nummer: 12/2893/GV
betreft: [klager] datum: 27 november 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 15 augustus 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft een duurzame relatie met zijn partner en hij is de vader van het pasgeboren kindje.
Klager heeft niet gebruikt in detentie, de positieve score komt waarschijnlijk door het sporten of iets anders.
Overigens vindt klager het merkwaardig dat de directeur de beslissing nam ten aanzien van zijn verzoek om incidenteel verlof om bij de bevalling te zijn, en dat de selectiefunctionaris de beslissing neemt ten aanzien van het kraambezoek.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager kan geen officiële documenten overleggen waaruit blijkt dat hij de vader is van het kindje. Evenmin heeft hij kunnen aantonen dat hij een duurzame relatie met de moeder van het kindje heeft. Zo staan zij niet ingeschreven op hetzelfde adres. Ten
aanzien van het vermeende drugsgebruik wordt klager het voordeel van de twijfel gegeven.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van het huis van bewaring Zwaag heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag omdat de relatie met de vriendin en het vaderschap niet zijn aangetoond.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Amsterdam en de politie hebben beide positief geadviseerd.
3. De beoordeling
Klager ondergaat gevangenhouding ter zake van onder meer diefstal.
Op grond van artikel 26 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting kan incidenteel verlof worden verleend voor een kraambezoek aan de levenspartner van de gedetineerde en het pasgeboren kind. Artikel 1 onder i. van de Regeling bepaalt dat
onder levenspartner dient te worden verstaan de echtgenoot van de gedetineerde, alsmede de persoon met wie een aantoonbaar duurzaam samenlevingsverband wordt onderhouden daterend van vóór de aanvang van de detentie. Niet is aangetoond of gebleken dat
betrokkenen vóór de detentie duurzaam hebben samengewoond. Reeds hierom dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 27 november 2012
secretaris voorzitter