Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1767/GA en 12/1851/GA, 12 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:12-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1767/GA en 12/1851/GA

betreft: [klager] datum: 12 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. J. Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraken van 30 mei 2012 en 6 juni 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuwegein,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 augustus 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Nieuwegein. Klagers raadsvrouw,
mr. J. Serrarens, heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Van het verhandelde ter zitting is op verzoek van klagers raadsvrouw een verslag opgemaakt. Dit verslag is op 31 augustus 2012 naar klager, zijn raadsvrouw en de directeur verzonden en zij zijn in de gelegenheid gesteld om op hierop te reageren.
Klagers
raadsvrouw en de directeur hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag met beklagnummer NM 2012/300 (beroep bekend onder kenmerk 12/1767/GA) betreft:
a. het feit dat klager door de invoering van het Telio-systeem slechts voor een gelimiteerd bedrag per week beltegoed kan aanschaffen;
b. het feit dat klager door de invoering van het Telio-systeem geen 0800/0900-nummers kan bellen, waardoor hij niet kan bellen naar onder andere de Nationale ombudsman en de belastingtelefoon, en dat klager niet meer collect call dan wel met
commerciële belkaarten kan bellen;
c. het feit dat door de invoering van het Telio-systeem alle telefoongesprekken die klager voert worden opgenomen, dus ook de telefoongesprekken die klager met zijn advocaten voert;
d. het feit dat klager na de invoering van het Telio-systeem, ondanks daartoe meermalen te hebben verzocht, geen beltarievenoverzicht verstrekt heeft gekregen.

Het beklag met beklagnummer NM 2012/315 (beroep bekend onder kenmerk 12/1851/GA) betreft hetzelfde beklagonderwerp als het beklag met beklagnummer NM 2012/300.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten aanzien van het beklag onder a. is het volgende aangevoerd.
Op grond van de Europese Aanbestedingswet heeft de overheid de telefonie in penitentiaire inrichtingen aangeboden aan een Duits bedrijf (Telio). Om die reden zijn de Europese wetgeving en de in Nederland geldende verdragen, waaronder de European Prison
Rules, van toepassing. Op grond van artikel 24.1 van de European Prison Rules moeten gedetineerden zo vaak als mogelijk in de gelegenheid worden gesteld om te bellen met personen en instanties buiten de inrichting. Door de invoering van het
Telio-systeem kunnen gedetineerden slechts voor een gelimiteerd bedrag van € 50,= per week beltegoed aanschaffen. Dit is in strijd met alle regels en verdragen. In de p.i. Nieuwegein verblijven veel buitenlandse gedetineerden die met hun advocaat in
het
buitenland moeten bellen. Een gedetineerde die regelmatig moet bellen met zijn advocaat (of familie) in het buitenland besteedt al snel meer dan € 50,= per week aan telefoonkosten. Op deze wijze wordt aan gedetineerden het recht op een eerlijke
verdediging ontnomen. Klager brengt naar voren dat voor hem een uitzondering is gemaakt, in die zin dat het hem is toegestaan om wekelijks voor een bedrag van € 100,= beltegoed aan te schaffen. Echter, ook € 100,= per week gaat snel op, omdat klager
regelmatig moet bellen met zijn advocaten in Zweden. Bovendien is de mogelijkheid van verhoging van het wekelijks belbedrag bij veel gedetineerden onbekend. De directeur had deze regel in de huisregels moeten opnemen. Onder het oude telefoonsysteem
(KPN) kon een gedetineerde zoveel telefoonkaarten kopen als hij zelf wilde. Bovendien was het mogelijk om met cobrakaarten, die gedetineerden van hun familie buiten de inrichting konden ontvangen, te bellen. De stelling van de directeur dat voor de
invoering van het Telio-systeem ook een limiet bestond voor het bellen, in die zin dat gedetineerden niet meer dan een bepaald bedrag aan telefoonkaarten in hun bezit mochten hebben, is onjuist. Voorheen mochten gedetineerden € 150,= per week uitgeven,
waardoor gedetineerden voor € 150,= aan telefoonkaarten konden aanschaffen.
Ten aanzien van het beklag onder b. is het volgende aangevoerd.
Veel advocatenkantoren, maar ook andere instanties zoals de Nationale ombudsman en de belastingtelefoon, maken gebruik van 0800/0900-nummers. Door de invoering van het Telio-systeem kunnen gedetineerden geen 0800/0900-nummers meer bellen. Daardoor
kunnen gedetineerden niet meer gratis bellen met hun advocaten, hetgeen een inbreuk vormt op hun recht op een eerlijke verdediging. Daarnaast is het door de invoering van het Telio-systeem niet meer mogelijk om collect call te bellen. Onder het oude
telefoonsysteem konden gedetineerden wel collect call bellen en ook het bellen naar 0800/0900-nummers was mogelijk. Klagers recht om te telefoneren wordt door de invoering van het Telio-systeem geschonden. De beklagrechter heeft ten onrechte slechts
verwezen naar de wetstekst van artikel 39 Pbw. In 99/375/GA heeft de beroepscommissie geoordeeld dat in het algemeen veertig minuten per week bellen als voldoende mag worden beschouwd om familiecontacten te kunnen onderhouden. Volgens de European
Prison
Rules moeten gedetineerden zo vaak als mogelijk de gelegenheid krijgen om te bellen. Doordat gedetineerden bij het Telio-systeem niet meer 0800-0900-nummers, collect call en met een cobrakaart kunnen bellen, wordt het bellen duurder en kunnen zij
minder
bellen dan voorheen. Uit navraag bij KPN is gebleken dat de stelling van de directeur, dat het niet mogelijk is om toezicht uit te oefenen op gesprekken indien een gedetineerde een 0800/0900-nummer of collect call belt, onjuist is. Bovendien moet een
gedetineerde, indien hij collect call belt, zijn naam en het nummer waarmee hij wenst te bellen doorgeven. Daardoor is het juist wel mogelijk om toezicht uit te oefenen. De reden dat Telio geen collect call gesprekken mogelijk maakt is dan ook een
andere: KPN staat het Telio niet toe om collect call aan te bieden. Het Telio-systeem is niet geschikt om in de Nederlandse inrichtingen te worden gebruikt. Op de mededeling van de directeur dat er een zogenaamde ‘witte lijst’ bestaat van
0800/0900-nummers die wel gebeld kunnen worden, geeft klager te kennen dat hij dit nu pas voor het eerst hoort en dat hij nooit een dergelijke lijst, ondanks een herhaald verzoek daartoe, verstrekt heeft gekregen. Pas na de zitting van 27 augustus 2012
is het ‘plotseling’ mogelijk om de Nationale ombudsman te bellen. Dit was tot daarvoor onmogelijk. Klager is ervan overtuigd dat een ‘witte lijst’ van 0800/0900-nummers niet voor gedetineerden in de inrichting beschikbaar is.
Ten aanzien van het beklag onder c. is het volgende aangevoerd.
Alle gesprekken die gedetineerden met Telio-toestellen voeren worden automatisch opgenomen. Ook de gesprekken die gedetineerden voeren met geprivilegieerde personen worden dus opgenomen. Dit is in strijd met artikel 39, tweede en vierde lid, van de
Pbw.
In de toelichting op het Besluit toezicht telefoongesprekken justitiële inrichtingen (zie ook artikel 23a Pm) staat dat een inrichting aparte telefoontoestellen ter beschikking moet stellen voor gesprekken met geprivilegieerde contacten. De inrichting
en Telio bieden geen aparte telefoontoestellen aan voor gesprekken met geprivilegieerde personen. Dit is in strijd met de wet. Uit de overgelegde brief van 29 december 2011 blijkt dat tussen de Nederlandse Orde van Advocaten en het Ministerie van
Veiligheid en Justitie is afgesproken dat gesprekken tussen advocaten en gedetineerden niet worden opgenomen. Het hoofd beveiliging heeft meegedeeld dat wordt gewerkt met een zogenaamde ‘witte lijst’, waardoor gesprekken met advocaten die op die lijst
staan niet worden opgenomen. Er is gevraagd naar een kopie van die lijst, maar die heeft klager nooit ontvangen. Daaruit kan worden geconcludeerd dat een dergelijke ‘witte lijst’ niet bestaat. Naar aanleiding van de mededeling van de directeur dat de
Nederlandse Orde van Advocaten aan het eind van het jaar komt met een ‘witte lijst’ waarop de nummers van Nederlandse advocaten staan vermeld, wordt opgemerkt dat dit geen oplossing biedt voor telefoongesprekken met buitenlandse advocaten. Het feit dat
het systeem van nummerherkenning nog niet werkt kan niet rechtvaardigen dat alle gesprekken thans worden opgenomen. Zolang het systeem van nummerherkenning nog niet werkt moeten gedetineerden met aparte telefoontoestellen, waarmee de gesprekken niet
worden opgenomen, naar advocaten kunnen bellen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wel in de Stadsgevangenis in Rotterdam. Indien blijkt dat een gesprek met een geprivilegieerd persoon is opgenomen, moet dit gesprek terstond worden gewist. Er kan op geen enkele
wijze worden vastgesteld dat deze gesprekken daadwerkelijk worden gewist en er is niemand die dat controleert. Er zijn in de inrichting geen regels bekend waaruit blijkt op welke wijze telefoongesprekken worden gewist. Het is onmogelijk om alle
opgenomen gesprekken met geprivilegieerde personen te wissen. Op de kabelkrant is vermeld dat telefoongesprekken uitgeluisterd worden. Enige nuancering op die mededeling wordt op de kabelkrant niet aangebracht. Bovendien is Telio een Duits bedrijf.
Klager vraagt zich stellig af wat Duitsland doet met zijn gesprekken die hij met zijn advocaten voert.
Ten aanzien van het beklag onder d. is het volgende aangevoerd.
De inrichting heeft aan klager en de overige gedetineerden geen tarievenoverzicht verstrekt. Veel gedetineerden hebben hier wel om gevraagd. Naar aanleiding van de mededeling van de directeur dat er wel degelijk een tarievenoverzicht bestaat en dat
deze
aan de gedeco ter hand kan worden gesteld, brengt klager naar voren dat dit in de inrichting onbekend is. Klager geeft aan dat hij door de invoering van het Telio-systeem veel duurder uit is dan onder het oude telefoonsysteem van KPN. Bellen naar
mobiele nummers is met Telio bijna drie keer zo duur. Ook het bellen naar vaste nummers is duurder. Voor elke euro kan een gedetineerde ongeveer twee minuten bellen. Nadat aan de beroepscommissie een tarievenoverzicht is verstrekt, is dit overzicht ook
verstrekt aan de gedetineerden. Deze twee overzichten verschillen op een aantal punten van elkaar.
Tot slot is aangevoerd dat de telefoontoestellen van Telio zeer regelmatig kapot zijn en dat de geluidskwaliteit zeer pover is.

De directeur heeft het standpunt als volgt toegelicht.
Ten aanzien van het beklag onder a. is het volgende aangevoerd.
Gedetineerden kunnen wekelijks voor een bedrag van maximaal € 50,= beltegoed kopen. Gedetineerden kunnen overgebleven beltegoed opsparen. Aan het beltegoed dat een gedetineerde in bezit kan hebben, is geen limiet gesteld. De hoogte van het beltegoed
heeft niets te maken met het voorkomen van handel in telefoonkaarten. De overweging is dat een beltegoed van € 50,= redelijk en billijk is geacht. Daarbij is mede gelet op het feit dat gedetineerden op grond van de Pbw de gelegenheid hebben om
wekelijks
gedurende minimaal tien minuten te bellen. In de regel blijkt dat gedetineerden aan dit bedrag genoeg hebben. Het gelimiteerde bedrag van € 50,= aan beltegoed dat per week kan worden gekocht is een lokaal vastgesteld bedrag, maar wel in overeenstemming
met meerdere inrichtingen die ook een APS-winkelier hebben. Mochten gedetineerden aan die € 50,= per week niet genoeg hebben, dan kan dit bedrag worden verhoogd. Gedetineerden dienen hiertoe wel een verzoek te doen. Dit is niet uitzonderlijk en gebeurt
wel vaker. Ter zitting heeft de directeur verklaard dat gedetineerden die meer willen bellen de mogelijkheid krijgen om voor € 100,= per week beltegoed aan te schaffen. Na de zitting deelt de directeur schriftelijk mee dat aan de toekenning van extra
beltegoed geen limiet is verbonden. Toekenning van extra beltegoed gebeurt op basis van redelijkheid en billijkheid. Voor de invoering van het Telio-systeem bestond er een limiet, in die zin dat gedetineerden niet meer dan een bepaald bedrag aan
telefoonkaarten in hun bezit mochten hebben.
Ten aanzien van het beklag onder b. is het volgende aangevoerd.
Het is voor gedetineerden niet mogelijk om 0800/0900-nummers te bellen. Ook kunnen gedetineerden niet collect call bellen. Indien een gedetineerde een 0800/0900-nummer belt dan wel collect call belt, is het niet mogelijk om te traceren met wie de
gedetineerde belt. Daardoor is het onmogelijk om toezicht te houden op dergelijke telefoongesprekken. Tevens kan er geen toezicht worden gehouden op gesprekken die een gedetineerde voert door middel van een commerciële belkaart. Om deze reden mogen
gedetineerden niet meer met commerciële belkaarten, zoals cobrakaarten, bellen. De opmerking van klager dat er wel toezicht kan worden uitgeoefend indien 0800/0900-nummers, collect call dan wel met cobrakaarten wordt gebeld, is onjuist. DJI heeft een
landelijke lijst met 0800/0900-nummers, die gedetineerden wel vanuit de inrichting kunnen bellen, samengesteld. Dit betreft een dynamische lijst, waarop steeds nieuwe nummers kunnen worden geplaatst. De inrichting kan deze lijst niet zelfstandig
aanpassen. Ter zitting heeft de directeur per abuis aangevoerd dat deze ‘witte lijst’, waarop onder meer de nummers van de Nationale ombudsman en de belastingtelefoon zijn opgenomen, nog niet in werking is getreden. Deze ‘witte lijst’ is echter wel
direct bij de invoering van Telio in gebruik genomen. De stelling van klager dat hij de nummers van de Nationale ombudsman en de belastingtelefoon niet heeft kunnen bellen, is dus onjuist. De telefonieserver controleert niet alleen het beltegoed van de
gedetineerde, maar controleert ook aan de hand van ‘witte en zwarte lijsten’ of het door de gedetineerde gekozen nummer mag worden gebeld.
Ten aanzien van het beklag onder c. is het volgende aangevoerd.
Alle telefoongesprekken in de inrichting worden opgenomen, ook de gesprekken die gedetineerden met hun advocaten voeren. Op dit moment bestaat er nog geen ‘witte lijst’ met nummers van advocaten. Naar verwachting publiceert de Nederlandse Orde van
Advocaten aan het einde van het jaar wel een dergelijke lijst met nummers van advocaten. De opgenomen gesprekken worden na acht maanden gewist. De opgenomen telefoongesprekken worden in principe niet uitgeluisterd. Uitluisteren gebeurt alleen als
daartoe noodzaak bestaat. Dit is slechts in uitzonderlijke situaties het geval. In principe gebeurt dit alleen op grond van een vordering van de Officier van Justitie. Als gesprekken worden uitgeluisterd, worden de gedetineerden hierover geïnformeerd.
Indien tijdens een onderzoek blijkt dat een gesprek met een geprivilegieerd persoon is opgenomen, wordt dit gesprek terstond gewist. Dit gebeurt via een technische voorziening. De gesprekken worden uitgeluisterd door de teamleider van de beveiliging.
In
de regeling staat niet dat aan gedetineerden voor het contact met geprivilegieerde personen speciale telefoontoestellen ter beschikking gesteld moeten worden. De gedetineerden zijn in een vroegtijdig stadium geïnformeerd over de gevolgen van de
invoering van het Telio-systeem.
Ten aanzien van het beklag onder d. is het volgende aangevoerd.
Hoeveel een gedetineerde besteedt aan het bellen is afhankelijk van zijn belgedrag. Bellen naar vaste nummers is met Telio goedkoper dan met KPN. Pas na tien minuten wordt bellen naar vaste nummers met Telio duurder dan met KPN. De inrichting beschikt
over een tarievenoverzicht. Dit overzicht kan aan de gedeco ter hand worden gesteld. Dit is ook reeds gebeurd. De tarieven zijn landelijk voor alle gedetineerden gelijk. De gedeco is, evenals alle andere gedetineerden, in een vroegtijdig stadium
geïnformeerd over de invoering van het Telio-systeem. Tot op heden zijn er geen vragen ontvangen van de gedeco.
De directeur verzoekt klager niet-ontvankelijk te verklaren, omdat er is geklaagd over een algemene regeling. De directeur acht de lokale uitvoering die in de inrichting wordt gegeven aan de landelijke regels niet onredelijk of onbillijk.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beklag met beklagnummer NM 2012/300 (beroep bekend onder kenmerk 12/1767/GA) overweegt de beroepscommissie het volgende. De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag over (de gevolgen van) de invoering
van
het Telio-systeem, omdat dit een voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende regel betreft, die niet in strijd is met een hogere regeling, waartegen op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw geen beklag open staat.

Ten aanzien van het beklag onder a. overweegt de beroepscommissie het volgende. Uit de inlichtingen van de directeur maakt de beroepscommissie op dat gedetineerden in de regel voor maximaal € 50,= beltegoed per week kunnen aanschaffen. Indien blijkt
dat
een gedetineerde meer beltegoed per week nodig heeft, kan de directeur de gedetineerde toestaan om wekelijks voor een hoger bedrag beltegoed aan te schaffen. Daartoe dient een gedetineerde wel eerst een verzoek in te dienen bij de directeur. De
beroepscommissie is van oordeel dat de regel dat gedetineerden in beginsel maximaal € 50,= per week beltegoed kunnen kopen een algemene voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende regel betreft, die niet in strijd is met een hogere
regeling. Voorts is uit de stukken en hetgeen ter zitting is aangevoerd niet gebleken dat klager bij de directeur een concreet verzoek heeft gedaan om wekelijks meer beltegoed te kunnen kopen dan thans het geval is. Gelet op het vorenstaande is de
beroepscommissie van oordeel dat klager niet kan worden ontvangen in zijn beklag. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal, met wijziging van de gronden, worden bevestigd. Daarbij merkt de
beroepscommissie op dat klager de gelegenheid wordt geboden om wekelijks voor een bedrag van € 100,= beltegoed aan te schaffen en zo nodig meer.
Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat de directeur ervoor dient te zorgen dat het bij de gedetineerden bekend is dat kan worden afgeweken van de regel dat voor maximaal
€ 50,= per week beltegoed kan worden aangeschaft.

Ten aanzien van het beklag onder b. overweegt de beroepscommissie het volgende. Voor zover klager in het algemeen erover klaagt dat door de invoering van het Telio-systeem 0800/0900-nummers niet meer kunnen worden gebeld, dient hij niet ontvankelijk te
worden verklaard in zijn klacht nu het een algemene in de inrichting geldende beleidslijn en werkwijze betreft, die naar het oordeel van de beroepscommissie niet in strijd is met een hogere regeling. Meer specifiek voert klager aan dat hem het recht op
het bellen van bepaalde overheidsinstanties en rechtshulpverleners onmogelijk wordt gemaakt. Ook hierin kan hij niet worden ontvangen nu niet is gebleken dat hij een concreet verzoek heeft gedaan om te bellen met een bepaald nummer en dat dit verzoek
hem is geweigerd. De beroepscommissie zal in zoverre het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter, houdende niet-ontvankelijkverklaring, met wijziging van de gronden, bevestigen.
Wel ontvankelijk acht de beroepscommissie klager voor zover hij erover klaagt dat hem geen toereikende informatie is geboden om zijn recht op telefoneren met 0800/0900-nummers uit te oefenen. Klager heeft aangevoerd dat hij deze informatie ondanks
verzoeken daartoe nooit heeft gekregen. De directeur heeft ter zitting aangevoerd dat een landelijke witte lijst met 0800/0900-nummers wel bestaat maar dat die lijst nog niet in werking is getreden. In de schriftelijke reactie van 10 september 2012
voert de directeur evenwel aan dat een dergelijke witte lijst reeds bij invoering van het Telio-systeem in werking is getreden. Op 20 september 2012 is desgevraagd aan de beroepscommissie een exemplaar van de witte lijst met 0800/0900-nummers
verstrekt.
Daarop staan onder andere de telefoonnummers van de belastingdienst, de Nationale ombudsman, gevangenenzorg Nederland en slachtofferhulp. Op grond van deze gang van zaken gaat de beroepscommissie ervan uit dat ten tijde van de indiening van de klacht
(21 mei 2012) de witte lijst met 0800/0900-nummers (nog) niet was ingevoerd. Klager kon derhalve, ondanks zijn verzoeken daartoe, geen kennis nemen van deze informatie. De beroepscommissie is van oordeel dat deze klacht zich richt tegen een verzuim van
de directeur om te beslissen als bedoeld in artikel 60, tweede lid, van de Pbw. Hierdoor is hem onder meer de mogelijkheid onthouden om met geprivilegieerde personen en instanties, zoals de Nationale ombudsman, contact op te nemen. Dit is in strijd met
artikel 39, vierde lid, in verbinding met artikel 37, eerste lid, onder e, van de Pbw. Voorts is het voldoende aannemelijk dat klager hierdoor geen telefonisch contact kon onderhouden met – niet geprivilegieerde – hulpverlenende instanties die
0800/0900-nummers gebruiken, zoals de belastingdienst en slachtofferhulp, hetgeen naar het oordeel van de beroepscommissie ook onjuist is. Gelet op het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep inzake het beklag onder b, voor zover het gaat over
het feit dat klager onvoldoende informatie is verschaft over zijn recht om te bellen met 0800/0900-nummers, gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen, klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag en het beklag alsnog
gegrond verklaren. De beroepscommissie zal aan klager evenwel geen tegemoetkoming toekennen, nu niet is gebleken dat klager direct nadeel van deze gang van zaken heeft ondervonden.

Voorts klaagt klager erover dat hij door de invoering van het Telio-systeem niet meer collect call kan bellen en dat hij geen gebruik meer kan maken van commerciële belkaarten. De beroepscommissie overweegt dat het beklag is gericht tegen een algemene
voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende regel, die niet in strijd is met een hogere regeling. Voorts is niet gebleken dat klager een concreet verzoek bij de directeur heeft ingediend om collect call dan wel met commerciële
belkaarten te kunnen bellen. Gelet op het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep inzake het beklag onder b., voor zover het gaat over het feit dat klager niet collect call dan wel met commerciële belkaarten kan bellen, ongegrond verklaren en
de
uitspraak van de beklagrechter, houdende niet-ontvankelijkverklaring, met wijziging van de gronden bevestigen. Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat bij uitstek op collect call-gesprekken toezicht kan worden uitgeoefend, nu gedetineerden
daarbij hun naam en het telefoonnummer dat zij wensen te bellen, dienen op te geven.

Ten aanzien van het beklag onder c. overweegt de beroepscommissie het volgende.
Uit de stukken en hetgeen ter zitting is verhandeld, maakt de beroepscommissie op dat door de invoering van het Telio-systeem alle telefoongesprekken die gedetineerden in de p.i. Nieuwegein met gedetineerdentelefoons voeren standaard worden opgenomen.
In haar beoordeling maakt de beroepscommissie een onderscheid tussen het standaard opnemen van alle gesprekken en het opnemen van de gesprekken met geprivilegieerde personen.

Ten aanzien van het standaard opnemen van alle gesprekken overweegt zij als volgt. De beroepscommissie stelt voorop dat geen beklag open staat tegen een algemene voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerde geldende regel, tenzij die regel in
strijd is met een hogere regeling. Op grond van het Besluit toezicht telefoongesprekken justitiële inrichtingen (verder het Besluit) van 23 september 2010 (Stb. 2010, 700) is in de Penitentiaire maatregel (Pm) een artikel – 23a – ingevoegd waarin
nadere
regels zijn opgenomen over het opnemen van telefoongesprekken en het bewaren en verstrekken van opgenomen telefoongesprekken. In de toelichting op het Besluit staat – voor zover hier van belang – het volgende: ‘In de beginselenwetten wordt tot
uitdrukking gebracht dat telefoongesprekken kunnen worden opgenomen in verband met het uitoefenen van toezicht daarop. Met de wijzigingen in de beginselenwetten en dit besluit staan deze er niet aan in de weg dat telefoongesprekken standaard worden
opgenomen.’. Artikel 23a, eerste lid, van de Pm luidt als volgt: ‘Telefoongesprekken die in verband met het toezicht, bedoeld in artikel 39, tweede lid, van de wet worden opgenomen, worden bewaard voor een periode van ten hoogste acht maanden.’. In de
Pm is aldus bepaald dat telefoongesprekken met het oog op het uitoefenen van toezicht kunnen worden opgenomen, maar niet in welke gevallen dat kan gebeuren.
Artikel 39, tweede lid, van de Pbw luidt – voor zover hier van belang – als volgt: ‘De directeur kan bepalen dat op de door of met de gedetineerde gevoerde telefoongesprekken toezicht wordt uitgeoefend, indien dit noodzakelijk is om de identiteit van
de
persoon met wie de gedetineerde een gesprek voert vast te stellen dan wel met het oog op een belang als bedoeld in artikel 36, vierde lid. Dit toezicht kan omvatten het beluisteren van een telefoongesprek of het uitluisteren van een opgenomen
telefoongesprek.’ Het toezicht dient aldus te worden uitgeoefend met het oog op enkele nader in de wet omschreven belangen en dat betekent dat de directeur een belangenafweging dient te maken. Het opnemen van telefoongesprekken wordt in de Pbw niet
aangemerkt als het uitoefenen van toezicht, maar het is wel een middel om het uitoefenen van toezicht te faciliteren. Over het opnemen van telefoongesprekken is in de Pbw niets bepaald en daarmee is het niet duidelijk of, en zo ja, in welke mate de
beperkingsgronden uit artikel 36, vierde lid, van de Pbw van toepassing zijn op het opnemen van telefoongesprekken. De Pbw voorziet naar het oordeel van de beroepscommissie, zoals reeds eerder in de uitspraak van 11 juli 2011 (11/0172/GA) is bepaald,
in
elk geval niet in een wettelijke grondslag voor het standaard opnemen van alle telefoongesprekken van gedetineerden. Nu een wettelijke grondslag ontbreekt, is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur dient af te wegen, mede in het licht van de
eisen die artikel 8 EVRM hieraan stelt, of het standaard opnemen van alle telefoongesprekken in de betreffende inrichting noodzakelijk is in verband met het uitoefenen van toezicht met het oog op de belangen als bedoeld in artikel 36, vierde lid, van
de
Pbw. Of dit nodig is, kan naar het oordeel van de beroepscommissie onder andere afhankelijk zijn van het beveiligingsniveau van de inrichting en het in de inrichting geldende regime. Indien de directeur, na afweging, de noodzaak hiertoe aanwezig acht,
dient hij dit uitdrukkelijk, onder vermelding van de redenen, aan de gedetineerden kenbaar te maken. Nu het gevolg van de invoering van het Telio-systeem is dat er geen telefoontoestellen meer beschikbaar zijn waarmee gesprekken niet worden opgenomen,
oordeelt de beroepscommissie dat de directeur bovenbedoelde afweging niet heeft gemaakt. Het standaard opnemen van alle telefoongesprekken in de inrichting is daarmee in strijd met een hogere regeling, meer in het bijzonder met (de strekking) van
artikel 39, tweede lid, van de Pbw in verbinding met artikel 36, vierde lid, van de Pbw.

Ten aanzien van het opnemen van gesprekken met geprivilegieerde personen overweegt de beroepscommissie als volgt. Uit artikel 39, vierde lid, van de Pbw blijkt dat op telefoongesprekken die gedetineerden voeren met geprivilegieerde personen, als
bedoeld
in artikel 37, eerste lid, van de Pbw, waaronder de rechtsbijstandverlener van een gedetineerde, geen ander toezicht wordt uitgeoefend dan noodzakelijk is om de identiteit van de personen of instantie met wie de gedetineerde een telefoongesprek voert
of
wenst te voeren vast te stellen. In de toelichting op het Besluit staat – voor zover hier van belang – het volgende: ‘In de beginselenwetten is voorts tot uitdrukking gebracht dat slechts met de in de inrichting daartoe bijzonder aangewezen
telefoontoestellen gevoerde gesprekken kunnen worden opgenomen. In de regel staan voor het telefoonverkeer met geprivilegieerden andere toestellen ter beschikking. De telefoongesprekken die met deze geprivilegieerden worden gevoerd, worden derhalve in
de regel niet opgenomen.’. Op grond van het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat het niet de bedoeling is dat telefoongesprekken van gedetineerden met geprivilegieerde personen worden opgenomen. Indien er geen andere manier is om te
waarborgen dat telefoongesprekken van gedetineerden met geprivilegieerde personen niet worden opgenomen, dient de directeur ervoor te zorgen dat er voor gesprekken met geprivilegieerden aparte telefoontoestellen beschikbaar zijn waarmee het niet
mogelijk is om gesprekken op te nemen. Ter zitting heeft de directeur naar voren gebracht dat er aan het eind van het jaar een witte lijst, met daarop de nummers van Nederlandse advocaten, wordt ingevoerd, waardoor gesprekken die gedetineerden voeren
met advocaten die op die lijst staan niet worden opgenomen. Dit betekent dat er thans geen witte lijst met daarop nummers van advocaten bestaat. Ook bestaat er geen witte lijst met daarop nummers van buitenlandse advocaten. Voorts heeft de directeur
toegelicht dat er in de p.i. Nieuwegein geen aparte telefoontoestellen beschikbaar zijn waarmee een gedetineerde een gesprek kan voeren met zijn advocaat zonder dat dit gesprek wordt opgenomen. Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van
oordeel dat het opnemen van telefoongesprekken van gedetineerden met geprivilegieerde personen, waaronder advocaten, in strijd is met een hogere regeling, meer in het bijzonder met (de strekking van) van artikel 39, vierde lid, van de Pbw en artikel
23a
van de Pm.

Zowel ten aanzien van het standaard opnemen van alle gesprekken als ten aanzien van het opnemen van de telefoongesprekken met geprivilegieerde personen zal het beroep derhalve gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagrechter worden
vernietigd, klager alsnog ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag en het beklag alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming van € 50,= toekennen. De beroepscommissie overweegt daarbij dat deze
tegemoetkoming is bedoeld als tegemoetkoming voor het door klager geleden ongemak en niet als schadevergoeding, nu niet eenvoudig is vast te stellen of en in welke omvang klager schade heeft ondervonden van het opnemen van zijn gesprekken, waaronder
die
met advocaten.

Ten aanzien van het beklag onder d. overweegt de beroepscommissie het volgende. Klager stelt na de invoering van het Telio-systeem, ondanks het feit dat hij hiertoe meermalen een verzoek heeft gedaan, geen tarievenlijst verstrekt te hebben gekregen. De
beroepscommissie is van oordeel dat deze klacht zich richt tegen een verzuim van de directeur om te beslissen als bedoeld in artikel 60, tweede lid, van de Pbw. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagrechter zal
worden vernietigd en klager zal mitsdien alsnog in zijn beklag worden ontvangen. Nu dit niet is weersproken, gaat de beroepscommissie ervan uit dat klager meermalen heeft verzocht om het tarievenoverzicht te ontvangen. Gelet op de mededeling van de
directeur dat het tarievenoverzicht aan de gedeco ter hand kan worden gesteld, acht de beroepscommissie het voldoende aannemelijk dat aan klager, hoewel hij daartoe meermalen een verzoek heeft gedaan, geen tarievenoverzicht is verstrekt. De
beroepscommissie is van oordeel dat de directeur er in redelijkheid voor dient te zorgen dat gedetineerden op de hoogte zijn van de in de inrichting geldende beltarieven. Dit geldt des te meer indien in de inrichting een nieuw telefoonsysteem met
nieuwe
beltarieven wordt ingevoerd. Gelet op het vorenstaande zal de beroepscommissie het beklag gegrond verklaren. De beroepscommissie zal aan klager, voor het door hem geleden ongemak, een tegemoetkoming toekennen van € 5,=.

Ten aanzien van het beklag met beklagnummer NM 2012/315 (beroep bekend onder 12/1851/GA) overweegt de beroepscommissie dat de beklagrechter op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.

4. De uitspraak
Ten aanzien van het beklag met beklagnummer NM 2012/300:
De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag onder a. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, houdende niet-ontvankelijkverklaring, met wijziging van de gronden.

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag onder b, voor zover het gaat over het feit dat klager onvoldoende informatie is verschaft over zijn recht om te bellen met 0800/0900-nummers, gegrond, vernietigt de uitspraak van de
beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in het beklag en verklaart dit beklag alsnog gegrond. Aan klager wordt geen tegemoetkoming toegekend. De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag onder b. voor het overige ongegrond en
bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, houdende niet-ontvankelijkverklaring, met wijziging van de gronden.

De beroepcommissie verklaart het beroep inzake het beklag onder c., zowel voor zover dat betrekking heeft op het standaard opnemen van alle telefoongesprekken als voor zover dat betrekking heeft op het opnemen van telefoongesprekken met
geprivilegieerde
personen, gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in het beklag en verklaart dit beklag gegrond. Aan klager wordt een tegemoetkoming van € 50,= toegekend.

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag onder d. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in het beklag en verklaart dit beklag gegrond. Aan klager wordt een tegemoetkoming van € 5,=
toegekend.

Ten aanzien van het beklag met beklagnummer NM 2012/315:
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en prof. dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 12 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven