Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2879/GB, 28 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:28-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2879/GB

Betreft: [klager] datum: 28 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.V. van der Bom, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 september 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie De Schie te Rotterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 29 augustus 2011 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. van de locatie Hoogvliet. Op 3 augustus 2012 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van de locatie De Schie te Rotterdam.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De door de selectiefunctionaris verschafte informatie is niet juist. De gedetineerde die een disciplinaire straf had opgelegd gekregen vanwege het in bezit hebben van een mobiele telefoon is naar klager toegelopen. Hij heeft tegen klager gezegd dat hij
van het afdelingshoofd had vernomen dat klager degene was die het afdelingshoofd had getipt over de mobiele telefoon. In de omgeving van klager en deze gedetineerde bevond zich een derde gedetineerde. De derde gedetineerde noemde klager een verklikker,
waarna klager deze persoon met verheven stem heeft aangesproken. Het personeel heeft vervolgens ingegrepen waarna de rust direct was teruggekeerd.
Op basis van deze feiten en omstandigheden had de bestreden beslissing nooit genomen mogen worden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De directeur van de locatie Hoogvliet heeft verzocht klager over te plaatsen voor zijn eigen veiligheid. In de inrichting zijn twee meldingen geweest. Klager had aan het personeel medegedeeld dat medegedetineerde S. een mobiele telefoon op zijn cel
had.
S. is na het aantreffen van deze telefoon gestraft. Op 27 september 2012 heeft S. klager aangesproken op het verraad. S. is vervolgens ingesloten. Na deze insluiting is klager door een groep gedetineerden aangesproken op het verraad en dit ontaardde in
scheldpartijen. Vanwege het grote aantal gedetineerden dat zich in de buurt van klager bevond, is alarm geslagen.
Op 29 september 2012 heeft een medegedetineerde van klager aangegeven dat het beter zou zijn om klager over te plaatsen, omdat klager iets zou overkomen op het moment dat er geen personeel aanwezig is. De selectiefunctionaris heeft op basis van deze
informatie besloten om klager over te plaatsen. De orde en de rust in de locatie Hoogvliet is door deze voorvallen ernstig verstoord en de veiligheid van klager kon niet langer gegarandeerd worden.
Klager is bewust overgeplaatst naar een h.v.b. in Rotterdam, omdat een overplaatsing dan zo min mogelijk veranderingen met zich meebrengt.

4. De beoordeling
Klager is overgeplaatst vanuit de locatie Hoogvliet naar de locatie De Schie, omdat klagers veiligheid in de locatie Hoogvliet niet langer gewaarborgd kon worden. De beroepscommissie is van oordeel dat de selectiefunctionaris, gelet op de twee bij de
stukken bevindende schriftelijke verslagen van de locatie Hoogvliet d.d. 27 juli 2012 en d.d. 29 juli 2012, in redelijkheid heeft kunnen beslissen tot een overplaatsing van klager. De beroepscommissie neemt tevens in aanmerking dat de
selectiefunctionaris klager heeft geselecteerd voor de locatie De Schie, een inrichting in de nabijheid van de locatie Hoogvliet, omdat een overplaatsing dan zo min mogelijk veranderingen met zich meebrengt. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder
3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 28 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven