Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1515/GA, 19 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:19-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1515/GA

betreft: [klager] datum: 19 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Sittard,

gericht tegen een uitspraak van 7 mei 2012 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 oktober 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, zijn [...], vestigingsdirecteur van p.i. Limburg Zuid, en
[...], juridisch medewerker bij voormelde p.i., gehoord.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens het agressief benaderen van het personeel toen hij werd aangesproken op het veroorzaken van geluidsoverlast.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en aan klager een financiële tegemoetkoming toegekend van € 15,00.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verbleef in een meerpersoonscel. De daarin verblijvende medegedetineerde heeft de schuld van het onderhavige voorval op zich willen nemen. Uit de melding van de dienstdoende medewerkers wordt voldoende duidelijk dat beiden verbaal agressief
waren. Er is alleen een melding gemaakt, omdat de tijdens de nachtelijke uren dienstdoende beveiligingsmedewerkers geen gebruik kunnen maken van het geautomatiseerde systeem waarin verslagen gedurende de dag worden opgemaakt. De directeur gaat er wel
vanuit dat aan klager en zijn medegedetineerde verslag is aangezegd.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Anders dan de beklagcommissie heeft overwogen, te weten dat klagers celgenoot zou hebben toegegeven dat hij (de celgenoot) degene was die verbaal agressief was jegens de p.i.w.-er en dat dit door de directeur niet is weerlegd, acht de beroepscommissie
voldoende aannemelijk geworden dat klager en zijn celgenoot beiden verbaal agressief zijn geweest jegens de beveiligingsmedewerkers. Hetgeen daaromtrent in de melding van 10 april 2012 staat vermeld, is daarvoor voldoende duidelijk. Dit gedrag kan een
disciplinaire straf als opgelegd door de directeur rechtvaardigen.

Van het betreffende voorval is evenwel geen verslag opgemaakt, doch er is een zogenaamde melding gedaan. Uit die melding blijkt niet of de beveiligingsmedewerkers klager een zogenaamde aanzegging hebben gedaan en er blijkt evenmin uit dat zij tot het
opmaken van een verslag en het aanzegging daarvan bevoegd waren. Indien van een voorval tijdens (bijvoorbeeld) de nachtdienst niet onmiddellijk verslag kan worden opgemaakt, dient dat verslag – na de aanzegging tijdens de nachtelijke uren – alsnog op
het eerstmogelijke moment te worden opgemaakt door daartoe bevoegde personeelsleden. Nu dit niet is gebeurd en op grond van het bepaalde in artikel 50, eerste en tweede lid, van de Pbw, geen disciplinaire straf kan worden opgelegd dan nadat (bevoegd)
verslag is opgemaakt en aangezegd, moet worden geoordeeld dat de bestreden beslissing van de directeur in strijd is met de wet. Het beroep van de directeur is daarom ongegrond en de uitspraak van de beklagcommissie zal – met wijziging van de gronden –
worden bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 19 novmeber 2012

secretaris voorzitterv

Naar boven