Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3896/GA, 16 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:16-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3896/GA

betreft: [klager] datum: 16 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 november 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Zwolle Zuid 1,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 februari 2013, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. G.V. van der Bom, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie
Zwolle Zuid 1, bijgestaan door mr. R.W. Veldhuis, landsadvocaat.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet tijdig nemen van een nieuwe beslissing door de directeur – naar aanleiding van de uitspraak van de beroepscommissie van 31 juli 2012 met kenmerk 12/1010/GA – op klagers verzoek om een financiële tegemoetkoming in de
studiekosten.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het heeft te lang geduurd voordat de directeur een nieuwe beslissing heeft genomen. De directeur heeft geprobeerd tijd te rekken door vragen
te
stellen, waarop het antwoord reeds bekend was. Klager heeft zijn verzoek reeds op 13 november 2011 ingediend en heeft toen reeds informatie aan de directeur verstrekt over de studie die hij wil volgen. Ook na de uitspraak van de beroepscommissie op 31
juli 2012 heeft klager aan de directeur meermalen inlichtingen verstrekt over zijn studie. De benodigde informatie over de studie kan de directeur bovendien zelf opzoeken op de website van de Open Universiteit.

Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op 31 juli 2012 heeft de beroepscommissie het beroep van klager gegrond verklaard en de directeur opdracht gegeven een nieuwe beslissing te
nemen. De directeur is het met de beklagcommissie eens dat het niet onredelijk lang heeft geduurd alvorens hij een nieuwe beslissing heeft genomen. Om opnieuw te kunnen beslissen, heeft de directeur klager verzocht nadere informatie te verstrekken. Het
verzoek van klager dient namelijk te worden beoordeeld op basis van actuele informatie. Weliswaar staat er informatie op de website van de Open Universiteit, maar het is aan klager om concrete informatie te verstrekken die nodig is voor de beoordeling
van zijn verzoek. Bovendien is de informatie op de website van algemene aard, terwijl voor de beoordeling van het verzoek informatie nodig is die specifiek betrekking heeft op klager.

3. De beoordeling
Ter beoordeling staat de vraag of de directeur, op het moment van klagen – en dus niet op het moment waarop de beslissing daadwerkelijk is genomen – , onaanvaardbaar lang heeft gewacht met het nemen van een nieuwe beslissing.

De beroepscommissie heeft bij uitspraak van 31 juli 2012 (kenmerk 12/1010/GA) klagers beroep en beklag gegrond verklaard en de directeur opdracht gegeven opnieuw te beslissen op klagers verzoek om een tegemoetkoming in de studiekosten. Om een
weloverwogen nieuwe beslissing te kunnen nemen op klagers verzoek, dient de directeur te beschikken over relevante en actuele informatie omtrent de studie die klager wil volgen – bachelor rechtsgeleerdheid. De directeur heeft, nadat hij op 8 augustus
2012 door klager was aangespoord zo spoedig mogelijk een nieuwe beslissing te nemen, klager op 21 augustus 2012 verzocht informatie te verstrekken over de daadwerkelijke kosten van klagers studie, omdat daarover onduidelijkheid bestond. Klager heeft op
23 augustus 2012 informatie verstrekt over de hoogte van de kosten van zijn studie. Op 11 september 2012 heeft de directeur klager bericht dat er desondanks nog onvoldoende inzicht bestond in de daadwerkelijke kosten van de studie en heeft klager
verzocht concrete inlichtingen te verstrekken over onder andere de opbouw van zijn studie, het aantal modules dat hij wil volgen, zijn studieplanning en het aantal vrijstellingen waarvoor hij in aanmerking denkt te komen. Klager heeft deze inlichtingen
op 14 september 2012 aan de directeur verstrekt en op 17 september 2012 heeft klager zijn beklag over het niet (tijdig) beslissen van de directeur ingediend.

De beroepscommissie is, gelet op het vorenstaande en met name de omstandigheid dat er kennelijk onduidelijkheid bestond over de daadwerkelijke kosten van klagers studie, terwijl het voor een afgewogen beslissing op klagers verzoek nodig is om over
voldoende specifieke en actuele informatie te beschikken met betrekking tot de hoogte van klagers studiekosten, van oordeel dat de termijn, gelegen tussen de datum van de uitspraak van de beroepscommissie – 31 juli 2012 – en de datum van indienen van
het klaagschrift – 17 september 2012 –, niet zodanig lang is dat die termijn als onaanvaardbaar moet worden aangemerkt. Daarbij komt dat de beroepscommissie in haar uitspraak van 31 juli 2012 geen termijn heeft gesteld, waarbinnen de directeur een
nieuwe beslissing had moeten nemen. De beroepscommissie zal het beroep derhalve ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. G.M. Mohanlal, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 16 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven