Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3386/GA, 18 februari 2013, beroep
Uitspraakdatum:18-02-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3386/GA

betreft: [klager] datum: 18 februari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K.R. Koopman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 oktober 2012 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 1 februari 2013, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. K.R. Koopman, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij voormelde p.i.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft – zo verstaat de beroepscommissie – de aan klager in het kader van zijn plaatsing op de GVM-lijst opgelegde toezichtmaatregelen.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt mondeling toegelicht.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als gehandhaafd.

3. De beoordeling
Bij de stukken bevindt zich een formulier 'Intrekken beklagzaak' gedateerd 19 december 2012. Dat formulier houdt in dat klager de zaak onder nummer Vu-2012-001125 intrekt. Klager licht dat op het formulier ook nader toe. Het formulier is verzonden aan
het secretariaat van de Raad en aldaar blijkens een op het formulier geplaatst stempel ingekomen op 21 december 2012. Bij brief van 24 december 2012 heeft klagers raadsvrouwe mevr. mr. K.R. Koopman te kennen geven dat klager op het formulier
abusievelijk het verkeerde referentienummer heeft vermeld en hij de procedure wenst voor te zetten. In verband hiermee is gelegenheid geboden om dit standpunt nader ter zitting van de beroepscommissie toe te lichten. Klager heeft ter zitting verklaard
dat hij heeft beoogd de zaak met nummer R 2012-000343 in te trekken en dat hij zulks inmiddels heeft gedaan.

Voorop staat dat een intrekking van een beroep alleen in zeer uitzonderlijke gevallen niet behoeft te leiden tot niet-ontvankelijkheidverklaring van klager in zijn beroep. Om na te gaan of zich een zeer uitzonderlijk geval voordoet, heeft de
beroepscommissie inlichtingen ingewonnen bij het secretariaat van de beklagcommissie bij de locatie Roermond. Door dat secretariaat is een formulier 'Intrekken beklagzaak' gedateerd 18 december 2012 verstrekt dat ziet op een zaak met nummer R
2012-000343. Gelet hierop acht de beroepscommissie niet aannemelijk dat klager door middel van het op 19 december 2012 gedateerde en aan de RSJ gezonden formulier niet heeft beoogd zijn beroep in de onderhavige zaak met beklagnummer Vu-2012-001125 in
te
trekken, maar de zaak onder beklagnummer R 2012-000343. Die laatste zaak had hij immers een dag tevoren al ingetrokken. Ook klagers toelichting op het formulier bevat geen enkel aanknopingspunt dat van een misslag sprake is geweest. De slotsom is dat
klager niet-ontvankelijk in zijn beroep zal worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, J.M.L. Pattijn en dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 18 februari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven