Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2817/JM, 5 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:05-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2817/JM

betreft: [klager] datum: 5 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 57 van het Reglement justitiële jeugdinrichtingen (Rjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren [1992],verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de tandarts en/of de medische dienst verbonden aan de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Het Keerpunt te Cadier en Keer,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 27 augustus 2012 van de bemiddeling door de tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 november 2012, gehouden in de j.j.i. De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist is klager gehoord.

De inrichtingstandarts heeft schriftelijk meegedeeld verhinderd te zijn om ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de tandheelkundig adviseur van 10 juli 2012, betreft de onjuiste behandeling door de inrichtingstandarts en/of de medische dienst.

2. De standpunten van klager en de tandarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht.
Hij had een gaatje in zijn kies en de tandarts heeft te diep geboord. Hij heeft last gehad en een tijd later was zijn vulling los. Zijn kies is opnieuw gevuld. Hij heeft twee tot drie weken moeten wachten voordat hij door de medische dienst is
doorgestuurd. Zijn wang was toen al dik. Hij kreeg het advies van de medische dienst om tandpasta op de pijnlijke plek te smeren. Zijn kies was ontstoken. Klager is naar de kaakchirurg doorgestuurd en die heeft zijn kies alsnog getrokken. De
inrichtingstandarts heeft sowieso een fout gemaakt. Hij heeft de kies gevuld en een week later had klager een ontsteking. Klager gaat er dan vanuit dat de inrichtingstandarts de kies niet goed heeft gevuld. De klacht is gericht tegen het handelen van
de
inrichtingstandarts en de medische dienst. Klager heeft zoveel pijn gehad. Hij heeft geen vertrouwen meer in de tandarts. De inrichtingstandarts vulde supersnel, binnen twee minuten, een kies. Vier tot vijf vullingen zijn er al uitgevallen. Hij zou het
liefst een nieuwe kies krijgen.

De inrichtingstandarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
In 2011 is klagers kies, een ernstig aangetaste molaar, gevuld. Na enige tijd is de kies gaan opspelen. In overleg met klager heeft de inrichtingstandarts zijn uiterste best gedaan om deze kies te behouden en een zenuwbehandeling uitgevoerd. Klager is
uitgelegd dat deze kies is gedevitaliseerd. Er was een ontsteking aan de wortel ontstaan. De klachten gingen over, maar kwamen weer terug. In overleg met klager en de medische dienst is beslist om klager door te sturen naar de kaakchirurg voor een
apexresectie. Bij de kaakchirurg bleek dat er een breuk in de wortel van de kies zat, met als enige mogelijke therapie, een extractie.. Bij de kaakchirurg heeft vervolgens een extractie plaatsgevonden.

3. De beoordeling
Uit artikel 55, eerste lid, van de Rjj volgt dat een jeugdige een beroepschrift kan indienen tegen het medisch handelen van de inrichtings(tand)arts en dat met de inrichtings(tand)arts wordt gelijkgesteld de verpleegkundige.

In artikel 55, tweede lid, van de Rjj is de term medisch handelen omschreven.
Deze omschrijving is bepalend voor de beoordeling door de beroepscommissie van het handelen waartegen de klacht is gericht.
De beroepscommissie kan een klacht gegrond verklaren als sprake is van
a. enig handelen of nalaten dat in strijd is met de zorg die de inrichtings(tand)arts in die hoedanigheid behoort te betrachten ten opzichte van de jeugdige, met betrekking tot wiens gezondheidstoestand hij bijstand verleent of zijn bijstand is
ingeroepen, of
b. enig ander handelen of nalaten dat in strijd is met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg.

De beroepscommissie overweegt dat op grond van de stukken, waaronder röntgenfoto’s, en de behandeling ter zitting volgt dat het handelen van de inrichtingstandarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 55, tweede lid, van de Rjj
neergelegde norm. De beroepscommissie is van oordeel dat de inrichtingstandarts datgene heeft gedaan wat mogelijk was en getracht heeft om aan klager duidelijk te maken wat er aan de hand was met zijn kies en welke stappen er werden ondernomen.
Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.
De beroepscommissie is voorts van oordeel dat klager, die zich met herhaalde ernstige pijnklachten/een ontsteking (opnieuw) tot de medische dienst wendde eerder dan na een paar weken zonder enige medische behandeling/verwijzing door de medische dienst
doorgestuurd had dienen te worden naar de inrichtingstandarts. Zij zal derhalve het beroep voor zover dit is gericht tegen het handelen van de medische dienst gegrond verklaren en aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 25,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep voor wat betreft het handelen van de inrichtingstandarts ongegrond en voor zover gericht tegen het handelen van de medische dienst gegrond. Zij stelt de aan klager ten laste van de j.j.i. Het Keerpunt toekomende
tegemoetkoming vast op € 25,=.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, dr. H.J.P. Kroeze en prof. dr. Th.A.H. Doreleijers, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 5 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven