Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3710/GB, 26 februari 2013, beroep
Uitspraakdatum:26-02-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3710/GB

Betreft: [klager] datum: 26 februari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.M. Penn, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 november 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 22 november 2004 in Nederland gedetineerd. Hij verbleef in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) Haaglanden. Op 19 oktober 2012 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel, waar een regime van algehele
gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris heeft klager geselecteerd voor een inrichting met een normaal beveiligingsniveau. In de bestreden beslissing wordt verwezen naar een ontvluchting uit een Duitse
gevangenis. Dit is echter alweer acht jaar geleden en klager heeft zich sindsdien uitstekend gedragen. Er hebben zich sindsdien geen incidenten meer voorgedaan. Klager heeft bewezen een rustige gedetineerde te zijn. Hij is gericht op resocialisatie.
Klager is vijf jaar geleden opa geworden en hij wil wennen aan een vereniging met zijn familie. De ontvluchting mag klager niet meer worden tegengeworpen. Hij stond hier niet achter en het is hem zeer slecht bevallen. Bovendien heeft hij nadien een
hele
ontwikkeling doorgemaakt.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Vanuit het PPC Haaglanden werd voorgesteld om klager te selecteren voor een normaal beveiligde inrichting, omdat er geen indicatie meer was voor continuering van
verblijf in een PPC. Klagers begeleider van het traject in het kader van Terugdringen Recidive (TR) heeft geadviseerd om klager in een inrichting met regimair verlof te plaatsen in verband met klagers behandeling, zijn goede functioneren en klagers
re-integratie in de maatschappij. De selectiefunctionaris heeft echter besloten om klager te selecteren voor een inrichting met een normaal beveiligingsniveau. Klager is veroordeeld voor zware delicten en het Openbaar Ministerie (OM) heeft negatief
geadviseerd. Klager is tijdens zijn huidige detentie ontvlucht uit een inrichting. Hierbij zijn personeelsleden gegijzeld en mishandeld. De selectiefunctionaris acht de stap naar plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) te groot
op
dit moment. Voordat sprake kan zijn van detentiefasering dient klager eerst te stabiliseren.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager heeft beroep ingesteld, aangezien hij in aanmerking wil komen voor een zogenaamd “gestapeld” traject (plaatsing z.b.b.i. en aansluitend deelname aan een penitentiair programma). Het OM heeft negatief geadviseerd met betrekking tot
plaatsing in een gestapeld traject. Zeker in dit geval waarin de rechtsorde zwaar is geschokt daar het een zwaar drugsdelict alsmede deelname aan een gevangenisopstand betreft. Uit het selectieadvies van de directeur van het PPC Haaglanden blijkt dat
klager op 10 oktober 2004 ontvlucht is uit een Duitse gevangenis en zich tot 5 november 2004 heeft onttrokken aan detentie. Nadien heeft klager (overwegend) in Nederland in detentie verbleven en zich goed gedragen. Klager heeft vanaf januari 2012 in
het
PPC Haaglanden verbleven in verband met een behandeling. Volgens de inrichtingspsycholoog heeft klager een snelle groei doorgemaakt en zaken snel opgepakt. Geadviseerd wordt om klager de geleerde vaardigheden buiten in de praktijk te laten toepassen.
Het Multi Disciplinair Overleg (MDO) adviseert daarom om klager in aanmerking te laten komen voor een gestapeld traject. Verder heeft de reclassering - blijkens een rapport van 17 september 2012 - geadviseerd om klager in aanmerking te laten komen voor
deelname aan een p.p. Gelet op de positieve adviezen van het MDO van PPC Haaglanden en de reclassering, daarbij in aanmerking genomen dat de ontvluchting uit detentie inmiddels alweer meer dan acht jaar geleden heeft plaatsgevonden en klager zich
sindsdien positief heeft ontwikkeld, is de beroepscommissie van oordeel dat de bestreden beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. Derhalve dient de bestreden beslissing te
worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 26 februari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven