Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2916/GM, 8 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:08-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2916/GM

betreft: [klager] datum: 8 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Achterhoek locatie de Kruisberg te Doetinchem,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 10 september 2012 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 november 2012, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel te Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.J. van Essen, en [...], inrichtingsarts.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 8 augustus 2012, betreft het ongevraagd bezocht worden door een psychiater.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft ten aanzien van zijn klacht van 8 augustus 2012 het volgende aangevoerd.
Klager is naar de medische dienst gebracht. Daarvan is hem mededeling gedaan, echter zonder mededeling van de specifieke reden. Toen hij daar aankwam werd hij opgevangen door de psychiater die vervolgens adviseert klager naar een p.p.c. te sturen.
Verder heeft klager in zijn beroepschrift diverse gezondheidskwesties aangevoerd welke in de oorspronkelijke klacht niet aan de orde waren.
Namens klager is verzocht hetgeen klager in zijn beroepschrift naar voren heeft gebracht als een nieuwe klacht voor te leggen aan het hoofd van de medische dienst van de locatie de Kruisberg.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
Klager is op enig moment geplaatst in een strafcel. Klager was al bekend binnen het p.m.o. Indien daartoe aanleiding bestaat overlegt de medische dienst met de psychiater of de psycholoog.

3. De beoordeling
De beroepscommissie leidt uit de stukken en het verhandelde ter zitting af dat klager bekend was bij het p.m.o. en dat er bepaalde stoornissen vermoed werden. Onder die omstandigheden is het niet vreemd dat de medische dienst de psychiater heeft
gevraagd klager te bezoeken. Het had, hoe begrijpelijk deze gang van zaken ook geacht kan worden, echter op grond van de WGBO kenbaar gemaakt moeten worden aan klager dat het consult aan de medische dienst feitelijk een consult bij de psychiater zou
zijn. Nu niet is gesteld of gebleken dat dit aan klager kenbaar gemaakt was, wordt zijn beroep gegrond verklaard.
Er zijn geen termen voor toekenning van een tegemoetkoming.

Ten aanzien van alle nieuwe feiten die klager heeft aangevoerd - in de veronderstelling dat die in deze procedure meegenomen zouden worden - wordt opgemerkt dat, conform het voorstel van zijn raadsvrouw, klagers beroepschrift als nieuwe klacht zal
worden voorgelegd aan het hoofd van de medische dienst van de locatie de Kruisberg.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Zij bepaalt dat klagers beroepschrift van 12 september 2012 ter (verdere) behandeling zal worden voorgelegd aan het hoofd van de medische dienst van de locatie de Kruisberg.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, dr. ing. C.J. Ruissen en R. Vogelenzang, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 8 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven