Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1481/TA en 12/2533/TA, 9 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:09-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1481/TA en 12/2533/TA

betreft: [klager] datum: 9 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van,

[...], verder te noemen klager, namens hem ingediend door mr. A.L. Louwerse,

gericht tegen een uitspraak van 5 april 2012 van de beklagcommissie bij FPC Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

en van het hoofd van de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 19 juli 2012 van de beklagcommissie bij de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 augustus 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel zijn betreffende klagers beroep (12/1481/TA) gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L. Louwerse, en namens het hoofd
van de inrichting [...], juridisch medewerker. Hiervan is verslag opgemaakt, dat naar partijen is gezonden.
De beroepscommissie heeft de behandeling van klagers beroep aangehouden in afwachting van nadere inlichtingen van zowel klager als de inrichting. Van klager zijn geen nadere inlichtingen ontvangen. De van de inrichting ontvangen nadere inlichtingen
zijn
doorgezonden naar klager en mr. M.J. van Essen.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 oktober 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn inzake beide beroepen gehoord klager, bijgestaan door mr. C.W. Dirkzwager en [...], kantoorgenoten van klagers raadsvrouw mr. M.J. van Essen,
en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], hoofdbehandelaar.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a het bij herhaling niet doorgaan van begeleid verlof vanwege personeelstekort (12/1481/TA)
b het niet doorgaan van begeleid verlof op 11 april 2012 vanwege personeelstekort (12/2533/TA).

De beklagcommissie heeft het onder a genoemde beklag ongegrond verklaard en het onder b genoemde beklag gegrond verklaard en een tegemoetkoming toegekend van € 20,= op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt - zakelijk weergegeven - als volgt toegelicht.
a. In de periode na de intrekking van de machtiging voor onbegeleid verlof tot aan de klacht zijn 23 van de 28 begeleide verloven niet doorgegaan. Klager heeft dit bijgehouden in zijn agenda. Hij had op de zitting van de beroepscommissie op 9 augustus
2012 wel toegezegd dat hij een kopie van zijn agenda zou verstrekken, maar dat kon niet, omdat hij na die zitting niet naar de inrichting is teruggekeerd en sinds zijn terugkeer in de inrichting op 14 augustus 2012 in beperkingen zit. Hij toont de
voorzitter zijn agenda, waaruit volgens klager blijkt dat het door de inrichting overgelegde verlofoverzicht niet klopt. Zo zijn begeleide verloven op 27 en 29 februari, alsmede 26 maart en 30 maart 2012 niet doorgegaan omdat er niet voldoende
personeel
was om hem te begeleiden. Het ziekenhuisbezoek op 2 april 2012 is niet doorgegaan omdat er geen vervoer en geen begeleiding was. Hij heeft die dag ook geen verlof voor het doen van boodschappen gehad. Verder staat in het verlofoverzicht niet genoemd
dat
het verlof op 11 april 2012 niet is doorgegaan, terwijl de beklagcommissie klagers klacht daarover gegrond heeft verklaard. Ook de verloven van 6 en 21 februari 2012 staan niet in het verlofoverzicht, maar ze zijn wel in de overgelegde mailwisseling
van
de inrichting vermeld. Ook die verloven zijn niet doorgegaan vanwege onvoldoende beschikbaarheid van personeel.
Klager wilde na de intrekking van de machtiging onbegeleid verlof graag terug naar een behandelafdeling, omdat het begeleid verlof daar wel en op De Toets niet gepraktiseerd kon worden. De inrichting zei echter dat hij op De Toets bleef omdat hij
anders
stappen terug zou doen. Het is kwalijk dat vele van zijn verloven in de resocialisatiefase niet zijn doorgegaan. Overigens hoefde hij voor groepsboodschappen geen aanvraag in te dienen en mocht hij de maandpas gebruiken.
b. Klager weet zeker dat hij tijdig een schriftelijke aanvraag voor verlof op 11 april 2012 heeft ingediend. Hij mag mondeling geen aanvraag doen en levert aanvragen altijd een week tevoren schriftelijk in. Hij heeft daar geen afschriften van. Gezien
de
mailwisseling van de inrichting ligt het het meest voor de hand dat de inrichting zijn aanvraag voor verlof op 11 april 2012 kwijt is geraakt.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt - zakelijk weergegeven - als volgt toegelicht.
a. De inrichting is klager na de intrekking van de machtiging onbegeleid verlof ter wille geweest door hem op De Toets te laten verblijven en begeleid verlof te verlenen. De Toets is een afdeling voor patiënten die onbegeleid op verlof gaan en de
verwachting was dat klager weer snel een machtiging voor onbegeleid verlof verleend zou worden. Men wilde vertraging door plaatsing op een andere afdeling voorkomen.
Bij begeleid verlof mag de begeleiding uit een maatschappelijk werker of een sociotherapeut bestaan, behalve als deze als chauffeur optreedt. In dat geval moet een tweede personeelslid mee als begeleider. Een maandpas wordt gebruikt voor patiënten die
structureel activiteiten buitenshuis hebben, bijvoorbeeld wekelijks buiten sporten, waarvoor zij dan geen verlofaanvraag hoeven in te dienen. In het overgelegde verlofoverzicht staan alleen verloven vermeld die op juiste wijze zijn aangevraagd. Niet
juist aangevraagde verloven worden niet geregistreerd.
Klager is vaak op begeleid verlof geweest. Blijkens het verlofoverzicht is een aantal verloven van klager ingetrokken, maar dat was niet vanwege personeeltekort, omdat er geen personeelstekort is. Het praktiseren van verlof is een logistiek proces.
Soms
is een verlof van klager niet doorgegaan, maar is het doel van het verlof veranderd en op dezelfde dag is dat verlof wel doorgegaan, zoals op 14 februari 2012. Verder staan op 2 maart 2012 twee begeleide verloven naar het ziekenhuis genoemd. Het ene
verlof met een overnachting is ingetrokken, omdat geen overnachting nodig was, maar het andere verlof, voor een operatie zonder overnachting, is die dag wel uitgevoerd. De reden van intrekking van de verloven op 20 februari, 16 maart en 30 maart 2012
is
niet bekend. Medisch verlof heeft urgentie en wordt nooit ingetrokken. Twee verloven voor bezoek aan twee verschillende ziekenhuizen op 2 april 2012 zijn daarom vermoedelijk ingetrokken omdat de afspraken niet doorgingen.
a en b. Nagevraagd is bij de sociotherapie waarom het verlof van 11 april 2012 niet in het verlofoverzicht staat. Er zijn drie mogelijke verklaringen: 1. dat de inrichting de verlofaanvraag is kwijtgeraakt, 2. dat de aanvraag niet schriftelijk is
ingediend en 3, dat de verlofaanvraag niet goed is ingevuld en is teruggegeven met het verzoek deze goed in te vullen. De inrichting heeft geen schriftelijke aanvraag van klager voor verlof op 11 april 2012 en gaat er daarom van uit dat die niet juist
is ingediend. Verlofaanvragen raken in de regel niet kwijt. Als een aanvraag mondeling wordt gedaan, wordt dat niet officieel als een verlofaanvraag geregistreerd, maar wordt er wel naar gekeken. Het enige wat dan wordt toegezegd is dat zij hun best
zullen doen. Als een afgesproken verlof niet kan doorgaan, wordt altijd gekeken of dit gecompenseerd kan worden (met ander verlof op dezelfde dag) en dat lukt eigenlijk altijd.

3. De beoordeling
a De beroepscommissie stelt vast dat volgens het door de inrichting overgelegde verlofoverzicht in de periode van 16 december 2011 tot en met 5 april 2012 sprake was van 25 correct aangevraagde en goedgekeurde begeleide verloven, waarvan er 7 zijn
ingetrokken, te weten op 14 februari, 20 februari, 2 maart, 16 maart, 30 maart en twee keer op 2 april 2012.
Daarbij gaat het één keer om verlof dat op dezelfde dag (14 februari 2012) met een ander doel is uitgevoerd en één keer om medisch verlof met overnachting (op 2 maart 2012) dat is ingetrokken omdat geen overnachting nodig was, maar die dag wel zonder
overnachting is uitgevoerd. Verder zijn twee ziekenhuisbezoeken op 2 april 2012 niet doorgegaan en is voldoende aannemelijk dat dit verband hield met het niet doorgaan van die afspraken. Tenslotte zijn drie verloven voor het doen van boodschappen in
Dedemsvaart niet doorgegaan. Voldoende aannemelijk is dat deze drie verloven niet zijn doorgegaan vanwege onvoldoende beschikbare begeleiding vanaf de resocialisatieafdeling De Toets, waar patiënten verblijven voor wie een machtiging voor onbegeleid
verlof is afgegeven.
Naar het oordeel van de beroepscommissie is in het licht van het vorenstaande geen sprake van ‘het vaker niet doorgaan van verlof vanwege personeelsgebrek’, zoals in bijvoorbeeld de uitspraak 08/1600/TA met betrekking tot een andere verpleegde in een
andere inrichting wel het geval was.
De stelling van klager dat meer begeleide verloven niet zijn doorgegaan, wordt ter zijde geschoven, in aanmerking genomen dat hij ter onderbouwing daarvan alleen een beroep heeft gedaan op aantekeningen in zijn agenda, die hij pas ter zitting van 19
oktober 2012 ter inzage heeft overgelegd en waarvan de desbetreffende aantekeningen over klagers verloven te gebrekkig zijn om de juistheid van de mededelingen van de inrichting te kunnen weerspreken.

Het beroep van klager zal derhalve ongegrond worden verklaard.

b. De inrichting heeft bij brief van 21 juni 2012 aanvullende informatie aan de beklagcommissie verstrekt over de aanvraag van klager voor verlof op 11 april 2012. Daaruit valt af te leiden dat klager de verlofaanvraag op 6 april 2012 mondeling bij een
sociotherapeut heeft gedaan, dus niet schriftelijk zoals was voorgeschreven, en dat het verlof om die reden geen doorgang heeft gevonden. Klagers stelling dat hij de aanvraag schriftelijk heeft ingediend en dat het verlof vanwege personeelsgebrek geen
doorgang heeft gevonden, is daarom niet aannemelijk.
Het beroep van het hoofd van de inrichting zal derhalve gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van klager ongegrond en bevestigt de uitspraak van 5 april 2012 van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

De beroepscommissie verklaart het beroep van het hoofd van de inrichting gegrond, vernietigt de uitspraak van 19 juli 2012 van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. J.M.L. Niederer en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 9 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven