nummer: 12/2711/GA
betreft: [klager] datum: 10 december 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de locatie Sittard,
gericht tegen een uitspraak van 16 augustus 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 23 november 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Sittard, gehoord.
Klager is niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat klager niet onbegeleid, of zonder hem beperkende maatregelen (broekstok of handboeien) naar het ziekenhuis mag gaan.
De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur heeft wel een individuele belangenafweging gemaakt. Het hoofd van de medische dienst heeft aangegeven dat er geen medische redenen zijn om klager geen broekstok of handboeien om te doen. De DV&O rekent erop dat de directeur een
gedetineerde
voor transport aanbiedt met een beperkende maatregel. Het is bekend dat klager dergelijke maatregelen mensonterend vindt. Klager is vooraf geïnformeerd over de beslissing hem handboeien of een broekstok om te doen. Klager heeft aangegeven dat hij niet
wenst mee te werken met vrijheidsbeperkende middelen (broekstok of handboeien). Omdat het ziekenhuisbezoek op dat moment niet noodzakelijk was en deze middelen wel nodig zijn, is het transport niet doorgegaan. Er was geen sprake van een spoedgeval.
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Evenals de beklagrechter oordeelt de beroepscommissie dat aan het gebruik van een broekstok of handboeien ten behoeve van het vervoer een individuele afweging ten grondslag dient te liggen, waarbij de directeur per gedetineerde en per transport bepaalt
welke beperkende maatregelen noodzakelijk zijn. Gelet op het verhandelde ter zitting overweegt de beroepscommissie dat de directeur in dit geval een zorgvuldige belangenafweging heeft gemaakt. Zo is rekening gehouden met het feit dat klager niet wenste
mee te werken aan vrijheidsbeperkende middelen, is navraag gedaan bij de medische dienst of sprake was van een medische contra-indicatie tegen het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen en of er sprake was van een spoedgeval voor een
ziekenhuisbezoek,
welke vragen ontkennend zijn beantwoord. De beroepscommissie zal het beroep dan ook gegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, J.M.L. Pattijn MSM en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 10 december 2012
secretaris voorzitter