Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3846/GV, 24 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:24-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3846/GV

betreft: [klager] datum: 24 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 november 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager moet uiterlijk 28 december 2012 zijn huis schoon en leeg opleveren. Hij heeft niemand bereid kunnen vinden om dit voor hem te doen. Indien hij niet in staat wordt gesteld om zelf zijn huis leeg te
ruimen, zal dit voor hem worden gedaan. Dit brengt kosten met zich mee die hij momenteel niet kan betalen en hij wil tijdens zijn detentie geen schulden maken. Klager verwijst naar een brief van 9 november 2012 van Bonjo huisbewaring waarin staat dat
hij uiterlijk 28 december 2012 zijn woning leeg en schoon dient op te leveren.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager heeft verzocht om incidenteel verlof om zijn huis leeg te ruimen. Slechts in zeer bijzondere gevallen wordt incidenteel verlof verleend. Klagers verzoek is afgewezen
omdat er geen wettelijke basis is om voor de ontruiming van een huis incidenteel verlof te verlenen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De vrijhedencommissie van de locatie Westlinge te Heerhugowaard heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, omdat incidenteel verlof niet is bedoeld om een woning leeg te ruimen.
Het Openbaar Ministerie is om advies gevraagd, maar heeft niet gereageerd.
De politie is niet om advies gevraagd.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twee jaar en drie maanden met aftrek, wegens smokkel in verdovende middelen.

Uit de brief van Bonjo huisbewaring van 9 november 2012 blijkt dat klager uiterlijk 28 december 2012 zijn huis leeg en schoon dient op te leveren. Op grond van het bepaalde in artikel 21, eerste lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting
(hierna: de Regeling), kan incidenteel verlof worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is. In de artikelen 22 tot en met 31 van de Regeling is voorts een
aantal gevallen opgesomd waarin incidenteel verlof kan worden verleend. Die opsomming is niet limitatief, voorstelbaar is dat er andere gevallen zijn waarin de gedetineerde in aanmerking kan komen voor de toekenning van incidenteel verlof. Ook voor een
ontruiming zoals door klager aangevoerd kan, mits de noodzaak voor klagers persoonlijke aanwezigheid daarbij voldoende aannemelijk is gemaakt, incidenteel verlof worden verleend. Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie dan ook van oordeel dat de
beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, onvoldoende is gemotiveerd. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. De Staatssecretaris zal worden
opgedragen om met inachtneming van deze uitspraak terstond een nieuwe beslissing te nemen. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op terstond een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. G.L.M. Urbanus, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 24 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven