Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2682/GB, 26 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:26-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2682/GB

Betreft: [klager] datum: 26 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. S. Schuurman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 augustus 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 7 juni 2012 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de p.i. Krimpen aan den IJssel.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De familie van klager woont in de nabijheid van Utrecht en het is onmogelijk voor hen om op bezoek te gaan. Naar aanleiding van de medische stukken aangaande de moeder van klager is ten
onrechte beoordeeld dat de belangen van klager onvoldoende zwaarwegend zijn. Klager heeft ruim drie maanden geen bezoek gehad.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is gedetineerd voor het parket Den Haag en in slechts zeer bijzondere omstandigheden wordt er overgegaan tot overplaatsing naar een inrichting die
verder
weg ligt van het parket van insluiting. De medisch adviseur van het Bureau Individuele Medische Advisering (BIMA) adviseert negatief over de medische gegevens die ter onderbouwing van de ernst van de ziekte van de moeder van klager zijn overgelegd.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als veroordeelde in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De beroepscommissie stelt voorop dat bezoekproblemen inherent zijn aan het ondergaan van detentie en dat zij, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium vormen. Aangezien klager om overplaatsing verzoekt in verband met het
ontvangen van bezoek van, onder meer zijn zieke moeder, is advies gevraagd aan het BIMA. Mede gelet op het advies van de medisch adviseur van het BIMA dat er op basis van de medische gegevens van klagers moeder onvoldoende medische redenen tot
overplaatsing bestaan, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve
ongegrond
worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden,
in tegenwoordigheid van A. Sinan, secretaris, op 26 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven