Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2624/SGA, 17 augustus 2011, schorsing
Uitspraakdatum:17-08-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/2624/SGA

Betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde p.i. van 11 augustus 2011, inhoudende de oplegging van een ordemaatregel van uitsluiting
van deelname aan – zo verstaat de voorzitter – gemeenschappelijke activiteiten voor de duur van veertien dagen, ingaande op 11 augustus 2011 om 13.00 uur en eindigend op 25 augustus 2011 om 13.00 uur, in verband met verzoekers problematische gedrag
waardoor hij de gemeenschap op de afdeling niet aan kan.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 14 augustus 2011 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 16 augustus 2011.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft aangevoerd dat hij van mening is dat de mededeling van de bestreden beslissing niet is uitgereikt op de voorgeschreven wijze en dat de tenuitvoerlegging van die beslissing daarom moet worden geschorst.

De directeur heeft onder meer het volgende naar voren gebracht. De bestreden beslissing is genomen op 11 augustus 2011. Verzoeker is toen vanuit een separatiecel overgebracht naar de afdeling en met hem zijn daarbij afspraken, inhoudende dat hij
gedurende de looptijd van de ordemaatregel op een meer individuele basis zal worden begeleid. Op 12 augustus 2011om 17.00 uur is hem de mededeling van die beslissing uitgereikt. Reden voor die latere uitreiking was dat er in de ochtend sprake was van
bezoek en een zitting.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Hoewel de mededeling van de beslissing van de directeur van – zo verstaat de voorzitter – 11 augustus 2011 pas op 12 augustus 2011 om 17.00 uur aan klager is uitgereikt, is dit tijdsverloop, ook gelet op de daarvoor gegeven verklaring van de directeur,
naar het voorlopig oordeel van de voorzitter niet zodanig lang dat hier gesproken kan worden van een niet-onverwijld uitreiken van die mededeling. Dit tijdsverloop is daarom geen aanleiding voor een toewijzing van het verzoek. Nu overigens geen feiten
of omstandigheden zijn aangevoerd die kunnen leiden tot een toewijzing van het verzoek, zal de voorzitter het verzoek afwijzen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gegeven door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 17 augustus 2011.

secretaris voorzitter

Naar boven