Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/4020/GA, 5 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:05-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/4020/GA
betreft: [klager] datum: 5 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.G.W.M. Kral, namens [...], verder te noemen
klager,
gericht tegen een uitspraak van 17 december 2012 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 maart 2013, gehouden in de p.i. Vught, zijn klagers raadsman, mr. J.G.W.M. Kral, en de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van voormelde inrichting, [...], gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting
was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de oplegging van toezichtmaatregelen van 3 augustus 2012 tot 31 augustus 2012 in verband met plaatsing van klager op de lijst van gedetineerden met een vlucht-/ maatschappelijk risico (GVM-lijst).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De beslissing tot oplegging van de toezichtmaatregelen is onvoldoende onderbouwd. De directeur heeft zijn beslissing
gebaseerd
op informatie van het GRIP van 22 augustus 2011. Deze informatie was ten tijde van de beslissing van de directeur niet meer actueel. Verder verwijst de directeur naar een update van 20 september 2012 waarin wordt aangegeven dat de informatie van 22
augustus 2011 nog steeds actueel en relevant is. Dit rapport dateert echter van na de bestreden beslissing.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager is naar aanleiding van de informatie van het GRIP van 22 augustus 2011 op de GVM-lijst geplaatst. In het voorjaar
van 2012 is klagers GVM-status getoetst in het Operationeel Overleg. Toen klager binnenkwam in de p.i. Vught, moest de directeur het doen met de informatie die op dat moment voorhanden was. In de inrichting van herkomst waren toezichtmaatregelen aan
klager opgelegd. Deze maatregelen zijn overgenomen. De directeur heeft gevraagd om actualisatie van de informatie van het GRIP, hetgeen heeft geresulteerd in het rapport van 20 september 2012. De toezichtmaatregelen zijn succesvol gebleken. Klager
heeft
geen bedreigingen meer geuit. Abusievelijk zijn de maatregelen pas opgelegd toen klager al enige tijd in de p.i. Vught verbleef.

3. De beoordeling
Klager is op 16 juli 2012 in de p.i. Vught geplaatst. De directeur heeft in verband met klagers vermelding op de GVM-lijst aan klager een aantal toezichtmaatregelen opgelegd van 3 augustus 2012 tot 31 augustus 2012.
De inlichtingen waarop de beslissing tot toepassing van maatregelen is gebaseerd, waren ten tijde van de bestreden beslissing meer dan elf maanden oud. Gelet op de ouderdom van de inlichtingen was onderzoek door de directeur geboden. Te denken valt aan
het inwinnen van actuele inlichtingen bij het GRIP of het inwinnen van inlichtingen bij de directeur van de inrichting van herkomst. Van enig initiatief tot dergelijk onderzoek voorafgaande aan de beslissing is niet gebleken. Evenmin is aannemelijk dat
de maatregelen noodzakelijk waren om na inkomst van de gedetineerde een beeld van zijn persoon en zijn gedrag te krijgen. De directeur heeft dat terecht ook niet aangevoerd nu de beslissing tot beperkende maatregelen is genomen nadat de gedetineerde al
geruime tijd in de inrichting verbleef. Gelet op het voorgaande is de beslissing tot toepassing van maatregelen onvoldoende gemotiveerd. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het
beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming en zal de hoogte daarvan vaststellen op € 50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. A.M. van Kalmthout en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 5 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven