Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/4069/GA, 28 maart 2013, beroep
Uitspraakdatum:28-03-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/4069/GA

betreft: [klager] datum: 28 maart 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 december 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard, betreffende de verstrekking van scheermesjes in de winkel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat de directeur zorg draagt dat de gedetineerde in staat wordt gesteld zijn uiterlijk en lichamelijke hygiëne naar behoren te verzorgen (artikel 44, vierde lid, van de Pbw). De gedetineerde dient dan ook in staat
gesteld te worden binnen de inrichting de daartoe noodzakelijke artikelen te kunnen verkrijgen. Bij het verstrekken van scheermesjes, een voor de uiterlijke verzorging van gedetineerden niet een bepaald ongebruikelijk artikel, mag de gedetineerde ervan
uitgaan dat de mesjes die hij via de inrichtingswinkel aanschaft, veilig zijn. Nu klager stelt dat de mesjes die hij via de inrichtingswinkel verstrekt krijgt schadelijk zijn, kan klager in zijn klacht worden ontvangen.
Met betrekking tot de inhoud van de klacht overweegt de beroepscommissie dat de directeur voldoende zorgvuldig heeft gehandeld jegens klager, de klacht serieus heeft genomen en contact heeft opgenomen met de winkelier, maar nog geen reactie ontvangen.
Niet kan dan ook gesteld worden dat de directeur in zijn zorgplicht jegens klager tekort is geschoten. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
K. Dere, secretaris, op 28 maart 2013

secretaris voorzitter

Naar boven