Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1780/GB en 12/2309/GB, 31 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:31-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1780/GB en 12/2309/GB

Betreft: [klager] datum: 31 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. R. Polderman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de op 1 juni 2012 (12/1780/GB) en 29 juni 2012 (12/2309/GB) genomen beslissingen van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissingen waarvan beroep.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman, op 17 september 2012 in de zaak met het nummer 12/2309/GB door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
1. 12/1780/GB. De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de afwijzing van zijn verzoek tot overplaatsing naar de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Westling te Heerhugowaard niet-ontvankelijk
verklaard.
2. 12/2309/GB. De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager was sedert 6 juli 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge. Op 1 juni 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Leeuwarden. Op 31 augustus 2012 is klager in
vrijheid gesteld.

2.2 Bij uitspraak van 12 september 2012, met nummer WL 2012/000184, van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge, is klagers beklag betreffende een aan hem opgelegde disciplinaire straf wegens het in bezit hebben van contrabande
(een simkaart) gegrond verklaard. De directeur is niet in beroep gekomen waardoor deze uitspraak onherroepelijk is geworden.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager zijn de beroepen als volgt toegelicht.
1. Klager stelt zich op het standpunt dat de bestreden beslissing, gelet op alle in aanmerking komende belangen, niet genomen had kunnen worden. Voor de gronden van beroep wordt verwezen naar een door klager gestuurde brief aan de
selectiefunctionaris d.d. 12 juni 2012 en een verklaring d.d. 14 juni 2012 waaruit blijkt dat klager zich niet normafwijkend heeft gedragen.

2. Klager is thans niet meer gedetineerd. Klager heeft de persoon gesproken aan wie hij de simkaart zou hebben gegeven. Hij zegt dat hij niet heeft verklaard zoals thans op papier staat. Klager heeft drie maanden in de p.i. Leeuwarden gezeten. Het
onderzoek voor het uitlezen van de simkaart heeft twaalf weken geduurd, terwijl dat normaal ongeveer twee weken duurt. Klager begrijpt nu dat het uitlezen niet mogelijk was, omdat de simkaart dubbelgevouwen was. Door de lange duur van het onderzoek
heeft klager wel twee verloven misgelopen. Wat betreft de aan klager opgelegde disciplinaire straf, merkt klagers raadsman op dat de beklagcommissie het beklag gegrond heeft verklaard met een tegemoetkoming van € 10,= per dag. Het beklag is bekend
onder
nummer WL 2012/000184. Het verslag van het rogatoir verhoor wordt overgelegd. Het incident met de simkaart had dus geen reden mogen zijn om klager over te plaatsen. De beslissing van de selectiefunctionaris is daarom onredelijk en onbillijk. Klager
voelt zich gepakt. Hij kon niet verder faseren.
Klager verzoekt om een redelijke tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissingen als volgt toegelicht
1. Klager is teruggeplaatst vanuit de b.b.i. van de locatie Westlinge naar de gevangenis van de p.i. Leeuwarden, omdat hij meerdere malen betrokken is geweest bij incidenten in verband met een telefoon. In eerste instantie was klagers verzoek tot
overplaatsing naar een z.b.b.i. afgewezen, omdat klager volgens de politie in het bezit was van een Blackberry en vrijwel dagelijks contact had met verschillende jongens. Het zou hierbij gaan om uitnodigingen en/of opdrachten tot criminele
activiteiten.
De ouders van deze jongens maken zich zorgen over de invloed die klager op deze jongens heeft. Er zijn tevens aanwijzingen dat klager vanuit de inrichting jongens onder druk zet. Bij de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar een z.b.b.i.
heeft
de selectiefunctionaris reeds aan klager medegedeeld dat hij uit de b.b.i. geplaatst zou worden indien hij nogmaals bij een incident betrokken zou zijn. Op 31 mei 2012 wordt klager disciplinair gestraft wegens het in bezit hebben van een simkaart. De
selectiefunctionaris heeft klager vervolgens teruggeplaatst vanuit de b.b.i. van de locatie Westlinge naar de gevangenis van de p.i. Leeuwarden.

2. Zie toelichting onder 1.

4. De beoordeling
4.1. Nu klager inmiddels in vrijheid is gesteld, is het belang aan zijn beroep komen te ontvallen. In beginsel zou dit een aanleiding kunnen zijn om klager niet-ontvankelijk te verklaren in zijn beroep. Nu in beroep evenwel uitdrukkelijk is verzocht
om aan klager een redelijke tegemoetkoming toe te kennen, zal de beroepscommissie het beroep alsnog inhoudelijk beoordelen.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een
strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.4. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.5. Uit het selectieadvies van 31 mei 2012 blijkt dat een projectmedewerker van het Programmabureau Integrale Veiligheid & RIEC Noord-Holland kennisknooppunt Noord-Holland Noord aan de Dienst Justitiële Inrichtingen heeft medegedeeld dat klager in
het bezit zou zijn van een Blackberry en vrijwel dagelijks contact zou hebben met verschillende jongens. Het zou hierbij gaan om uitnodigingen en/of opdrachten tot criminele activiteiten. Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat
de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen beslissen tot een afwijzing van klagers verzoek tot overplaatsing naar een z.b.b.i. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4.6. Het door klager ingediende beklag tegen een aan hem opgelegde disciplinaire straf is op 12 september 2012 door de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge gegrond verklaard. De aan klager opgelegde disciplinaire straf wegens het
in
bezit hebben van contrabande (een simkaart) kan derhalve niet (langer) gebruikt worden als grond voor de overplaatsing naar de gevangenis van de p.i. Leeuwarden. Uit de door de selectiefunctionaris gegeven toelichting blijkt dat klager naar aanleiding
van dit incident is overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Leeuwarden. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. Nu klager inmiddels in vrijheid is gesteld, volstaat de beroepscommissie met
een vernietiging van de bestreden beslissing. Klager heeft voor een periode van drie maanden ten onrechte niet in een b.b.i. verbleven. Dit rechtvaardigt een tegemoetkoming ten bedrage van € 225,=

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met het nummer 12/1780/GB ongegrond.
De beroepscommissie verklaart het beroep met het nummer 12/2309/GB gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 225,=

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit,
voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 31 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven