Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/4001/TA, 3 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:03-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/4001/TA

betreft: [klager] datum: 3 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 december 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 februari 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klagers advocaat, mr. A.L. Louwerse, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], jurist.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de beslissing van 14 september 2012, inhoudende het intrekken van verlof.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beslissing om het verlof in te trekken is niet genomen op basis van individuele omstandigheden. Er is sprake van een voortzetting van de categorale intrekkingsbeslissing. Klager heeft ook niet het gedrag vertoond dat in de maatregel staat vermeld.
Klager moest kiezen tussen verlofmodaliteiten. Hierom was hij boos, omdat de inrichting had besloten dat klager niet al zijn verlofmodaliteiten kreeg. Voorts wordt inhoudelijk verwezen naar het beroepschrift.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beslissing om het verlof in te trekken is gebaseerd op individuele gronden. Klager heeft ongeremd gedrag vertoond. Zo heeft hij de woorden “kanker” en “teringzooi” geroepen. Op de opmerking dat klager zijn mond moest houden, heeft hij gereageerd
“Wie
ga je daarvoor meenemen?”. Klager is een pittig persoon, maar dit was zeker geen normaal gedrag. In verband met de verbale agressie is besloten klager niet op verlof te laten gaan. Dit past ook in zijn risico-managementplan. Het risico-managementplan
bevindt zich niet in het dossier.

3. De beoordeling
Uit de kennisgeving van het intrekken van verlof van 14 september 2012 volgt dat het verlof van 14 september 2012 is ingetrokken wegens “niet-nakoming van bepaalde gestelde voorwaarde(n)”. In de toelichting op de kennisgeving staat dat gezien klagers
gedrag en uitspraken eerder in de week is besloten om conform zijn risico-manangementplan de vrijheden in te trekken. De beroepscommissie overweegt dat er op grond van het voorgaande sprake is van een individuele beslissing die geen onderdeel uitmaakte
van een categorale intrekking van verloven. Uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting van 1 oktober 2012 blijkt voorts dat klager vanaf 21 september 2012 verlof heeft kunnen genieten. Dit betekent dat de intrekking nog geen zeven dagen heeft
geduurd. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, drs. W.A.T. Bos en mr. R.M. Maanicus, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 3 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven