Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2942/GA, 10 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:10-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2942/GA

betreft: [klager] datum: 10 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 september 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Zuyder Bos in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. M. de Reus, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag (met beklagnummer 2012/375) betreft de invoering van het Telio-systeem en de daarmee gepaard gaande gevolgen, namelijk:
a. het feit dat de vertrouwelijkheid van telefoongesprekken tussen gedetineerden en geprivilegieerde personen, zoals advocaten, niet wordt gewaarborgd, doordat deze gesprekken worden opgenomen en opgeslagen;
b. het feit dat niet meer collect call dan wel met commerciële belkaarten kan worden gebeld en dat 0800/0900-nummers zijn geblokkeerd, waardoor bepaalde instanties niet gebeld kunnen worden;
c. het feit dat de telefoonkosten te hoog zijn en dat de telefoonverbinding slecht is.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. In verband met de ontvankelijkheid wordt verwezen naar de uitspraak van de beroepscommissie van 4 juli 2007 (met kenmerk: 07/0915/GA) waarin een
klacht over het niet kunnen bellen met gratis nummers werd aangemerkt als een klacht over de onzorgvuldige uitvoering van het in artikel 39 van de Pbw omschreven recht, met als gevolg dat de gedetineerde kon worden ontvangen in zijn klacht. De
beklagrechter heeft ten onrechte overwogen dat er geen sprake is van strijd met hogere wet- en regelgeving. Het bellen van 0800/0900-nummers is sinds de invoering van het nieuwe telefoonsysteem onmogelijk gemaakt, zonder dat er sprake is van één van de
gronden als bedoeld in artikel 39, derde lid, van de Pbw in verbinding met artikel 36, vierde lid, van de Pbw. Voorts is er sprake van strijd met artikel 24, eerste lid, van de European Prison Rules, nu het gedetineerden niet wordt toegestaan zo vaak
als mogelijk contact te hebben met personen en instanties die gebruik maken van 0800/0900-nummers. In dit verband wordt ook verwezen naar de uitspraken van de beroepscommissie met kenmerk 02/0573/GA en 02/0534/GA, waarin is beslist dat het niet
toestaan
van collect call gesprekken onredelijk is. Nu sprake is van strijd met hogere wet- en regelgeving wordt verzocht het beroep gegrond te verklaren en klager een tegemoetkoming toe te kennen.
In het aanvullend beroepschrift van 3 december 2012 wijst klagers raadsman op het schrijven van de directeur van 21 augustus 2012, waarin staat dat er geen wettelijke noodzaak is onderscheid te maken tussen het opnemen van gesprekken met geheimhouders
en het opnemen van gesprekken met anderen en dat naar verwachting eind 2012/begin 2013 de functionaliteit wordt opgeleverd die het onmogelijk maakt gesprekken met advocaten op te nemen. Hieruit blijkt dat de telefoongesprekken van gedetineerden met
geheimhouders worden opgenomen, terwijl dit – zoals ook blijkt uit de uitspraak met kenmerk 12/1813/GA en 12/1847/GA – in strijd is met hogere wet- en regelgeving.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Voor de beoordeling van het beroep is allereerst van belang of de beklagrechter klager al dan niet op goede gronden niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn beklag. Met de beklagrechter is de beroepscommissie van oordeel dat de invoering van het
Telio-systeem geen (concrete) door of namens de directeur jegens klager genomen beslissing betreft als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Gelet daarop is de beslissing van de beklagrechter in beginsel juist en dat leidt slechts uitzondering
indien geklaagd wordt over een algemene regel die in strijd is met een wettelijk voorschrift van hoger orde. Derhalve dient de beroepscommissie na te gaan of de gevolgen van de invoering van het Telio-systeem in strijd zijn met hogere wet- of
regelgeving.

Ten aanzien van het onder a. genoemde gevolg van de invoering van het Telio-systeem overweegt de beroepscommissie het volgende. De beroepscommissie stelt voorop dat, zoals is beslist in de uitspraak van 29 oktober 2012 (kenmerk 12/1813/GA en
12/1847/GA), het afluisteren en opnemen van telefoongesprekken tussen gedetineerden en geprivilegieerde personen of instanties, als vermeld in artikel 37, eerste lid, van de Pbw, in strijd is met een wettelijk voorschrift van hogere orde, meer in het
bijzonder met de strekking van artikel 39, vierde lid, van de Pbw.
In de brief van de directeur van 21 augustus 2012 staat – voor zover hier van belang – het volgende: ‘Er is geen wettelijke noodzaak om onderscheid tussen het opnemen van telefoongesprekken met geheimhouders of telefoongesprekken met anderen te maken’...
‘Naar verwachting zal eind 2012/begin 2013 functionaliteit worden opgeleverd die het onmogelijk maakt om gesprekken met advocaten mee te luisteren of op te nemen (het zogenaamde ‘nummerherkenningssysteem’).’. Gelet op deze inlichtingen van de directeur
acht de beroepscommissie het voldoende aannemelijk dat de telefoongesprekken die gedetineerden ten tijde van het indienen van de klacht hebben gevoerd met geprivilegieerde personen, onder wie advocaten, werden opgenomen. Gelet hierop oordeelt de
beroepscommissie dat het onder a. genoemde gevolg van de invoering van het Telio-systeem in strijd is met hogere wet- of regelgeving. De beroepscommissie zal het beroep derhalve op dit punt gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter op dit
punt vernietigen, klager alsnog ontvankelijk verklaren in dit deel van zijn beklag en dit deel van het beklag gegrond verklaren. De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 20,=.
Ten overvloede voegt de beroepscommissie daaraan toe – hoewel daarover in de onderhavige zaak geen beklag is gedaan – dat het standaard opnemen van telefoongesprekken met anderen dan geprivilegieerde personen en instanties, zonder dat daaraan een
belangenafweging vooraf is gegaan, in strijd is met de wet (zie de uitspraak met kenmerk 12/1813/GA en 12/1847/GA).

Ten aanzien van het onder b. genoemde gevolg van de invoering van het Telio-systeem overweegt de beroepscommissie het volgende. De uitsluiting van de mogelijkheid om collect call te bellen dan wel met commerciële belkaarten te bellen en de blokkering
van 0800/0900-nummers, is naar het oordeel van de beroepscommissie – zoals tevens is beslist in de uitspraak met kenmerk 12/1813/GA en 12/1847/GA – niet in strijd met hogere wet- of regelgeving. De beroepscommissie neemt hierbij mede in overweging – nu
dit door klager niet is weersproken – dat er in de inrichting een landelijke ‘witte lijst’ bestaat, met daarop een aantal 0800/0900-nummers, die gedetineerden vanuit de inrichting wel kunnen bellen, zoals die van de Nationale ombudsman, gevangenenzorg
Nederland en slachtofferhulp.

Ook voor wat betreft de hoge kosten van de telefoongesprekken en de slechte telefoonverbinding (het onder c. vermelde gevolg van de invoering van het Telio-systeem) is de beroepscommissie van oordeel dat er geen sprake is van strijd met hogere wet-
en/of regelgeving. Hierbij neemt de beroepscommissie in aanmerking dat de directeur in beklag naar voren heeft gebracht dat gedetineerden die echt geen geld hebben om te bellen, op kosten van de inrichting kunnen bellen.

Nu de onder b. en c. genoemde gevolgen van de invoering van het Telio-systeem niet in strijd zijn met hogere wet- en regelgeving, zal het beroep op deze punten ongegrond worden verklaard en zal de uitspraak van de beklagrechter op deze punten worden
bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gericht tegen het onder a. genoemde gevolg van de invoering van het Telio-systeem gegrond, vernietigt op dit punt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in dit deel van zijn
beklag en verklaart dit deel van het beklag gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming van
€ 20,= toe.
De beroepscommissie verklaart het beroep gericht tegen de onder b. en c. genoemde gevolgen van de invoering van het Telio-systeem ongegrond en bevestigt op deze punten de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. F.G. Bauduin en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 10 januari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven