Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0500/GB, 1 maart 2013, beroep
Uitspraakdatum:01-03-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/500/GB

Betreft: [klager] datum: 1 maart 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 februari 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 5 maart 2013 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is op 4 januari 2011 veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien dagen. Voornoemde uitspraak is op 29 augustus 2011 onherroepelijk geworden. Op 4 februari 2013 is klager opgeroepen om zich op 5 maart 2013 te melden in de b.b.i. van de
locatie Westlinge.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft een baan en hij komt per 1 maart 2013 in aanmerking voor een vaste aanstelling. Toen klager in september 2012 verklaarde gevolg te zullen geven aan een oproep zich te melden in een b.b.i., wist hij niet dat hij per 1 maart 2013 in
aanmerking zou komen voor een vaste aanstelling. De eerste vijf maanden van het jaar zijn de drukste maanden van het jaar op klagers werk. In deze periode kun je geen vakantiedagen opnemen. Klager verzoekt om uitstel van de melddatum, omdat hij zijn
vaste aanstelling kan verliezen als hij zich op 5 maart 2013 dient te melden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris verwijst naar de inhoud van klagers dossier en met name naar hetgeen vermeld is in de beslissing op bezwaar van 12 februari 2013. De selectiefunctionaris heeft daarbij onder meer aangegeven dat veroordeelde reeds op 29 augustus
2011 onherroepelijk is veroordeeld en ruimschoots de gelegenheid heeft gehad om in te spelen op de consequenties van de noodzaak tot tenuitvoerlegging.

4. De beoordeling
4.1. De b.b.i. van de locatie Westlinge is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij allereerst in aanmerking dat de gevolgen van een
vrijheidsstraf voor rekening en risico van de veroordeelde komen. Uit de stukken blijkt dat klager op 8 september 2012 een verklaring heeft ondertekend waarin hij aangeeft gevolg te zullen geven aan een oproep zich te melden in een b.b.i. Klager wist
derhalve dat hij spoedig een oproep tot melden zou ontvangen. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat klager voldoende gelegenheid heeft gehad om te anticiperen op zijn aankomende detentie. Bovendien heeft klager de stelling dat hij per 1 maart
2013 in aanmerking komt voor een vaste aanstelling niet feitelijk onderbouwd. Gelet op het vorenstaande kan de beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 1 maart 2013

secretaris voorzitter

Naar boven