Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1537/SGA, 22 mei 2012, schorsing
Uitspraakdatum:22-05-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1537/SGA

Betreft: [klager] datum: 22 mei 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. J.B. Boone, namens

[...], verder verzoeker te noemen, thans verblijvende - zo verstaat de voorzitter - in de Afdeling beheersproblematische gedetineerden van de locatie De Schie te Rotterdam.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissingen van de directeur van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen d.d. 10 mei 2012, inhoudende:
- de verlenging met veertien dagen van een eerder, te weten op 26 april 2012, opgelegde ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel. De verlenging is ingegaan op 10 mei 2012 om 12.00 uur en zal eindigen op 24 mei 2012 om 12.00
uur. De ordemaatregel d.d. 26 april 2012 is opgelegd in afwachting van onderzoek en is verlengd omdat de selectiefunctionaris nog geen beslissing heeft genomen met betrekking tot verzoekers overplaatsing;
- de beslissing om genoemde (verlengde) ordemaatregel ten uitvoer te leggen in de locatie De Schie voornoemd. Aan deze beslissing ligt ten grondslag het feit dat de huidige situatie nog steeds een acuut gevaar oplevert voor de medewerkers en
gedetineerden binnen de p.i. Veenhuizen.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 16 mei 2012. De secretaris van de beklagcommissie bij de locatie Norgerhaven heeft nog niet gereageerd op het verzoek om inlichtingen. Nu het tegelijkertijd met
het schorsingsverzoek meegezonden klaagschrift door de voorzitter is doorgezonden naar de beklagcommissie, gaat de voorzitter er van uit dat de beklagcommissie de klacht inmiddels heeft ingeboekt.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar
het
oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Op grond van de door de directeur verstrekte inlichtingen is voldoende aannemelijk geworden dat (door de mogelijke invoer van een wapen met geluidsdemper en explosieven) door verzoeker de orde en
veiligheid binnen de p.i. Veenhuizen ernstig is verstoord en dat terugkeer naar de p.i. Veenhuizen niet mogelijk is omdat er sterke aanwijzingen zijn dat verzoeker bezig was voorbereidingen te treffen om uit de p.i. Veenhuizen te ontvluchten. Gelet op
het voorgaande moeten de beslissingen van de directeur - naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – tot verlenging van de op 26 april 2012 opgelegde ordemaatregel en de beslissing om deze ordemaatregel ten uitvoer te leggen in de locatie De Schie
gerechtvaardigd worden geacht. Het verzoek zal derhalve worden afgewezen.

De voorzitter overweegt nog ten overvloede dat hij het betreurt dat hij niet eerder tot behandeling van onderhavig schorsingsverzoek kon overgaan.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gegeven door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 22 mei 2012.

secretaris voorzitter

Naar boven