Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3868/GA, 2 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:02-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3868/GA

betreft: [klager] datum: 2 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 december 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. P.M. Breukink om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de uitval van het luchtmoment op 10 oktober 2012 in verband met de zoekactie.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Er is niet daadwerkelijk de mogelijkheid geboden om het gemiste luchtmoment te compenseren. Klager heeft niet alleen recht op een dagelijks
luchtmoment, maar ook recht op deelname aan de in de inrichting beschikbare arbeid ingevolge artikel 47 Pbw. De communicatie omtrent de zoekactie is dan ook niet optimaal verlopen.

De directeur heeft geen verdere toelichting op het eerder ingenomen standpunt tegenover de beklagrechter.

3. De beoordeling
De beroepscommissie heeft bij uitspraak van 26 juni 2009 (kenmerk: 09/806/GA) reeds geoordeeld dat een groot onderzoek een situatie is die het niet aanbieden van een verblijf in de buitenlucht kan rechtvaardigen, mits de directeur zodra dit weer
enigszins mogelijk is, een redelijke compensatie in de vorm van, bijvoorbeeld, een extra luchtmoment biedt aan de gedetineerde wiens recht is geschonden.
Vaststaat dat er op 10 oktober 2012 een grote zoekactie heeft plaatsgevonden. Gelet op de aard en de omvang van dit onderzoek – een spitactie die duurde van 07.00 u tot 21.30 – is de beroepscommissie van oordeel dat hier sprake is van een situatie die
inbreuk op het luchtmoment rechtvaardigt. De volgende dag heeft de compensatie plaatsgevonden en is klager in de gelegenheid gesteld een uur in de buitenlucht te verblijven. De compensatie is evenwel zodanig vorm gegeven dat klager, indien hij gebruik
wilde maken van het extra luchtmoment, zijn werkzaamheden moest laten rusten, hetgeen een inbreuk zou betekenen op zijn recht op deelname aan de in de inrichting beschikbare arbeid. Naar het oordeel van de beroepscommissie kan deze wijze van
compensatie
niet als redelijk en billijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. Aan klager zal een tegemoetkoming worden toegekend van € 5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van K. Dere, secretaris, op 2 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven