Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0470/TB en 12/2492/TB, 9 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:09-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 12/470/TB en 12/2492/TB

betreft: [klager] datum: 9 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. F.J. Koningsveld, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen beslissingen van 31 januari 2012 en van 20 juli 2012 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissingen.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 september 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.J. Koningsveld, en namens de Staatssecretaris [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële
Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissingen
De Staatssecretaris heeft op 31 januari 2012 beslist klager na herbeoordeling te plaatsen in een longstayvoorziening van FPC Pompestichting, hetgeen moet worden begrepen als een beslissing tot het voortzetten van klagers verblijf in genoemde
longstayvoorziening. Op 20 juli 2012 is beslist tot voortzetting van plaatsing in een longstayvoorziening van FPC Pompestichting waarbij het individuele beveiligingsniveau is vastgesteld op laag. Bij de behandeling ter zitting heeft de raadsman
aangegeven dat het beroep uitsluitend gericht is tegen de voortzetting van klagers verblijf op de longstayvoorziening.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijke uitspraak van 1 mei 1986 ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is bij beslissing van 9 maart 1992 geplaatst in het FPC Van Mesdagkliniek. Bij beslissing van 12 december 2002 is
klager geplaatst in de longstayvoorziening van FPC Pompestichting.
Het hoofd van FPC Pompestichting heeft op 19 mei 2011 aangegeven dat een conclusie ten aanzien van de longstay-status moeilijk te geven is, omdat er geen zicht is op een van de belangrijkste risicofactoren, namelijk de pedofiele gerichtheid. In
hoeverre
deze risicofactor uitbreiding van vrijheden in de weg zal staan, zal onderzocht moeten worden. Op 3 november 2011 en 14 november 2011 zijn pro justitia rapportages opgemaakt. De psycholoog concludeert dat er geen mogelijkheden bestaan voor een op
verandering gerichte behandeling zodanig dat terugkeer naar de samenleving tot de mogelijkheden behoort. Substantiële afname van de delictgevaarlijkheid buiten het kader van de tbs wordt niet mogelijk geacht. Klager blijft derhalve aangewezen op de
longstayvoorziening. De forensisch psychiater concludeert dat terugkeer naar een tbs-kliniek voor behandeling niet aan de orde is en adviseert om klagers verblijf in de longstayvoorziening te continueren. Vervolgens is op 6 januari 2012 door de
Landelijke Adviescommissie Plaatsing Longstay Forensische Zorg van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (LAP) geadviseerd klagers longstaystatus voort te zetten. De Staatssecretaris heeft op 31 januari 2012 beslist klagers verblijf in de
longstayvoorziening voort te zetten (beroep met kenmerknummer 12/470/TB).

De Staatssecretaris heeft op 20 juli 2012 beslist klagers verblijf in de longstayvoorziening voort te zetten en daarbij het individuele beveiligingsniveau vastgesteld op laag (beroep met kenmerknummer 12/2492/TB).

3. De standpunten
Door en namens klager zijn de beroepen als volgt toegelicht.
Het beroep van klager heeft uitsluitend betrekking op de beslissing tot voortzetting van klagers verblijf in de longstay, en niet op de vaststelling van het individuele beveiligingsniveau. Bij de verlengingsbeslissing van de tbs wordt ieder twee jaar
geoordeeld dat het goed gaat met klager. Het gerechtshof Arnhem heeft in zijn uitspraak van 27 december 2010 overwogen dat de wens van klager om op een meer autonome wijze te kunnen leven invoelbaar is, en dat van de inrichting verwacht wordt in een
volgend verlengingsadvies de mogelijkheden tot het vergroten van de vrijheden van klager te concretiseren. De autonomie zoals het gerechtshof heeft beschreven moet ruim geïnterpreteerd worden. Klager zou meer autonomie moeten krijgen in zijn
levenswijze, maar dit is niet gebeurd. De behandelcoördinator meent dat klager meer zou kunnen. Het streven naar meer autonomie begint bij het opheffen van longstaystatus. Dan kan begeleid en gecontroleerd meer vrijheid worden verkregen. Er moet
gezocht
worden naar een tussenoplossing. Klager is autistisch. Bij spanning zoekt hij zijn toevlucht in zaken en risico’s zoals het indexdelict. Dit is een blijvende zorg. Klager leeft bij duidelijke afspraken. Er zou op zijn minst beproefd kunnen worden of
klager met geleidelijk meer vrijheid en duidelijke afspraken kan omgaan. Zo kan ook verlof onder toezicht plaatsvinden. Door zo strikt te blijven doorgaan, zal nooit duidelijk worden of klager met meer vrijheid kan omgaan. Er moet blijvend getoetst
worden. Klager is ouder geworden en daardoor wijzer en rustiger. Klager zit meer dan 35 jaar binnen. Inmiddels heeft klager ook een vriendin. Seksualiteit is niet meer zo belangrijk. Klager hoort op een behandelafdeling. Over eventuele libidoremmende
medicatie wordt opgemerkt dat onduidelijk is wat dit concreet kan betekenen voor klagers vrijheid. De medicatie zou klager een lange periode moeten slikken, maar onduidelijk is hoe lang deze periode is. Het liefst wil klager uiteindelijk in een
begeleid
woonproject wonen.

Namens de Staatssecretaris is inzake de beroepen het volgende standpunt naar voren gebracht.
De verlengingsbeslissing is niet in strijd met de uitspraak van het gerechtshof van 27 december 2010. Het vergroten van vrijheden impliceert niet dat overplaatsing naar een behandelinrichting geïndiceerd is. Het vergroten van vrijheden en deze
concretiseren betekent autonomie binnen de kaders van de huidige zorg en dat er niet meer beperkingen opgelegd worden dan noodzakelijk zijn. Sinds maart 2012 is op de afdeling van klager minder begeleiding aanwezig. Klager heeft aangegeven dit fijn te
vinden en hierdoor meer kwaliteit van leven te ervaren. Een overplaatsing naar een behandelsetting is geen reële optie. Hiervoor wordt verwezen naar de duidelijke conclusies van de deskundigen in de pro justitia rapportages. De deskundigen
onderschrijven dat de longstaystatus moet worden voortgezet. Op 23 juli 2012 heeft de behandelcoördinator van FPC Pompestichting meegedeeld dat het risico om te experimenteren met vrijheden te groot is. Er is sprake van een ernstig indexdelict. Een
behandelsetting of een forensische RIBW behoort niet tot de mogelijkheden. Het is mooi om te zien dat het nu goed gaat met klager. Hier is echter wel een behandeltraject aan voorafgegaan. De reden dat het nu goed gaat met klager is juist omdat in de
longstaysetting een duidelijke structuur heerst. Er is een belangenafweging gemaakt. De LAP adviseert voortzetting van de longstaystatus en vraagt aandacht voor libidoremmende medicatie. Gezien de gegeven adviezen is gekozen voor verlenging van de
longstaystatus. FPC Pompestichting heeft gemeld dat nader onderzoek moet plaatsvinden. Er zijn gesprekken geweest met de psycholoog en in die gesprekken is verteld dat het nemen van libidoremmende medicatie een voorwaarde is voor meer vrijheden. Klager
staat hier open voor, maar niet voor een langere periode. De veiligheidswaarborg is er dus niet. Het beveiligingsniveau is vastgesteld op laag.

4. De beoordeling
Gezien de onderlinge samenhang zal de beroepscommissie de beroepen met kenmerken 12/470/TB en 12/2492/TB in één uitspraak afdoen. De beroepen zijn gericht tegen de verlengingsbeslissingen van de longstay-plaatsing en niet tegen het vastgestelde
beveiligingsniveau laag.

Bij de (over)plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

In paragraaf 6.3 van het Beleidskader longstay forensische zorg van 1 januari 2009, in werking getreden op 1 juni 2009, is bepaald dat door middel van een periodieke toets driejaarlijks door de LAP wordt beoordeeld of voortzetting van de longstaystatus
nog gerechtvaardigd is. Bij deze toets is het van belang de behandelingsvatbaarheid van de ter beschikking gestelde te onderzoeken.

Bij beslissing van 12 december 2002 is klager geplaatst in de longstayvoorziening van FPC Pompestichting.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van de beslissing van 27 december 2010 van het gerechtshof te Arnhem omtrent de verlenging van de ter beschikkingstelling. Het gerechtshof heeft in deze beslissing opgemerkt dat klagers wens om op een meer
autonome wijze te kunnen leven, invoelbaar is. Het gerechtshof gaat ervan uit dat de inrichting in een volgend verlengingsadvies de mogelijkheden tot het vergroten van de vrijheden van klager zal concretiseren. Anders dan klager en zijn raadsman leidt
de beroepscommissie hieruit niet af dat het hof vindt dat de plaatsing van klager in de longstay beëindigd moet worden. Wel is belangrijk dat bekeken wordt welke mogelijkheden er zijn om klager meer vrijheid binnen het huidige kader te geven.

Uit de pro justitia rapportages van 3 november 2011 en 14 november 2011 komt naar voren dat klager is aangewezen op de structuur van een tbs-kliniek. Zonder de longstaystatus, die samengaat met de tbs, zal klager in een situatie van afwezige structuur,
steun, begeleiding en dergelijke mogelijk terug kunnen vallen in contact met minderjarige meisjes. Dit is althans in het verleden gebleken. De tbs heeft in die zin voor klager een beschermende en beveiligende functie ten aanzien van het voorkomen van
recidive. De zorg is gericht op behoud en verbetering van de stabiliteit en kwaliteit van klagers leven. Voortzetting van de longstayplaatsing is derhalve aangewezen.

Uit het verlengingsadvies van 20 december 2011 van het plaatsvervangend hoofd van FPC Pompestichting, Pompekliniek Zeeland volgt dat de aangeboden behandelingen in het verleden niet hebben geleid tot verandering in de stoornis en het daarmee
samenhangende delictgevaar. Uit de literatuur is bekend dat seksuele perversies met een pedoseksuele component tot op zeer hoge leeftijd kunnen voortbestaan. De aard en ernst van de aanwezige pathologie is onveranderd. Aangenomen kan worden dat de
pedofiele gerichtheid in de loop der tijd minder in zicht is, juist door de beveiligde setting waarin klager zich bevindt. Er zijn momenteel geen behandelmogelijkheden voor klager en de voortzetting van zijn plaatsing in een longstayvoorziening is
geïndiceerd.

De LAP stelt in haar advies van 6 januari 2012 dat hervatting van een op verandering gerichte behandeling niet zinvol is en adviseert om klagers longstaystatus voort te zetten. De LAP heeft opgemerkt dat aandacht kan worden besteed aan de mogelijkheden
voor inzet van libidoremmende medicatie en dat klager wellicht in aanmerking komt voor een afdeling gericht op langdurige klinische zorg gericht op kwetsbare patiënten.

Uit de inlichtingen van 23 juli 2012 van de behandelcoördinator van de Pompestichting, LFPZ Zeeland, volgt dat met klager is gesproken over libidoremmende medicatie. Als hiervoor gekozen wordt, dient de libidoremmende medicatie voor een langdurige
periode gebruikt te worden. Klager heeft aangegeven voor libidoremmende medicatie open te staan indien dit een voorwaarde is voor meer vrijheden. Klager wil niet levenslang libidoremmende medicatie gebruiken. Met betrekking tot een eventueel
vervolgtraject schrijft de behandelcoördinator zeer voorzichtig te zijn. Klager kan niet terug naar een behandelsetting aangezien eerdere behandelingen niet zijn aangeslagen. Dit heeft te maken met klagers diagnose; uit onderzoek is gebleken dat
autisme
en pedofilie niet behandelbaar zijn. Het risico om te experimenteren met uitbreiding van vrijheden is te groot, gezien het ernst van het delict dat is gepleegd.

De beroepscommissie overweegt dat het veiligheidsbelang van de maatschappij zwaarder weegt dan het belang van klager. De hiervoor geciteerde rapporten en verslagen geven geen aanleiding klager (tijdelijk) over te plaatsen naar een behandelinrichting.
De
bestemming van klagers afdeling is inmiddels gewijzigd, waardoor invulling kan worden gegeven aan klagers wens tot meer autonomie.

Gelet op het vooroverwogene is de beroepscommissie van oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat een voortgezet verblijf van klager in een longstayvoorziening in de rede ligt. De beroepen zullen dan ook ongegrond worden
verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de beroepen ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 9 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven