Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2155/GA, 6 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:06-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2155/GA

betreft: [klager] datum: 6 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.R. Koenders, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 juni 2012 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 november 2012, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager en G. van der Weerden, plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Vught. Als toehoorder was aanwezig [...], stagiaire bij de p.i. Vught.
Klagers raadsman,
mr. B.R. Koenders, heeft op 18 oktober 2012 schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. Om die reden heeft de raadsman verzocht om aanhouding van de behandeling van het beroep.
Op 14 november 2012 heeft de directeur maandrapportages toegezonden aan het secretariaat van de Raad. Deze rapportages zijn ter kennisneming toegezonden aan klager en zijn raadsman.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de aan klager opgelegde toezichtmaatregelen in verband met zijn plaatsing op de lijst van gedetineerden met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM-lijst), met het profiel ‘hoog’, in de periode van 4 mei 2012 tot 4 juni 2012.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De directeur heeft de aan klager opgelegde toezichtmaatregelen per
3 mei 2012 met één maand verlengd. De directeur dient maandelijks een belangenafweging te maken omtrent de voortduring van de noodzaak van de maatregelen. Onvoldoende is gebleken dat de directeur een eigen belangenafweging heeft gemaakt. De directeur
heeft geen informatie ingewonnen bij het GRIP over de actuele status van klager, terwijl klager openheid van zaken heeft gegeven aan de directeur. Bij elke verlenging werd verwezen naar de aanvankelijke aanleiding tot plaatsing op de GVM-lijst en de
eerste oplegging van de maatregelen. In de schriftelijke mededeling van de beslissing staat dat uit informatie blijkt dat klager in detentie crimineel handelen voortzet. Echter, onduidelijk is waaruit die informatie bestaat en waaruit blijkt dat klager
crimineel handelen voortzet. Uit het op 23 mei 2012 opgestelde rapport met nieuwe GRIP-informatie blijkt dat de KLPD van oordeel is dat er nog steeds sprake is van voortgezet crimineel handelen. Enige feitelijke onderbouwing van deze conclusie
ontbreekt
evenwel. Bij het ontbreken van een feitelijke onderbouwing van de voorzetting van crimineel handelen, dient de belangenafweging uit te vallen in het voordeel van klager. Verzocht wordt het beroep gegrond te verklaren en klager een financiële
tegemoetkoming toe te kennen.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Voorafgaande aan elke verlenging van de maatregelen is door de directeur een belangenafweging gemaakt. Klager is maandelijks besproken in zowel het
Multi Disciplinair Overleg als in het overleg van het bureau interne veiligheid. Het bureau interne veiligheid controleert wat er aan post en telefoongesprekken in de inrichting in- en uitgaat. De resultaten hiervan, in combinatie met klagers gedrag op
de afdeling – klager gebruikt in zijn telefoongesprekken en brieven schuilnamen en gecodeerde taal en ontwijkt vragen van de directeur hierover – zijn voldoende reden geweest voor verlenging van de maatregelen. Maandelijks wordt op basis van recente
informatie beslist. Wil een maatregel worden beëindigd, dan moeten er duidelijke veranderingen zichtbaar zijn, hetgeen bij klager op dat moment niet het geval was. De informatie omtrent voortgezet crimineel handelen haalt de inrichting uit de door
klager gepleegde telefoongesprekken en klagers post. Deze informatie wordt alleen in bijzondere omstandigheden teruggekoppeld naar het GRIP. Desgevraagd antwoordt de directeur dat er rapportages bestaan waaruit blijkt dat er noodzaak bestond om de
maatregelen te verlengen. De directeur zal deze rapportages toesturen aan het secretariaat van de Raad.

3. De beoordeling
Klagers raadsman heeft verzocht om aanhouding van de behandeling van het beroep. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en ziet geen aanleiding voor aanhouding van de behandeling van het beroep. Het daartoe
strekkende verzoek wordt daarom afgewezen.

Klager is op de GVM-lijst geplaatst, vanwege het vermoeden dat hij crimineel handelen in detentie voortzet. Dit handelen bestaat (volgens het GRIP en de directeur) uit het telefonisch en schriftelijk onderhouden van contacten met bepaalde personen –
die
op enigerlei wijze zijn betrokken bij activiteiten die verband houden met klagers veroordeling (de heer H. en mevrouw L.) –, aan wie klager opdrachten geeft en met wie hij in ‘codetaal’ spreekt en schrijft. De directeur heeft in verband met klagers
plaatsing op de GVM-lijst aan klager toezichtmaatregelen opgelegd en deze maatregelen worden door de directeur telkens verlengd. Het beklag is gericht tegen de verlenging van de maatregelen in de periode van 4 mei tot
4 juni 2012.

De directeur kan, indien dit noodzakelijk is in verband met de orde en veiligheid in de inrichting, aan een gedetineerde die is geplaatst op de GVM-lijst toezichtmaatregelen opleggen. Alvorens hiertoe te beslissen dient de directeur een eigen
belangenafweging te maken, onderbouwd met schriftelijke verslaglegging en getoetst op basis van ook voor de gedetineerde voldoende inzichtelijke criteria. De enkele verwijzing naar de plaatsing van een gedetineerde op de GVM-lijst volstaat niet. Uit de
schriftelijke mededeling van de beslissing van 3 mei 2012 blijkt dat de directeur zijn beslissing, naast klagers plaatsing op de GVM-lijst, heeft gebaseerd op informatie waaruit blijkt dat klager zijn criminele handelingen in detentie nog steeds
voorzet. De directeur heeft, op verzoek van de beroepscommissie, maandrapportages overgelegd die worden opgemaakt van klagers gedrag op de afdeling. Uit hetgeen de directeur ter zitting heeft aangevoerd en de maandrapportage die is opgemaakt over de
periode tot en met 25 april 2012, maakt de beroepscommissie op dat klager in de maand voorafgaande aan het moment waarop de bestreden beslissing is genomen zowel telefonisch als per post contact heeft gezocht met bovengenoemde personen, hetgeen reden
is
geweest voor zijn plaatsing op de GVM-lijst. Gelet hierop acht de beroepscommissie het voldoende aannemelijk dat de directeur voorafgaande aan zijn beslissing een belangenafweging heeft gemaakt, die is gebaseerd op recente informatie. Op basis van die
informatie heeft de directeur in redelijkheid kunnen beslissen de in de beslissing genoemde toezichtmaatregelen aan klager op te leggen, waarbij de beroepscommissie opmerkt dat de directeur niet meer maatregelen heeft opgelegd dan noodzakelijk is in
verband met het uitoefenen van toezicht op klagers contacten. Gelet op het vorenstaande kan de bestreden beslissing van de directeur niet worden aangemerkt als onredelijk en onbillijk. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard en de uitspraak
van de beklagcommissie zal met aanvulling van de gronden worden bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 6 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven