel voorbij is gegaan aan de inhoud
van
het reclasseringsadvies is de beroepscommissie van oordeel dat sprake is van een motiveringsgebrek van de selectiefunctionaris. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing dient te worden vernietigd. De
selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 6 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven