Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3682/SGA, 23 november 2012, schorsing
Uitspraakdatum:23-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3682/SGA

Betreft: [klager] datum: 23 november 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. H. Klein Hesselink, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Torentijd te Middelburg.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 21 november 2012, inhoudende de oplegging van een ordemaatregel van
plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel voor de duur van zeven dagen, ingaande op 21 november 2012 om 13.00 uur en eindigend op 28 november 2012 om 13.00 uur, wegens het vertonen van zodanig gedrag, dat daardoor
de
orde rust en veiligheid op de leefafdeling ernstig wordt verstoord.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift en van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 23 november 2012.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Verzoekers gedrag heeft geleid tot een voorstel voor overplaatsing naar een PPC. In afwachting daarvan verblijft verzoeker in afzondering. Naar
het
voorlopig oordeel van de voorzitter kon de directeur in redelijkheid beslissen, daarbij gelet op het door de directeur vermelde gedrag van verzoeker, om de onderhavige ordemaatregel op te leggen. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 23 november 2012.

secretaris voorzitter

Naar boven