Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2703/GB, 28 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:28-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2703/GB

Betreft: [klager] datum: 28 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 augustus 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de locatie Zuid te Arnhem ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 1 maart 2002 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 1. Op 26 juli 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Zuid, op de afdeling Extra Zorg Voorziening (EZV-afdeling).

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil het verzoek graag mondeling toelichten. Klager is het niet eens met zijn overplaatsing naar de locatie Zuid om de volgende redenen.
- Klager meent dat er geen sprake is van een conflictsituatie. Klager heeft in 2011 een beklag ingediend inzake een bij hem afgenomen urinecontrole. De medische dienst heeft bij deze urinecontrole fouten gemaakt en aan de directeur is onjuiste
informatie verschaft. Klager wilde juist geen conflictsituatie met de medische dienst creëren. De reden voor het beklag was gelegen in het vaststellen van de problematiek, zodat een herhaling van een dergelijk incident voorkomen kan worden.
- Klager heeft het recht om beklag in te dienen. Het indienen van een beklag mag geen reden vormen voor overplaatsing.
- De selectiefunctionaris heeft in de bestreden beslissing gesteld dat de werkrelatie tussen klager en het personeel van de locatie Zwolle Zuid 1 als zodanig ontwricht moet worden beschouwd dat overplaatsing noodzakelijk is om verdere escalatie
te
vermijden. De selectiefunctionaris heeft deze stelling niet onderbouwd en er wordt niet duidelijk gemaakt waarom geen oplossing kan worden gevonden met de medische dienst / de directie.
- Klager heeft gevraagd om een andere huisarts en dat verzoek is in januari 2012 gehonoreerd. De bij het incident betrokken verpleegster werkt inmiddels op een andere afdeling. De relatie tussen klager en de huisarts is goed.
- In de locatie Zwolle Zuid 1 was een situatie ontstaan waarin klager geen klachten meer ondervond met betrekking tot migraine, allergie, urinecontroles of hartproblemen. Klager meent derhalve dat er geen conflict meer is over deze kwesties.
- Klager heeft niet gedreigd met een appel op de medische tuchtraad. Klager heeft aan de directeur en de beklagcommissie kenbaar gemaakt dat hij in gesprek wil over de nalatigheid van de huisarts en de medische dienst. Klager heeft zich tot de
beklagcommissie gewend, omdat de directeur geen actie heeft willen ondernemen.
- Uit een schrijven van klager blijkt er diverse incidenten zijn geweest in de locatie Zuid. Klager heeft derhalve geen vertrouwen in een juiste handelswijze van de medische dienst in de locatie Zuid.
- Klager verblijft inmiddels op de op de EZV-afdeling van de locatie Zuid. De EZV-afdeling is aangemerkt als huis van bewaring (h.v.b.) met alle daarbij behorende beperkingen. De impact van de verzwaarde omstandigheden op klagers gezondheid is
groot. De locatie Zuid is de vijfde inrichting waarin klager verblijft en intern is hij 21 keer overgeplaatst. Hij heeft in totaal 5,5 jaar op een inkomstenafdeling of in een h.v.b. verbleven. Na deze langdurige verzwaarde detentiesituatie is er reden
om klager in een milder regime te plaatsen. Klager verzoekt de beroepscommissie te oordelen dat hij voor een milder regime in aanmerking dient te komen, waarbij aan elektronisch toezicht moet wordt gedacht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De directeur van de locatie Zwolle Zuid 1 heeft verzocht klager over te plaatsen naar een andere inrichting. Klager heeft medische begeleiding nodig en de werkrelatie tussen klager en de medische dienst van de locatie Zwolle Zuid 1 was dusdanig
verstoord dat een langer verblijf van klager in de locatie Zwolle Zuid 1 ongewenst was. De selectiefunctionaris was ervan op de hoogte dat klager eerder in de locatie Zuid heeft verbleven. De selectiefunctionaris heeft echter geen belemmeringen voor
een
plaatsing in de locatie Zuid aangetroffen en hem is niets bekend over eerdere traumatische ervaringen die klager zou hebben ondervonden in de locatie Zuid. De locatie Zuid heeft aangegeven dat er behoudens het klaaggedrag van klager geen bijzonderheden
bekend zijn over klager.

4. De beoordeling
4.1. Klager wil zijn beroep graag mondeling toelichten. Nu onvoldoende gemotiveerd is waarom klager zijn beroep mondeling wil toelichten en de beroepscommissie zich voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen, wijst de beroepscommissie
het
verzoek af.

4.2. De selectiefunctionaris heeft klager overgeplaatst naar de locatie Zuid, omdat de werkrelatie tussen klager en de medische dienst van de locatie Zwolle Zuid 1 dusdanig verstoord was dat een langer verblijf van klager in de locatie Zwolle Zuid 1
ongewenst was. Uit het selectieadvies van 16 juli 2012 blijkt dat klager een aantal klachten heeft geuit over de medische dienst in de locatie Zwolle Zuid 1. De directeur van de locatie Zwolle Zuid 1 heeft deze klachten onderzocht en uit dit onderzoek
zijn geen bijzonderheden naar voren komen. Klager was het daar niet mee eens en hij heeft vervolgens gedreigd het medisch tuchtcollege in te schakelen. Door deze gebeurtenissen is volgens de directeur van de locatie Zwolle Zuid 1 een onwerkbare
situatie
ontstaan. De door klager geuite klachten en de resultaten van het door de directeur uitgevoerde onderzoek zijn echter niet nader gespecificeerd. Bovendien kan het enkele dreigen met het inschakelen van het medisch tuchtcollege geen grond vormen voor
overplaatsing. De beroepscommissie is derhalve van oordeel dat de selectiefunctionaris deze gebeurtenissen niet zonder nadere motivering ten grondslag had mogen leggen aan de bestreden beslissing. Om deze reden dient de beslissing van de
selectiefunctionaris wegens een gebrekkige motivering te worden vernietigd, hetgeen tot een gegrondverklaring van het beroep dient te leiden. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze
uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.
J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 28 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven