Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2042/TA, 23 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:23-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2042/TA

betreft: [klager] datum: 23 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van het bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. A.L. Louwerse namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 juni 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC Dr. Henri van der Hoevenkliniek te Utrecht, hierna de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 oktober 20120, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, is gehoord klagers raadsvrouw mr. A.L. Louwerse.

Het hoofd van de inrichting heeft schriftelijke meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

De raadsvrouw heeft meegedeeld dat klager, die zich aan de tbs-maatregel heeft onttrokken, momenteel in Engeland verblijft.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de intrekking/opschorting van klagers transmuraal verlof van 25 januari 2012 tot 1 februari 2012.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het transmuraal verlof is toentertijd ten onrechte ingetrokken. Als reden werd genoemd dat klager geen duidelijkheid gaf over zijn financiën. Klager heeft aangegeven dat hij kleding had gekocht - dit in verband met een begrafenis en een talentenjacht -
en die per ongeluk in de tram heeft achtergelaten. Het aankoopbonnetje zat in de tas. Het ging om € 50,=.
Op de zitting van de beklagrechter werden er door de inrichting ineens allerlei andere redenen om klagers verlof in te trekken, bijgehaald. Klager heeft direct de naam van de winkel genoemd waar hij de kleding had gekocht. De inrichting heeft dit niet
geverifieerd. Volgens de beklagrechter heeft klager de vermissing niet gemeld bij het vervoerbedrijf. Niet bekend is of hij gemakkelijk kon bellen. Hij was de inrichting binnengehaald. Hetgeen er door de inrichting is bijgehaald aan argumenten is in
strijd met klagers wettelijke aantekeningen. In de wettelijke aantekeningen zie je dat het wel goed met klager ging. Het conflict op de werkvloer speelde al langer en was geen werkelijk conflict. Klager heeft het op een fatsoenlijke manier besproken en
hem is uiteindelijk voor zijn inzet een hogere beloning toegekend. De beklagrechter heeft de erbij gehaalde argumenten buiten beschouwing gelaten en is alleen uitgegaan van de tas met kleding die klager in de tram heeft laten staan.

Door het hoofd van de inrichting is in beroep gepersisteerd bij het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Uit de bij de stukken gevoegde schriftelijke mededeling, waarin is aangegeven dat klagers transmuraal verlof met ingang van 25 januari 2012 wordt ingetrokken/opgeschort, is als reden voor de intrekking/opschorting vermeld dat klager een bepaalde aan
het
verlof verbonden voorwaarde niet is nagekomen.
In de reactie van het hoofd van de inrichting op klagers beklag wordt als redenen voor de intrekking/opschorting vermeld dat in de periode voorafgaand aan de intrekking klagers begeleiders hebben geconstateerd dat het niet goed met hem ging. Klager
werd als druk en onrustig ervaren. Daarnaast hield klager zich niet goed aan zijn programma, had hij conflicten op de werkplaats en waren er onduidelijkheden met betrekking tot zijn financiën. Deze argumenten zijn namens het hoofd van de inrichting ter
zitting van de beklagrechter herhaald.
De beklagrechter heeft geoordeeld dat slechts de onduidelijkheid over de verloren tas met kleding overblijft en dat over het schenden van de overige verlofvoorwaarden geen eenduidig oordeel valt te vellen.
De beroepscommissie is het met de beklagrechter eens dat de schending van de overige voorwaarden, hetgeen door klager gemotiveerd is betwist, niet vast is komen staan. Naar het oordeel van de beroepscommissie blijft echter de mogelijkheid dat klagers
lezing van de feiten dat hij € 50,= aan kleding heeft uitgegeven en de tas met kleding met daarin de aankoopbon in de tram heeft laten staan juist is, openstaan. Nu de inrichting geen onderzoek heeft ingesteld bij de winkel die door klager direct is
genoemd en het aannemelijk is dat het voor klager die de inrichting was binnengehaald lastiger was om de juistheid van zijn lezing aan te tonen, is naar het oordeel van de beroepscommissie niet gebleken dat klager onvoldoende duidelijkheid heeft
gegeven
over zijn financiën. Zij acht de betreffende beslissing om klagers transmuraal verlof in te trekken/op te schorten dan ook onredelijk en onbillijk. Dit maakt dat de beroepscommissie het beroep gegrond zal verklaren, de uitspraak van de beklagrechter
zal
vernietigen en het beklag alsnog gegrond zal verklaren. Zij zal klager ter zake een tegemoetkoming van € 60,= toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van € 60,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en mr. C.F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven