Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2609/GA, 5 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:05-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 12/2609/GA

betreft: [klager] datum: 5 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn,

gericht tegen een uitspraak van 13 augustus 2012 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 november 2012, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, is de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Alphen aan den Rijn, [...], gehoord.
Klager heeft schriftelijk laten weten niet op de zitting aanwezig te zullen zijn.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de ontzegging tot de toegang van de inrichting van een drietal nader bij naam genoemde bezoekers van klager, voor de duur van drie maanden.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en een tegemoetkoming van € 15,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Een medegedetineerde van klager, de heer S., kreeg tijdens het bezoekmoment drugs overhandigd. S. weigerde mee te lopen
naar de visitatieruimte waardoor er onrust ontstond in de bezoekzaal. Vooral de bezoekers van klager probeerden de boel op te stoken. In de bezoekzaal waren ook bezoekers van andere gedetineerden, waaronder kinderen, aanwezig. Klager speelde echter
zelf
geen rol bij het incident, zodat er op zijn naam geen rapport is opgemaakt. Het rapport stond op naam van S. Dit is dan ook waarschijnlijk de reden dat er geen rapport is overgelegd bij de zitting van de beklagcommissie. In het rapport op naam van S.
staat duidelijk omschreven dat de bezoekers van klager zich zeer vervelend hebben gedragen. Ook zijn in dat rapport de namen van de betreffende bezoekers genoemd. De betreffende bezoekers hebben een brief ontvangen waarin zij zijn geïnformeerd over de
ontzegging van de toegang tot de inrichting.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit het schriftelijke verslag op naam van S. volgt - voor zover hier van belang - dat een bezoeker van S. heeft geprobeerd om tijdens het bezoekmoment drugs aan S. over te dragen. Vervolgens is er een discussie tussen S. en het personeel ontstaan.
Omdat
S. een gevechtshouding aannam en er werd gevreesd dat het uit de hand zou lopen, is alarm geslagen. Bezoekers begonnen zich ermee te bemoeien en vooral de bezoekers van klager probeerden om de boel op te stoken. Verder volgt uit het verslag dat de
bezoekers van klager het personeel hebben uitgescholden. De namen van de betreffende bezoekers staan in het verslag vermeld. De beroepscommissie is van oordeel dat de directeur, gelet op hetgeen volgt uit het schriftelijke verslag, voldoende
aannemelijk
heeft gemaakt dat de bezoekers van klager de orde, rust en veiligheid in de inrichting ernstig hebben verstoord. Derhalve kon de directeur in redelijkheid beslissen de betreffende bezoekers de toegang tot de inrichting voor de duur van drie maanden te
ontzeggen. Het beroep van de directeur zal dan ook gegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd. Het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. dr. H.K. Fernandes Mendes, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 5 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven