nummer: 12/3492/GA
betreft: [klager] datum: 21 december 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van het PPC locatie Maastricht,
gericht tegen een uitspraak van 24 oktober 2012 van de beklagcommissie bij voormeld PPC, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 13 december 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van het PPC locatie Maastricht.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat geen rekening wordt gehouden met het feit dat klager geen vis eet.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De maaltijden wordt aangeleverd door de leverancier die via een EU-aanbesteding is gekozen. De directeur heeft geen invloed op het menu. De maaltijden voldoen aan de normen en eisen die aan een gezonde maaltijd gesteld worden. Er is een
keuzemogelijkheid voor vegetarisch, normaal of halal. Een mogelijkheid voor een menu zonder vis is er niet. Het menu bevatte tweemaal per week vis. De maaltijden worden vaak voor twee of drie dagen aangeleverd. Gedetineerden kunnen onderling een
maaltijd ruilen. Het personeel werkt hieraan mee. Het is niet de bedoeling dat het personeel of de directeur dit formeel regelt. In een landelijk directeurenoverleg is met de leverancier afgesproken om gemiddeld één keer per week vis aan te bieden.
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft principieel bezwaar tegen het eten van vis. Vis wordt op industriële schaal gevangen en verwerkt. Er wordt wel rekening gehouden met het eten van aardappel of rijst. Klager wil dat ook rekening gehouden wordt met het niet eten van vis. Dit
moet formeel geregeld worden. Klager eet wel kip of ander vlees.
3. De beoordeling
Op grond van het bepaalde in artikel 44, eerste lid, van de Pbw, draagt de directeur de zorg voor (onder meer) de verstrekking van voeding aan de gedetineerden. Gezien het verhandelde ter zitting voldoet de directeur aan zijn zorgplicht. Het feit dat
in
het verleden tweemaal per week een maaltijd met vis werd aangeboden is niet in strijd met de wet en kan niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij heeft de beroepscommissie in overweging genomen dat de mogelijkheid bestaat om de
vismaaltijd te ruilen met een andere maaltijd en dat het personeel hieraan meewerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 21 december 2012
secretaris voorzitter