Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2894/GV, 22 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:22-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2894/GV

betreft: [klager] datum: 22 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 augustus 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Het klopt niet wat de selectiefunctionaris stelt. Klager is negenmaal eerder op verlof geweest zonder problemen. Hij is altijd netjes teruggekeerd naar de inrichting.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Er zijn te veel risico’s verbonden aan het aan klager verlenen van verlof in verband met zijn drugsgebruik. In een paar maanden tijd is herhaaldelijk geconstateerd dat klager
drugs heeft gebruikt. Klager is op 23 mei 2012 weggeplaatst uit de b.b.i. Ondanks twee schone uc’s bestaat er geen vertrouwen dat klager voldoende afstand heeft genomen van middelengebruik. In juni 2012 zijn bij een celinspectie softdrugs aangetroffen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Het OM heeft geen bezwaar tegen verlofverlening, mits een contactverbod met het slachtoffer wordt opgelegd. De politie heeft
aangegeven bezwaar te hebben tegen verlofverlening.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek, wegens bedreiging en doodslag. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 21 februari 2013.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Bij klager is herhaaldelijk drugsgebruik geconstateerd. Na zijn terugplaatsing naar een gesloten inrichting is bij een celinspectie drugs aangetroffen. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een forse contra-indicatie vormen
voor verlofverlening en dat deze, ondanks het positieve advies van het OM, een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de
weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder c van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 22 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven