Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2890/GA, 21 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:21-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2890/GA

betreft: [klager] datum: 21 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie De Boschpoort Breda,

gericht tegen een uitspraak van 8 oktober 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde locatie, voor zover hiertegen beroep is ingesteld, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 december 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie De Boschpoort Breda.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de vermissing van klagers eigendommen na een interne overplaatsing buiten klagers aanwezigheid.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het beklag is gegrond verklaard omdat de ontruiming van klagers cel heeft plaatsgevonden buiten klagers aanwezigheid. Klagers eigendommen zijn zorgvuldig ingepakt door twee piw-ers. Zij hebben het ontruimingsverslag opgesteld en ondertekend. De
eigendommen staan zeer gespecificeerd vermeld op het ontruimingsverslag. De celontruiming is zorgvuldig en conform de regels verlopen.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat een gedetineerde verantwoordelijk is voor de hem toebehorende goederen die hij in de inrichting onder zich heeft. Deze verantwoordelijkheid gaat over op de directeur indien een gedetineerde niet zelf zijn cel kan
ontruimen. De ontruiming dient dan overeenkomstig de regels te geschieden. Die regels houden in dat de ontruiming door tenminste twee personeelsleden geschiedt, die daar een verslag van opmaken.
Vaststaat dat de directeur heeft besloten klager op 18 juli 2012 intern over te plaatsen en dat de celontruiming heeft plaatsgevonden buiten klagers aanwezigheid omdat hij op dat moment op transport was gegaan. In het dossier bevindt zich een
ontruimingsverslag van 18 juli 2012. Het ontruimingsverslag is opgemaakt en ondertekend door twee personeelsleden. Het is aannemelijk dat bovengenoemde regels in acht zijn genomen en dat de celontruiming zorgvuldig is verlopen. Bovendien blijkt uit de
beklagprocedure dat klager direct na zijn overplaatsing de mogelijkheid kreeg om te praten met het afdelingshoofd, maar dat klager dit niet heeft gedaan. Klager heeft direct na de overplaatsing niets aan het afdelingshoofd gemeld over vermissing van
eigendommen. Gezien deze omstandigheden oordeelt de beroepscommissie dat het beklag ongegrond is. Zij beslist dan ook als volgt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 21 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven