Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3809/GA, 15 februari 2013, beroep
Uitspraakdatum:15-02-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3809/GA

betreft: [klager] datum: 15 februari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen twee uitspraken van 22 november 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Torentijd te Middelburg,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager, zijn raadsman mr. Z. Yeral en de directeur hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie van 1 februari 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het tijdens de tenuitvoerlegging van een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel niet mogen deelnemen aan een afdelingsbarbecue;
b. een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens een positieve uitslag van een urinecontrole op het gebruik van softdrugs, terwijl de urinecontrole niet is uitgevoerd overeenkomstig de
daaraan verbonden wettelijke voorschriften.

De beklagcommissie heeft beide klachten ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk toegelicht.

De directeur heeft in beroep in zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt volhard.

3. De beoordeling
Ten aanzien van onderdeel a van het beklag:
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op dit onderdeel van het beklag heeft beslist. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van onderdeel b van het beklag:
Aannemelijk is dat de urinecontroles in de locatie Torentijd niet worden uitgevoerd conform het bepaalde in artikel 3 van de Regeling Urinecontrole penitentiaire inrichtingen. Derhalve is geen sprake van een onderzoek als bedoeld in artikel 30, eerste
lid, van de Pbw. De uitslag van de bij klager afgenomen urinecontrole kon daarom geen grond vormen voor de opgelegde disciplinaire straf. De beroepscommissie zal dit onderdeel van het beroep dan ook gegrond verklaren, de uitspraak van de
beklagcommissie
vernietigen en dat beklag alsnog gegrond verklaren.

De beroepscommissie acht, mede gelet op de omstandigheid dat het gebruik van softdrugs door klager niet is ontkend, geen termen aanwezig voor het vaststellen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel a ongegrond en bevestigt deze uitspraak van de beklagcommissie.
Zij verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel b gegrond, vernietigt die uitspraak van de beklagcommissie en verklaart dat onderdeel van het beklag alsnog gegrond.
Zij stelt vast dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, J.M.L. Pattijn en dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 februari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven