Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2473/GV, 15 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:15-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2473/GV

betreft: [klager] datum: 15 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 augustus 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot incidenteel verlof zonder begeleiding afgewezen en aan verzoeker incidenteel verlof onder begeleiding toegestaan.

2. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Het incidenteel verlof is aangevraagd teneinde klager in staat te stellen zijn zieke moeder te kunnen bezoeken. Klagers moeder is inmiddels evenwel overleden. Klager verzoekt de beroepscommissie
hem een financiële tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep had immers gegrond moeten worden verklaard. De beslissing om klager slechts incidenteel verlof onder begeleiding toe te kennen is genomen op gronden die deze niet kunnen dragen. Aangegeven is
dat het Openbaar Ministerie (OM) slechts begeleid verlof wil toestaan in verband met de aard van het gepleegde delict en de vrees voor recidive. Enige onderbouwing daarvoor ontbreekt. Naar klagers mening kan die grond niet opwegen tegen klagers
persoonlijke belangen bij een onbegeleid verlof.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Aan klager is incidenteel verlof onder begeleiding toegestaan. Tot deze beslissing is gekomen op grond van het advies van het OM, dat heeft gesteld in verband met het recidivegevaar slechts akkoord te kunnen gaan met begeleid verlof en het
inrichtingsadvies, dat ook de mogelijke maatschappelijke onrust die een dergelijk verlof zou kunnen oproepen als factor benoemt. Gelet op die adviezen werd het niet wenselijk geacht verzoeker onbegeleid op verlof te laten gaan.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie De Schie heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag en daarbij aangegeven dat in dat geval begeleiding geïndiceerd zou zijn.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Den Haag heeft aangegeven slechts te kunnen instemmen met begeleid verlof.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar en zes maanden met aftrek, wegens (kortweg) mensenhandel, witwassen, overtreding van de Opiumwet en overtreding van de Wet wapens en munitie. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of
omstreeks 5 oktober 2012.

Klager heeft om onbegeleid incidenteel verlof verzocht teneinde zijn 98-jarige moeder te kunnen bezoeken die stervende is. Inmiddels is klagers moeder overleden. Klagers belang bij dat verlof is daardoor thans komen te ontvallen. Nu klager verzoekt om
een financiële tegemoetkoming voor het gemiste verlof, zal de beroepscommissie het beroep inhoudelijk behandelen.

De beroepscommissie stelt voorop dat er redenen waren om verzoeker incidenteel verlof te verlenen. Het beroep richt zich daarom enkel tegen de daaraan verbonden voorwaarde van begeleiding. De Staatssecretaris heeft de noodzaak van die begeleiding
gegrond op het advies van het OM en de directeur van de locatie De Schie. De beroepscommissie acht deze onderbouwing niet onredelijk of onbillijk. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven