Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2365/JZ, 16 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:16-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2365/JZ

betreft: [klager] datum: 16 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 29y van de Wet op de Jeugdzorg (Wjz) in verbinding met artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen
beroepschrift, ingediend door [...], vertrouwenspersoon verbonden aan het AKJ, namens

[...], geboren op [1994], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 juli 2012 van de klachtencommissie bij de jeugdzorginstelling Almata te Den Dolder, verder te noemen de instelling, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde instelling in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede de vertrouwenspersoon van het AKJ om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De klachtencommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers klacht over afzondering op kamer voor de tijd van veertien dagen, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Hij had goede redenen voor het indienen van zijn klacht op 13 juni 2012. Een termijn van zeven dagen was niet haalbaar. Onbegrijpelijk is dat de
klachtencommissie oordeelt dat zijn klacht wel ontvankelijk is en de klacht gegrond verklaart, maar hem vervolgens het recht op een tegemoetkoming ontneemt.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Klager heeft niet veertien dagen achtereen met maximaal een uur luchten op kamer gezeten. Klager heeft een termijn van vier maanden gehad om zijn klachten met de vertrouwenspersoon te bespreken die
eenmaal
per twee weken de groep bezoekt.
Bij gegrondverklaring van een klacht staat de instelling positief tegenover een eventuele vergoeding. De instelling is voorstander van een andere vergoeding dan enkel een financiële vergoeding, waarbij gedacht wordt aan een vergoeding gerelateerd aan
de
klacht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat in beroep enkel het oordeel van de klachtencommissie aan de orde is om geen tegemoetkoming aan klager toe te kennen.
De klachtencommissie heeft klager ontvangen in zijn klacht, omdat de inrichting had aangegeven dat de klacht gegrond was. Dit oordeel van de klachtencommissie is thans niet aan de orde, omdat tegen gegrondverklaring van zijn klacht voor klager geen
beroep openstaat en de directeur geen beroep heeft ingesteld.
Uit de uitspraak van de klachtencommissie volgt dat klager zeven dagen te lang in afzondering op zijn kamer heeft gezeten. De overweging van de klachtencommissie dat klager zijn klacht zeer laat heeft ingediend, is een overweging die past bij de
beantwoording van de vraag of sprake is van ontvankelijkheid en niet bij een beslissing voor wat betreft de hoogte van een eventuele tegemoetkoming. De instelling heeft aangegeven voorkeur te geven aan een niet financiële tegemoetkoming, maar niet
concreet aangegeven waaruit een dergelijke tegemoetkoming zou dienen te bestaan.
De beroepscommissie kan zich niet verenigen met het oordeel van de klachtencommissie geen tegemoetkoming toe te kennen en acht een tegemoetkoming van € 7,50 per dag, in totaal € 52,50, op zijn plaats.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de klachtencommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 52,50.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. B.J. de Jong, voorzitter, mr. drs. T.A.M. Louwe en mr. E. Lucas, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven