Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3895/SGA, 18 december 2012, schorsing
Uitspraakdatum:18-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3895/SGA

Betreft: [klager] datum: 18 december 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. B.R. Koenders, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van
7 december 2012, inhoudende de oplegging van toezichtmaatregelen, ingaande op 7 december 2012 en eindigende op 7 juni 2013, in verband met verzoekers plaatsing, met het profiel ‘hoog’, op de lijst van gedetineerden met een vlucht-/maatschappelijk
risico
(GVM-lijst).

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van verzoeker van 7 december 2012 en het aanvullend klaagschrift van verzoekers raadsman, mr. B.R. Koenders, van
13 december 2012, alsmede van de op 14 december 2012 ingekomen schriftelijke inlichtingen van de directeur.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Door de directeur zijn aan verzoeker toezichtmaatregelen opgelegd voor de duur van zes maanden, ingaande op 7 december 2012. Deze beslissing is gebaseerd op het feit dat verzoeker met het profiel ‘hoog’ staat vermeld op de GVM-lijst, vanwege het
vermoeden dat hij crimineel handelen in detentie voortzet. De directeur dient, alvorens over te gaan tot het opleggen van de bedoelde toezichtmaatregelen, een belangenafweging te maken waaruit de noodzaak van de op te leggen maatregelen blijkt. De
enkele verwijzing naar verzoekers plaats op de GVM-lijst is daarvoor onvoldoende. Nu echter in het voorliggende geval verzoeker relatief kort geleden – op 3 december 2012 – is overgeplaatst van de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (BPG)
van de p.i. Vught naar een afdeling met een regime van algehele gemeenschap van de p.i. Hoogeveen, aan verzoeker gedurende het grootste gedeelte van zijn verblijf op de BPG toezichtmaatregelen zijn opgelegd, verzoekers risicoprofiel op 7 november 2012
is verhoogd van ‘verhoogd’ naar ‘hoog’, de directeur van de p.i. Vught op 19 november 2012 heeft laten weten dat nog steeds het vermoeden bestaat dat verzoeker criminele handelingen in detentie voortzet en de directeur heeft aangegeven binnen een
relatief korte termijn de noodzaak van de maatregelen opnieuw te zullen bezien en die noodzaak maandelijks te zullen toetsten, zijn er naar het voorlopig oordeel van de voorzitter op dit moment geen termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 18 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven