Nummer: 12/2451/GB
Betreft: [klager] datum: 8 oktober 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 24 juli 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Zoetermeer of de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 24 april 2012 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de p.i. Nieuwegein.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil overgeplaatst worden naar de locatie Zoetermeer of de p.i. Alphen aan den Rijn, omdat zijn familie in Den Haag woont. Klagers familie kan klager niet bezoeken in de p.i. Nieuwegein, omdat de reiskosten te hoog zijn en de reistijd te lang is.
De bezoektijd is vastgesteld op zondagochtend om acht uur. De treinen vanuit Den Haag naar de p.i. Nieuwegein rijden op zondagochtend pas vanaf acht uur.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is ingesloten voor het arrondissementsparket Utrecht. Een preventief gehechte gedetineerde dient zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting te worden ondergebracht. De celcapaciteit van de p.i. Alphen aan den Rijn is in principe bestemd
voor
gedetineerden die preventief zijn ingesloten voor het arrondissementsparket Den Haag. Er zijn onvoldoende gronden om een uitzondering te maken op dit beleid. Uit het selectieadvies blijkt dat klager regelmatig bezoek ontvangt van verschillende
bezoekers. Uit de beschikbare informatie blijkt niet dat een familielid van klager niet of nauwelijks bij klager in de p.i. Nieuwegein op bezoek kan komen vanwege medische problemen. De afstand tussen de p.i. Nieuwegein en Zoetermeer, waar klagers
vriendin woont, kan als acceptabel worden aangemerkt. Een zekere mate van ongemak voor het bezoek, ook op financieel gebied, is inherent aan een detentiesituatie.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissementsparket van vervolging. Klager is ingesloten voor
het arrondissementsparket Utrecht. De p.i. Nieuwegein bevindt zich derhalve in het arrondissement van vervolging. Bij aanwezigheid van bijzondere omstandigheden kan op dit plaatsingsbeleid een uitzondering worden gemaakt. Hetgeen klager heeft
aangevoerd
omtrent de bezoekproblemen kan, nu hij niet verstoken blijft van bezoek en hij ten aanzien van het vroege bezoekuur op de zondagmorgen de directeur om wijziging van het tijdstip kan verzoeken, vooralsnog niet als een bijzondere omstandigheid worden
aangemerkt. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal
derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 8 oktober 2012
secretaris voorzitter