Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0449/GV, 4 maart 2013, beroep
Uitspraakdatum:04-03-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/449/GV

betreft: [klager] datum: 4 maart 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 februari 2013 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsvrouw, mr. H.M.S. Cremers, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Hij kan zich er in vinden dat zijn verlofaanvraag wordt afgewezen op grond van artikel 14, derde lid onder a, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling). Hetgeen de
staatssecretaris overigens heeft aangevoerd over het niet verlenen van bewegingsvrijheid vanwege maatschappelijke onrust bij verlenen van verlof is enkel zwartmakerij.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 24 januari 2013 is vanuit de gevangenis Krimpen aan den IJssel een verzoek tot algemeen verlof ontvangen. Omdat klager op 25 januari 2013 is overgeplaatst naar een beperkt beveiligde inrichting met regimaire verlofmogelijkheden is de aanvraag op
grond van artikel 14, derde lid onder a, van de Regeling afgewezen.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek, wegens diefstal met geweld. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 12 mei 2014.

Klager verblijft sedert 25 januari 2013 in de beperkt beveiligde inrichting van de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

Ingevolge artikel 14, derde lid onder a van de Regeling wordt algemeen verlof niet verleend aan gedetineerden die verblijven in een inrichting waar het verlof deel uitmaakt van het regime.
Nu klager de dag na zijn verzoek om algemeen verlof reeds is overgeplaatst naar de beperkt beveiligde inrichting van de locatie Westlinge, heeft de Staatssecretaris de beslissing op juiste gronden genomen.
In de beslissing is de standaardoverweging opgenomen omtrent de inschatting van risico’s die aan verlof zijn verbonden. Deze is hier misplaatst.

Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. G.L.M. Urbanus, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 4 maart 2013

secretaris voorzitter

Naar boven