Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3380/JA, 14 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:14-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3380/JA

betreft: [klager] datum: 14 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.P.Visser, namens

[...], geboren op [1994], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 oktober 2012 van de beklagcommissie bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Teylingereind te Sassenheim,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 december 2012, gehouden in de j.j.i. De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist zijn gehoord [...], directeur behandeling, en [...], jurist, bij de j.j.i. Teylingereind. Tevens was als toehoorder aanwezig [...]
stagiaire bij Teylingereind.
Klager, die inmiddels in vrijheid is en op behoorlijke wijze is opgeroepen, is niet ter zitting verschenen.Klagers raadsman mr. A.P.Visser heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.
Bij brief van 19 december 2012 heeft de raadsman om aanhouding verzocht in afwachting van een nader standpunt van het College van Procureurs Generaal, dan wel uitspraak te doen op de stukken.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het tijdstip van invrijheidstelling van klager door de inrichting.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is niet tijdig in vrijheid gesteld, doch eerst de volgende dag aan het eind van de ochtend. Volgens de afdeling preventieven van het parket Den Haag is het verzenden van een vonnis met daarin de mededeling dat de voorlopige hechtenis wordt
opgeheven voldoende en het is dan aan de ontvangende inrichting om dit te verifiëren. In klagers vonnis van 28 juni 2012 staat een dergelijke passage. Teylingereind heeft op 28 juni 2012 een fax ontvangen van het parket en daar is niet voldoende
adequaat op gereageerd. Juist omdat die middag door klager zelf al meerder malen binnen de inrichting is aangegeven dat hij in vrijheid gesteld diende te worden had het op de weg van de inrichting gelegen slagvaardig te handelen.
Door en namens de directeur is in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In artikel 65, eerste lid, Bjj zijn de beslissingen genoemd waartegen een jeugdige beklag kan indienen. Het tijdstip van invrijheidstelling is geen beslissing waar beklag tegen open staat en de klager had niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.
Voorts dient de directeur van een j.j.i. de beslissingen van de rechter uit te voeren. De directeur is daarbij afhankelijk van de door het parket toegestuurde stukken. In klagers geval is het vonnis op 28 juni 2012 om 16.53 uur bij de inrichting
ontvangen. Een berekening aan de hand van het Tulp registratiesysteem leerde dat klager op 29 juni 2012 in vrijheid gesteld moest worden. De inrichting heeft geen bevel onmiddellijke invrijheidstelling van het parket ontvangen en dit is ook niet in het
vonnis opgenomen.
Meldingen van het Openbaar Ministerie (OM) inzake invrijheidstellingen worden via de fax tot 17.00 uur gedaan. De fax bevat dan het formulier ‘onmiddellijke invrijheidstelling’. In geval van late berichtgeving neemt het OM telefonisch contact op met
de
inrichting.

3. De beoordeling
De beroepscommissie ziet geen reden voor aanhouding van de beslissing zoals verzocht door de raadsman van klager nu de beslissing van de beroepscommissie geheel los staat van een nader standpunt van het College van Procureurs Generaal op een door
klager
gedaan verzoek tot schadevergoeding. De beroepscommissie zal dan ook in zoverre uitspraak doen op de stukken en het behandelde ter zitting.

Klager is op 29 juni 2012 in vrijheid gesteld. Namens klager is op 24 september 2012 beklag ingesteld en klager verbleef toen niet meer in de inrichting.

Artikel 1 aanhef en onder g, Bjj stelt dat onder ‘jeugdige’ in deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan: een persoon ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel plaatsvindt in een
inrichting. Klager kan na zijn invrijheidstelling derhalve niet meer worden aangemerkt als ‘jeugdige’ in de zin van de Bjj en de daarop rustende bepalingen. Nu de beklagregeling van de Bjj is opengesteld voor jeugdigen, kan klager op grond van artikel
65, eerste lid juncto artikel 1, aanhef en onder g, Bjj derhalve geen beklag meer indienen. Klager zal dan ook niet-ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard.

Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat ook als klager wel ontvankelijk zou zijn geweest het beroep ongegrond zou zijn verklaard. Immers uit de inlichtingen van de directeur blijkt dat op 28 juni 2012 om 16.53 uur het vonnis van de rechtbank in
de inrichting is ontvangen. In het vonnis staat vermeld dat het bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven. De inrichting heeft echter geen bevel tot onmiddellijke invrijheidstelling van het OM ontvangen. De volgende dag heeft de administratie het
vonnis bestudeerd en is de datum van invrijheidstelling berekend. Door klager en zijn raadsman wordt de berekening van de datum van invrijheidstelling niet betwist. Derhalve heeft de inrichting in dit opzicht correct gehandeld.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, dr. P.H. van der Laan en ing. M.J. Mulders, leden, bijgestaan door mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 14 januari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven