nummer: 13/228/GA
betreft: [klager] datum: 12 april 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de locatie Westlinge te Heerhugowaard,
gericht tegen een uitspraak van 21 januari 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 4 maart 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, en[...] en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur respectievelijk juridisch medewerker bij de
locatie
Westlinge.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens een positieve score na een urineonderzoek.
De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Aan klager is een disciplinaire straf opgelegd na een positieve urinecontrole op cannabinoïde. De beklagrechter heeft ten onrechte het beklag gegrond
verklaard vanwege de opmerking in het drugsontmoedigingsbeleid dat vanwege de zeer lange halfwaardetijd van THC een dalende waarde wordt beschouwd als niet-gebruik.
Wanneer een urinecontrole is afgenomen wordt het laboratorium ‘Diagnostiek voor U’ om advies gevraagd of sprake is van gebruik of afbouw. De inzichten over de bepaling van gebruik hebben zich ontwikkeld en verfijnd. Het laboratorium geeft aan dat de
beoordeling van mogelijk bijgebruik niet mag worden gebaseerd op de THC concentratie alleen. Hiervoor dient de THC-kreatinine ratio gebruikt te worden. Het gebruik van de ratio corrigeert voor verschillen in verdunde versus geconcentreerde urine. Voor
de beoordeling wordt uitgegaan van een halfwaardetijd van 20-36 uur. THC is vetoplosbaar en de lichaamssamenstelling kan enigszins van invloed zijn op de tijd waarin THC meetbaar blijft in bloed en urine. Een hoger vetpercentage kan iets langere
halfwaardetijden geven. Het laboratorium maakt gebruik van de meest ruime op literatuur gebaseerde halfwaardetijd van 36 uur. Deze waarde is in het voordeel van de persoon in kwestie en houdt redelijkerwijs rekening met hogere vetpercentages. Op 5 juni
2012 scoorde klager een THC-waarde van 1579 ng/ml en een THC-kreatinine ratio van 38.
Op 2 juli 2012 scoorde klager een THC-waarde van 56 ng/ml en een THC-kreatinineratio van 6,67. Uitgaande van een halfwaardetijd van 36 uur, zou de ratio na zes dagen op 11 juni 2012 al 2,375 hebben moeten bedragen. Dit betekent dat klager heeft
bijgebruikt. In dit soort zaken is het belangrijk uit te gaan van de specialistische kennis van klinisch chemici van het laboratorium. De zinsnede in het drugsontmoedigingsbeleid dat een dalende THC waarde als niet-gebruik wordt beschouwd is ongelukkig
geformuleerd. Klager is een notoire gebruiker en scoort regelmatig positief op THC. Op 3 augustus 2012 heeft klager wederom positief gescoord op THC (2850 ng/ml).
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager had zes maanden eerder kunnen worden overgeplaatst naar een beperkt beveiligde inrichting. Hij werd overgeplaatst naar een b.b.i.-plus en kwam niet
in aanmerking voor verlof. Klager heeft meerder mensen gevraagd hoe zij de uitslag zouden intepreteren en allemaal zeggen ze dat het een duidelijke afbouw betreft.
3. De beoordeling
Op grond van artikel 8, eerste lid, van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen kan de gedetineerde een disciplinaire straf worden opgelegd, indien gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen is vastgesteld.
De locatie Westlinge laat, evenals de andere penitentiaire inrichtingen, de in het kader van bij urinecontroles afgenomen urinemonsters onderzoeken door ‘Diagnostiek voor U’. Uit de informatie van ‘Diagnostiek voor U’ en uit de laboratoriumuitslagen
komt het volgende naar voren. De afkapwaarde van THC (of cannabinoïden) bedraagt 50 ng/ml. Indien uit de uitslag van een urinecontrole blijkt dat een gedetineerde een THC-waarde heeft die hoger is dan de afkapwaarde van THC, betekent dit niet
automatisch dat de gedetineerde softdrugs heeft gebruikt. Voor de beoordeling of er sprake is geweest van bijgebruik, sinds het moment waarop de vorige urinecontrole is afgenomen, dient te worden gekeken naar de verhouding tussen de THC-waarde en de
kreatininewaarde (de THC-kreatinine ratio). Voor berekeningen over bijgebruik van softdrugs wordt door ‘Diagnostiek voor U’ gebruik gemaakt van een halfwaardetijd van THC van 36 uur. Dit betekent dat na elke 36 uur de THC-kreatinine ratio moet zijn
gehalveerd.
Bij klager is op 5 juni 2012 een urinecontrole afgenomen. Uit de uitslag blijkt dat klager op dat moment een THC-waarde had van 1579 ng/ml tegenover een THC-kreatinine ratio van 38. Op 2 juli 2012 is wederom bij klager een urinecontrole afgenomen. Uit
de uitslag blijkt dat klager op dat moment een THC-waarde had van 56 ng/ml en een THC-kreatinine ratio van 6,67. Nu de THC-kreatinine ratio na telkens 36 uur moet zijn gehalveerd, acht de beroepscommissie op basis van bovengenoemde uitslagen van de bij
klager afgenomen urinecontroles voldoende aannemelijk dat klager in de periode tussen 5 juni 2012 en 2 juli 2012, ongeveer 27 dagen, heeft (bij)gebruikt.
De beroepscommissie gaat voorbij aan de stelling in het drugsontmoedigingsbeleid, waarop de beklagrechter zijn beslissing grondt, dat een dalende THC-waarde als niet-gebruik wordt beschouwd, nu naar het oordeel van de beroepscommissie het bijgebruik
niet alleen wordt vastgesteld op grond van de waarde van de THC, maar op grond van de THC-kreatinine ratio.
Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de bestreden beslissing van de directeur niet in strijd is met de wet en niet kan worden aangemerkt als onredelijk en onbillijk. Het beroep van de directeur zal derhalve gegrond worden
verklaard. De uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, J.M.L. Pattijn MSM en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 12 april 2013
secretaris voorzitter