Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1095/GB, 8 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:08-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/1095/GB

Betreft: [klager] datum: 8 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. D.M. Rupert, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 maart 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de locatie Westlinge te Heerhugowaard
niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Klager is op 16 mei 2012 door de politierechter van de rechtbank Dordrecht veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 dagen. Op 13 maart 2013 is aan klager een oproep gestuurd om zich op 9 april 2013 te melden in de locatie Westlinge te Heerhugowaard

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft de oproep van 13 maart 2013 om zich op 9 april 2013 te melden in de locatie Westlinge op 22 maart 2013 per post ontvangen. Namens klager is op 26 maart 2013 per fax een bezwaarschrift ingediend bij de selectiefunctionaris en
derhalve is klager ontvankelijk. Dit bezwaarschrift is wel degelijk gedateerd, te weten: 26 maart 2013. Klager volgt sinds 26 februari 2013 een opleiding tot arbeidsmarktgekwalificeerd assistent bij het Albeda college. De stage eindigt op 28 juni 2013.
Klager is op 2 mei 2012 vader geworden en hij wil graag op de eerste verjaardag van zijn dochtertje aanwezig zijn. Voorts heeft klager een reis geboekt naar Curaçao van 25 juni tot en met 12 augustus 2013. Klager is van mening dat genoemde
uitzonderlijke persoonlijke omstandigheden aanleiding dienen te zijn voor het verlenen van uitstel.

De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris verwijst naar zijn beslissing van 27 maart 2013.
Hetgeen in beroep is aangevoerd leidt niet tot een ander standpunt.

4. De beoordeling
Artikel 17, tweede lid, juncto artikel 61, vijfde lid, van de Pbw bepaalt dat het bezwaarschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen het bezwaar zich richt wordt ingediend. Een na
afloop van deze termijn ingediend bezwaarschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.
Uit de stukken blijkt dat het bezwaarschrift is gedateerd op 26 maart 2013.
Door klagers raadsman is eerst in beroep gesteld dat klager de oproep van 13 maart 2013 pas op 22 maart 2013 per post heeft ontvangen. Nu dit een uitzonderlijke vertraging in de postverwerking van ruim zeven dagen betreft is de beroepscommissie van
oordeel dat het op de weg van klagers raadsman had gelegen hieromtrent nadere gegevens te verstrekken, bijvoorbeeld een kopie van de enveloppe met poststempeldatum waarin de oproep is verzonden. Dit is echter niet gebeurd.
Gezien het voorgaande neemt de beroepscommissie aan dat het bezwaar te laat is ingediend en is de beslissing van de selectiefunctionaris tot het niet-ontvankelijk verklaren van het bezwaarschrift van klager terecht gegeven.

Ten overvloede wordt overwogen dat de beroepscommissie in het geval klager een bezwaarschrift binnen de termijn zou hebben ingediend, het beroep ongegrond zou hebben verklaard omdat het per 9 april 2013 ondergaan van de detentie van 36 dagen niet in de
weg staat aan de geplande vakantie die op 25 juni a.s. zou moeten beginnen en overigens de aangevoerde argumenten van onvoldoende gewicht zijn om tot het gevraagde uitstel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op
8 april 2013.

secretaris voorzitter

Naar boven