nummer: 12/2503/TA
betreft: [klager] datum: 7 november 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 16 juli 2012 van de beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 19 oktober 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is klager gehoord.
Het hoofd van de inrichting heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag - voor zover in beroep aan de orde - betreft:
a) het niet uitbetalen van 192 extra gewerkte uren in de periode van week 36 van 2011 tot en met week 8 van 2012, en
b) het ondanks ziekmelding bij ziekte inhouden en niet uitbetalen van uren.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De inrichting heeft de beklagcommissie onjuist ingelicht met de mededeling dat klager zijn afspraken bij de TLW-blokken niet zou nakomen en zich niet naar behoren zou ziekmelden. Klager legt zijn weekroosters vanaf week 36 van 2011 t/m week 32 van 2012
over aan de beroepscommissie, omdat daarin is te zien dat hij bij bijna alle TLW-blokken aanwezig is geweest en dat hij zich in geval van ziekte keurig volgens de regels bij alleen de TLW-medewerker heeft afgemeld. Waar omschreven staat dat hij
‘verwijtbaar afwezig’ is, betreft dat uitsluitend de maaltijden, de weekgesprekken en de huiskamerbesprekingen. Hij is daarbij niet aanwezig omdat hij het vertrouwen in de inrichting heeft opgezegd. Zijn klacht ziet daar niet op, ondanks dat hem
daarvoor € 60,= in rekening wordt gebracht. Dat staat los van de onderhavige zaak. Het gaat hem er om dat hij zijn 19 blokken doet en dat de extra blokken boven de vastgestelde 13 (inmiddels 15) blokken moeten worden uitbetaald, zoals de
beklagcommissie
ook zegt, en wel met terugwerkende kracht tot week 36 van 2011.
Als klager hoofdpijn heeft en zich om die reden ziek meldt, hoeft hij zich niet door drie artsen te laten onderzoeken.
Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Volgens paragraaf 5 van de in bijlage 9 van de huisregels opgenomen Financiële Regeling voor Patiënten kan een patiënt, afhankelijk van zijn draagkracht, geld verdienen door deel te nemen aan de aangeboden activiteiten en modules. Indien een patiënt
daaraan niet deelneemt, beoordeelt het sociotherapeutisch team of dit de patiënt kan worden toegerekend.
Ten tijde van de klacht was klager door de inrichting als belastbaar aangemerkt voor 13 blokken, waaronder - zoals uit de door klager overgelegde weekroosters blijkt - dagelijks een socio-ochtendblok, een socio-middagblok, een dagafsluiting en een
socio-avondblok en wekelijks een groepsgesprek socio en een weekevaluatie. Het gaat daarbij om een structurele afspraak die nagekomen moet worden. Uit deze weekroosters komt naar voren dat klager op het merendeel van de dagen ‘verwijtbaar afwezig’ was
bij de verplichte onderdelen socio-ochtendblok, socio-middagblok, dagafsluiting en socio-avondblok en de wekelijkse onderdelen groepsgesprek socio en weekevaluatie. Klager heeft ter zitting verklaard dat hij niet aan al die blokken heeft deelgenomen,
omdat hij het vertrouwen in de inrichting heeft opgezegd, maar dat dit niet relevant is, omdat hij wekelijks meer dan 13 uren aan blokken deelneemt en daarom voor álle uren die hij aan activiteiten heeft besteed, dient te worden uitbetaald.
Het staat klager echter niet vrij zelf uit te maken aan welke verplichte blokken hij deelneemt en hij kan niet bewerkstelligen dat hij wordt uitbetaald door de vastgestelde uren te besteden aan andere activiteiten dan de verplichte blokken. De
beslissing klager de door hem genoemde extra uren niet uit te betalen is daarom niet in strijd met de regels en kan evenmin onredelijk of onbillijk worden genoemd.
Zoals ook de beklagcommissie ten overvloede heeft overwogen, komen de door klager extra gevolgde uren alleen voor beloning in aanmerking als klager ook aan alle verplichte blokken deelneemt.
Hetgeen klager ter zitting heeft aangevoerd betreffende de ziekmeldingen kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager zich niet volgens de
regels heeft ziekgemeld bij zowel de TLW als de sociotherapie.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. J.M.L. Niederer en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 7 november 2012
secretaris voorzitter