Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0129/GA, 16 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:16-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/129/GA

betreft: [klager] datum: 16 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 14 januari 2013 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, voor zover daartegen beroep is ingesteld, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie De Schie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet verstrekken van een koptelefoon en badslippers.

De beklagcommissie heeft het beklag met betrekking tot de koptelefoon gegrond verklaard en ter zake geen tegemoetkoming toegekend en het beklag met betrekking tot de badslippers ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Ten onrechte is met betrekking tot het beklag over de koptelefoon geen tegemoetkoming toegekend. Klager verzoekt om hem alsnog een tegemoetkoming van
€ 20,= toe te kennen.
Badslippers zijn wel verstrekt aan een medegedetineerde die ook gewoon bezoek had en geldelijke middelen. Dit is in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts is aangevoerd dat een tegemoetkoming van € 20,= voor het gemis van een koptelefoon niet passend is. Voor wat betreft de badslippers wordt aangevoerd dat klager geen
informatie
kan worden verstrekt over de persoonlijke omstandigheden van een andere gedetineerde.

3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich niet verenigen met de beslissing om klager met betrekking tot het niet verstrekken van een koptelefoon geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal dan ook op dit punt gegrond worden verklaard en de beroepscommissie
zal
alsnog een tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 20,=.
Hetgeen in beroep voor het overige is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep voor wat betreft het niet toekennen van een tegemoetkoming voor het niet verstrekken van een koptelefoon gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een
tegemoetkoming toekomt van € 20,=. Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven