Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2415/GA, 21 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:21-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2415/GA

betreft: [klager] datum: 21 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 juli 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Zuid te Arnhem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 december 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, is klager gehoord.
De directeur van de locatie Zuid heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. Op 13 september 2012 en 11 december 2012 heeft de directeur inhoudelijk gereageerd op het beroep van klager. Een afschrift van de laatste
reactie is op 11 december 2012 naar klager verstuurd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van klagers trainingspak ter waarde van € 200,=.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager‘s Ajax-trainingspak wordt vermist. Dit opvallende trainingspak is via de bijzondere invoer per post ingevoerd door klagers ouders in november 2011. Klager heeft hiervoor eerst een formulier bijzondere invoer per post opgestuurd naar zijn ouders.
Klager heeft dit trainingspak gedragen in de locatie Zuid. Het personeel heeft daar nog grappen over gemaakt. Dit trainingspak heeft klager niet weggeven of geruild. Voor de overplaatsing naar de p.i. Krimpen aan den IJssel heeft klager een grote doos
op cel gekregen. Op 9 januari 2012, de dag van transport heeft klager ook een kleine doos gehad die hij zelf mocht meenemen op transport. Klager heeft toen bij het bad snel de kleine doos ingepakt en meegenomen. In de grote doos, die vervoerd is door
DV&O, heeft klager de overige spullen en het trainingspak gelaten. Deze doos was nog open toen klager wegging, want er was haast. Deze doos is op 18 januari 2012 verstuurd. In de p.i. Krimpen aan de IJssel kwam klager zijn spullen halen. De doos was
toen erg overdreven dichtgeplakt. De badmeester heeft dat ook opgemerkt. Toen heeft klager geconstateerd dat hij zijn trainingspak mist. Klager heeft zijn overige spullen en koffer wel ontvangen.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
Ter zitting van de beklagcommissie is de vrachtbrief overhandigd. De klacht hoort niet bij de locatie Zuid en er is geen verantwoordelijkheid in deze. Er zijn geen eigendommen van klager achtergebleven in de locatie Zuid. Hier is nogmaals onderzoek
naar
gedaan. Het kan kloppen dat klager zijn trainingspak in de grote doos heeft gedaan die later is nagezonden.
Op 18 januari 2012 is een doos en een koffer op transport gegaan. Op 30 januari 2012 is getekend voor ontvangst in de p.i. Krimpen aan den IJssel. Er is geen sprake geweest van bijzondere invoer. Zou dat wel zo zijn, dan zou zowel klager als diens
ouders een doordruk van de invoerbon moeten kunnen tonen.

3. De beoordeling
Vaststaat dat klager op 9 januari 2012 is overgeplaatst naar de p.i. Krimpen aan den IJssel. Eveneens staat vast dat klager een doos heeft meegenomen op transport en dat een doos is nagezonden op 18 januari 2012. De nagezonden doos is op 30 januari
2012
ontvangen in de p.i. Krimpen aan den IJssel. Daar heeft klager geconstateerd dat hij zijn trainingspak mist.
Gezien het verhandelde ter zitting acht de beroepscommissie het aannemelijk dat klager zijn trainingspak door zijn ouders via de post is ingevoerd. Eveneens acht de beroepscommissie het aannemelijk dat klager dit pak heeft ingepakt in de grote doos en
dat hij deze doos open heeft achtergelaten omdat hijzelf op transport moest. Daarnaast is het aannemelijk dat de nagezonden doos dichtgeplakt in de p.i. Krimpen aan den IJssel is aangekomen. Nu de nagezonden doos open was achtergebleven in de locatie
Zuid en dicht is aangekomen in de p.i. Krimpen aan den IJssel, acht de beroepscommissie het niet aannemelijk dat het trainingspak überhaupt is verzonden. Het verweer van de directeur over de verantwoordelijkheid van de vermissing gaat in deze niet op.
De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie dan ook vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren.
De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager. Nu klager heeft meegedeeld dat het hem niet te doen is om schadevergoeding maar om het principe zal de beroepscommissie geen schadevergoedingsaspecten in de
beslissing betrekken. De tegemoetkoming zal daarom worden vastgesteld op € 50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 21 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven