Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/4017/GB, 20 februari 2013, beroep
Uitspraakdatum:20-02-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/4017/GB

Betreft: [klager] datum: 20 februari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Polderman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 december 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 13 augustus 2003 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Op 7 november 2012 is hij overgeplaatst naar de b.b.i. van de locatie Westlinge te Heerhugowaard. Op 14 januari 2013 is hij
overgeplaatst naar de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Westlinge met aansluitend deelname aan een penitentiair programma (p.p.) Vanuit deze inrichting is hij geselecteerd voor deelname aan een p.p. Op 22 januari 2013 is het
p.p. aangevangen en is klager administratief ondergebracht bij de PIA Haarlem.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Er wordt ten onrechte geen uitvoering gegeven aan de uitspraken van de beroepscommissie van 4 juli 2012 en 3 december 2012. Uit de uitspraak van 3 december 2012 blijkt dat de beroepscommissie het advies van de reclassering volgt. De reclassering
adviseert klager in aanmerking te laten komen voor deelname aan een p.p. met elektronisch toezicht (e.t.). De selectiefunctionaris weigert klager, ondanks de gegrondverklaringen, in aanmerking te laten komen voor een p.p. met e.t. Klager verzoekt om
een
tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is naar aanleiding van de gegrondverklaring van een door hem ingediend beroep geselecteerd voor overplaatsing naar de z.b.b.i. van de locatie Westlinge. Op 16 januari 2013 is klager op grond van een actueel selectieadvies geselecteerd voor
deelname aan een p.p. Het p.p. zal op 22 januari 2013 aanvangen. De selectiefunctionaris verzoekt klager niet-ontvankelijk te verklaren in zijn beroep tegen overplaatsing naar de b.b.i. van de locatie Westlinge, omdat de gronden voor het beroep zijn
komen te vervallen.

4. De beoordeling
De selectiefunctionaris heeft klager op 31 oktober 2012 geselecteerd voor overplaatsing naar de b.b.i. van de locatie Westlinge. Op 7 november 2012 heeft klager een bezwaarschrift ingediend tegen deze beslissing. De selectiefunctionaris heeft klager op
19 december 2012 niet-ontvankelijk verklaard in bezwaar, omdat klager op 13 december 2012 is geselecteerd voor overplaatsing naar de z.b.b.i. van de locatie Westlinge. Het onderhavige beroep is gericht tegen de beslissing tot overplaatsing naar de
b.b.i. van de locatie Westlinge. De beroepscommissie is van oordeel dat de selectiefunctionaris klager terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn bezwaar. Klager was ten tijde van het nemen van de bestreden beslissing immers reeds geselecteerd
voor overplaatsing naar de z.b.b.i. van de locatie Westlinge. Het belang aan het bezwaar is daardoor komen te ontvallen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat voor zover klager heeft willen opkomen tegen de beslissing die de selectiefunctionaris op 13 december 2012 heeft genomen naar aanleiding van de gegrondverklaring van het door klager ingediende beroep (3
december 2012, 12/2672/GB), te weten de beslissing tot overplaatsing van klager naar de z.b.b.i. van de locatie Westlinge met aansluitend deelname aan een p.p., hij tegen deze beslissing beroep had moeten indienen. De beroepscommissie is bovendien van
oordeel dat de selectiefunctionaris met de overplaatsing van klager naar de z.b.b.i. van de locatie Westlinge met aansluitend deelname aan een p.p. voldoende gevolg heeft gegeven aan de door de beroepscommissie gedane uitspraak van 3 december 2012
(12/2672/GB). Tevens wordt nog opgemerkt dat de beroepscommissie in haar uitspraak van 20 december 2012 (12/2886/GB) reeds een tegemoetkoming aan klager heeft toegekend, omdat klager voor een periode van een aantal maanden ten onrechte niet heeft
kunnen
deelnemen aan een p.p.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 20 februari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven