Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3019/GA, 21 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:21-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3019/GA

betreft: [klager] datum: 21 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden,

gericht tegen een uitspraak van 27 september 2012 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 december 2012, gehouden in de p.i. Hoogeveen, zijn de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Leeuwarden, [klager], vergezeld door een stagiaire, [...], gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van één dag opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie, wegens werkweigering en het niet opvolgen van een opdracht van de werkmeester.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard, de beslissing van de directeur vernietigd, bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde beslissing en een voorwaardelijke disciplinaire straf van één dag opsluiting in eigen cel
met een proeftijd van drie maanden opgelegd, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Op 4 september 2012 is ten aanzien van klager een rapport opgemaakt voor werkweigering. Klager werkte in de keuken in het
“klussenteam”en hij had aangegeven dat hij op de werkzaal wilde werken. Omdat klager last had van zijn knie is hem op de werkzaal direct passend werk aangeboden. De werkzaal bleek echter toch te druk voor klager gezien zijn problematiek. Hierover is
met
klager gesproken en er zou ander werk worden gezocht voor hem. Hij kon waarschijnlijk weer terug naar het klussenteam, maar hij moest dan wel een week op de werkzaal werken en een gesprek aangaan met de werkmeester van de keuken. Tijdens het gesprek
met
de werkmeester is klager weggelopen, terwijl volgens de directeur geen sprake was van een vijandige sfeer of iets dat tot escalatie had kunnen leiden. Het was geen verhit gesprek. De gebruikelijke straf voor werkweigering is drie dagen. Klager heeft
een
disciplinaire straf van één dag gekregen. Er is derhalve rekening gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden. Klager is vervolgens op de wachtlijst geplaatst. De directeur weet niet hoe dit is afgelopen. Het duurt meestal even voor gedetineerden
weer
in aanmerking komen voor het klussenteam.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit het schriftelijke verslag van 4 september 2012 volgt dat klager in het klussenteam werkte en heeft verzocht om op de werkzaal te mogen werken. Op de werkzaal is klager zittend werk aangeboden, omdat hij last had van zijn knie. De werkzaal vond
klager echter te druk. Aan klager is verteld dat hij opnieuw voor het klussenteam in aanmerking zou kunnen komen, maar dat hij dan eerst een week goed moest functioneren op de werkzaal en een gesprek moest aangaan met de werkmeester van de keuken. De
werkmeester van de werkzaal is daarop met klager naar de werkmeester van de keuken gegaan. Tijdens dit gesprek is klager weggelopen.

Onweersproken is dat klager op de werkzaal niet aan het werk is gegaan en dat hij is weggelopen bij het bovengenoemde gesprek met de werkmeesters terwijl geen sprake was van een verhit gesprek of een vijandige sfeer. Derhalve is de beroepscommissie van
oordeel dat de directeur in redelijkheid aan klager een disciplinaire straf van één dag opsluiting in een andere ruimte dan een strafcel, zonder televisie, heeft kunnen opleggen. De beroepscommissie tekent hierbij aan dat de directeur bij bepaling van
de hoogte van de straf rekening heeft gehouden met klagers persoonlijke omstandigheden nu de gebruikelijke straf voor werkweigering drie dagen opsluiting in eigen cel bedraagt. Gelet op het voorgaande zal het beroep van de directeur gegrond worden
verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd. Het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 21 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven