Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1760/TA, 8 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:08-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1760/TA

betreft: [klager] datum: 8 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 juni 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij Dr. S. van Mesdag te Groningen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 september 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman [...], en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de beslissing om klager in de ochtend van 15 november 2011 in te sluiten.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager kon geen urine produceren en hij is toen ingesloten in zijn eigen kamer. Volgens de inrichtingsregels mag dat niet, omdat de urinecontrole zo gemanipuleerd kan worden. Hij had in een separeercel ingesloten moeten worden. Klager had het gevoel
dat
hij gestraft werd. Het beroep moet in breder perspectief worden gezien. Klager is ontevreden over de hele gang van zaken. De inrichting houdt zich niet aan de afspraken.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De urinecontrole is op 15 november 2011 aangezegd. Omdat het produceren van urine niet lukte, is klager ingesloten. Hij heeft vier uur de tijd gekregen om urine te produceren. Er is voor gekozen om klager in zijn eigen kamer in te sluiten. Hij had ook
op een separeercel ingesloten kunnen worden. Klager heeft buitengewoon verlof gevraagd voor de urinecontrole. Dit is niet eerder voorgekomen. Klager heeft zijn salaris voor de vier uur insluittijd uitbetaald gekregen. De uitbetaling staat echter los
van
het insluiten ten behoeve van de urinecontrole.

3. De beoordeling
In artikel 24 van de Bvt is bepaald dat het hoofd van de inrichting een verpleegde kan verplichten urine af te staan ten behoeve van een urineonderzoek. De wijze van uitvoering van het urineonderzoek is nader bepaald in de Regeling urineonderzoek
verpleegden. In artikel 3, vierde lid, van deze Regeling is de procedure geregeld hoe gehandeld moet worden indien de verpleegde niet direct tot afgifte van de urine in staat is. Voor de inrichting vindt de Regeling nadere uitwerking in het Beleid
Urinecontrole. De inrichting heeft gehandeld overeenkomstig de Regeling en het Beleid. In dit geval klaagt klager over de uitvoering van een algemeen geldende regel. Er is geen sprake van een voor beklag vatbare beslissing tot insluiting als bedoeld in
artikel 56 van de Bvt. De beklagcommissie had klager daarom niet ontvankelijk moeten verklaren in zijn beklag. Gezien het vooroverwogene beslist de beroepscommissie als volgt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr.drs. L.C. Mulder en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 8 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven