Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0952/GA, 20 september 2012, beroep
Uitspraakdatum:20-09-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/952/GA

betreft: [klager] datum: 20 september 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 maart 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 juni 2012, gehouden in de locatie Ooyerhoek Zutphen, zijn gehoord klager, met bijstand van een tolk in de Litouwse taal, en bijgestaan door zijn raadsman mr. M.K. Bhadai, en [...] en [...], respectievelijk
plaatsvervangend vestigingsdirecteur en juridisch medewerker bij de p.i. Ter Apel.

Na de zitting van 11 juni 2012 is namens de beroepscommissie per brief van 15 juni 2012 bij het hoofdkantoor van DJI nagevraagd wie verantwoordelijk is voor de inrichting en het beheer van de eenpersoonscellen in het transferium ‘De Wissel’ te
Veenhuizen (verder: het transferium). Op 20 juni 2012 is telefonisch algemene informatie opgevraagd bij een drietal leveranciers van sprinklerinstallaties over de werking van sprinklerinstallaties. Deze informatie is in een notitie vastgelegd en ter
kennisgeving toegezonden aan klager, zijn raadsman en de directeur van de p.i. Ter Apel. Op 26 juli 2012 zijn de bij het hoofdkantoor van DJI opgevraagde inlichtingen over het transferium ingekomen op het secretariaat van de Raad. Bij brief van 31 juli
2012 is de directeur van de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen in de gelegenheid gesteld om te reageren op klagers beroep. De reactie van de directeur van de locatie Groot Bankenbosch is op 13 augustus 2012 binnengekomen op het secretariaat van de
Raad.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. een disciplinaire straf van twee dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens het feit dat klager de sprinklerinstallatie in zijn cel van het transferium moedwillig heeft geactiveerd (beklagnummer Ta 2011/506); en
b. de aan klagers kleding en gezondheid ontstane schade, doordat uit de, in klagers cel van het transferium aanwezige, sprinklerinstallatie een op olie gelijkende vloeistof kwam (beklagnummer Ta 2011/496).

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft vier uur moeten wachten in het transferium. Uit verveling heeft hij een plastic bestekmesje in stukjes gebroken. Hij beweert
stellig
dat hij de sprinklerinstallatie niet heeft geactiveerd. Als klager de sprinkler echt zou hebben geactiveerd zou er een stukje plastic van het mesje in de sprinkler achter moeten zijn gebleven. Later is ook nog beweerd dat klager de sprinkler had
geactiveerd met een aansteker. Klager rookt niet en had geen aansteker bij zich. De sprinklerinstallatie is zonder enige aanleiding gaan sproeien. Daarbij zijn allerlei zwarte, olieachtige vloeistoffen op klager terechtgekomen. Zijn kleding was dermate
beschadigd, dat deze in de p.i. Veenhuizen is weggegooid. De vloeistof is bovendien schadelijk voor klagers gezondheid. Hij heeft daarna een arts geraadpleegd. Het feit dat uit de sprinklerinstallatie een hoeveelheid donkere vloeistof is gesproeid, kan
duiden op een defect. Bovendien zat er geen beveiligingsmechanisme op de sprinklerinstallatie en stak er een stukje ijzer uit. Klager is mogelijk slachtoffer geworden van een defecte sprinklerinstallatie. Het is ook mogelijk dat de sprinklerinstallatie
is afgegaan doordat een gedetineerde in de cel naast klager tegen de muur aan het bonken was. De sprinklerinstallatie is op 3 november 2011 om 15:30 uur afgegaan en om 16:00 uur is klager rapport aangezegd. Klager is dus binnen een half uur ervan
beschuldigd dat hij de sprinkler heeft geactiveerd, terwijl klager niet de enige was die in de afgelopen dagen in die cel heeft verbleven. Er heeft geen technisch onderzoek plaatsgevonden naar aanleiding van het voorval. Klager heeft tot vier keer toe
documenten opgevraagd waaruit zou blijken dat de sprinklerinstallatie door zijn manipulatie is afgegaan. Hij heeft nooit een dergelijk document ontvangen. Het in de p.i. Veenhuizen opgestelde rapport is niet van de technische dienst. Nu er geen
onderzoek is geweest, is niet uit te sluiten dat de sprinkler een technisch mankement had. De directeur van de p.i. Ter Apel kan geen uitspraken doen over de sprinklerinstallaties in de p.i. Veenhuizen. Dat het glaasje van de sprinklerinstallatie kapot
was is logisch, want anders had er geen water uit de sprinkler kunnen sproeien.

Klagers raadsman heeft na ontvangst van de notitie van 20 juni 2012 – zakelijk weergegeven – het volgende naar voren gebracht. Om vervorming van informatie te voorkomen en objectiviteit te bewaren had het onderzoek naar de werking van
sprinklerinstallaties bij voorkeur schriftelijk moeten gebeuren. De inlichtingen van de leveranciers zeggen feitelijk niets over de geïnstalleerde sprinklerinstallaties in de inrichting. Het is geen daadwerkelijk onderzoek naar de werking van de
sprinklerinstallatie die is afgegaan. De inlichtingen van twee leveranciers verschillen inhoudelijk zeer van elkaar.
Klagers raadsman heeft op 23 augustus 2012, naar aanleiding van de inlichtingen van de directeur bij de locatie Groot Bankenbosch – zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd. De directeur heeft naar voren gebracht dat het aannemelijk is dat klager
schade heeft geleden, maar ook dat niet is vast komen te staan dat klager daadwerkelijk schade heeft geleden. Deze inlichtingen zijn tegenstrijdig. Klager acht het onaannemelijk dat het personeel de beschadigde kleding niet heeft kunnen zien. Het is de
plicht van de directeur om voorzorgsmaatregelen te treffen om te voorkomen dat sprinklerinstallaties af gaan. De directeur dient erop toe te zien dat er geen voorwerpen in de cel aanwezig zijn die schade kunnen toebrengen aan de inrichting van de cel.
Het water afkomstig uit de sprinklerinstallatie had een hoogte van een halve meter tot een meter bereikt. Het is onwaarschijnlijk dat de politie onder die omstandigheden enig onderzoek heeft kunnen doen. Er zitten geen onderzoeksrapporten van de
politie
bij de stukken. Dat de kans dat een sprinklerinstallatie zonder aanwijsbare reden afgaat, zeer klein is, betekent niet dat de sprinklerinstallatie in klagers geval zonder aanwijsbare reden is afgegaan. Een plastic mesje is een ondeugdelijk middel om de
knop van een sprinklerinstallatie te beschadigen. Het is logischer dat het mesje zelf breekt indien het wordt gedrukt tegen een sprinklerinstallatie. Voordat klager kan worden beschuldigd van molest, dient eerst een onderzoek naar de werking van de
sprinklerinstallatie die is afgegaan te worden verricht. Tot op heden is niet gebleken van een dergelijk onderzoek.

De directeur van de p.i. Ter Apel heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De directeur heeft tot tweemaal toe contact opgenomen met de locatie Groot Bankenbosch en tot tweemaal toe is bevestigd dat de
sprinkler alleen door menselijk handelen heeft kunnen afgaan. Uit navraag is voorts gebleken dat er alleen water uit de sprinklerinstallatie is gekomen. Na het incident is geconstateerd dat het glaasje van de sprinklerinstallatie kapot was. In de p.i.
Veenhuizen zijn geen eerdere incidenten bekend met betrekking tot de sprinklerinstallaties. Doordat nadere informatie moest worden opgevraagd, heeft het enige tijd geduurd voordat de straf is opgelegd. Hiermee is bij de strafoplegging rekening
gehouden.
Omdat het voorval zich heeft afgespeeld in de locatie Groot Bankenbosch is aan klager een lagere straf opgelegd. Gewoonlijk worden de sprinklerinstallaties in penitentiaire inrichtingen periodiek gecontroleerd door de brandweer. In de p.i. ter Apel
vindt gemiddeld vier keer per jaar een brandweercontrole plaats. Uit het rapport van de locatie Groot Bankenbosch is voldoende aannemelijk geworden dat klager de sprinkler heeft geactiveerd. Andere stukken dan het rapport zijn vanuit de locatie Groot
Bankenbosch niet toegestuurd. De directeur van de locatie Groot Bankenbosch is verantwoordelijk voor het transferium. Indien een gedetineerde uit de p.i. Ter Apel zich in het transferium misdraagt, wordt hem een rapport aangezegd door de directeur van
de locatie Groot Bankenbosch. De directeur van de p.i. Ter Apel beslist uiteindelijk of er een disciplinaire straf wordt opgelegd.

De directeur van de locatie Groot Bankenbosch heeft als volgt op het beroep gereageerd. Het is niet duidelijk welke gezondheidsschade klager zou hebben opgelopen. De coördinator BHV van de p.i. Veenhuizen heeft op basis van een literatuuronderzoek
vastgesteld dat de kans op besmetting met legionella via water afkomstig uit een ‘natte’ sprinklerinstallatie zeer klein is. Dat klager schade heeft opgelopen aan zijn kleding is aannemelijk. Doordat het water lang stilstaat en het zuurstofgehalte in
de
leidingen beperkt is, kleurt het water in de leidingen zwart. Het is echter niet vast komen te staan dat klager daadwerkelijk schade aan zijn kleding heeft opgelopen, omdat de kleding niet is getoond. Op basis van het ambtsedig opgemaakte schriftelijk
verslag en de verklaringen van het personeel bij de politie is voldoende vast komen staan dat er sprake was van molest door klager. Het personeel heeft verklaard dat klager een plastic bestekmes zo heeft gefabriceerd dat dit een scherpe punt had. Met
dit puntige voorwerp heeft hij de sprinkler zodanig bewerkt dat deze is geactiveerd. Daarnaast is de kans erg klein – 1 op de 220.000 – dat een sprinklerinstallatie zonder aanwijsbare reden afgaat. Sinds de ingebruikname van de sprinklerinstallatie op
29 oktober 2008 is de installatie een aantal keren geactiveerd. Telkens was daarvoor een aanwijsbare reden. De sprinklerinstallaties in de locatie Groot Bankenbosch worden tweewekelijks onderhouden, en indien nodig gerepareerd, door de bedrijven BAM
Techniek en Strukton. Een kopie van het inspectieschema uit het logboek is overgelegd. Voorts worden de cellen na het vertrek van een gedetineerde geïnspecteerd op schade en gereinigd voor een volgend gebruik.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat klager op 3 november 2011 in het kader van zijn transport vanuit de rechtbank Leeuwarden naar de p.i. Ter Apel, alwaar hij op dat moment was gedetineerd, door de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) tijdelijk is
geplaatst in een eenpersoonscel van het transferium. Het transferium is gesitueerd in het cellencomplex van de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen. Tijdens klagers verblijf in het transferium is de op zijn cel aanwezige sprinklerinstallatie
afgegaan.

Ten aanzien van het beklag onder a. overweegt de beroepscommissie het volgende. De beroepscommissie stelt voorop dat de directeur van de inrichting waar de gedetineerde is gedetineerd in principe bevoegd is een gedetineerde disciplinair te straffen
voor
diens gedrag buiten de inrichting, bijvoorbeeld voor het gedrag van een gedetineerde tijdens zijn transport. In dit geval was de directeur van de p.i. Ter Apel bevoegd om klager een disciplinaire straf op te leggen voor klagers handelen in het
transferium te Veenhuizen. Op grond van artikel 51, eerste lid, onder a, in samenhang met artikel 50, eerste lid, van de Pbw kan de directeur een gedetineerde een disciplinaire straf opleggen, indien de gedetineerde betrokken is bij feiten en
omstandigheden die onverenigbaar zijn met de orde en veiligheid in de inrichting dan wel met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming. Gelet op het vijfde lid van artikel 51 van de Pbw moet de gedetineerde verantwoordelijk kunnen
worden
gehouden voor de feiten die tot de disciplinaire straf aanleiding hebben gegeven.

Aan klager is een disciplinaire straf opgelegd, omdat hij de sprinklerinstallatie op zijn cel moedwillig heeft geactiveerd. Klager ontkent stellig. Ten aanzien van de vraag of klager een verwijt kan worden gemaakt zoals bedoeld in artikel 51, vijfde
lid, van de Pbw, is het volgende van belang. Klager verbleef op het moment dat de sprinklerinstallatie afging op een eenpersoonscel. De kans dat een sprinklerinstallatie zonder aanwijsbare reden afgaat, is volgens de namens de beroepscommissie
ingewonnen inlichtingen zeer klein. Voorts is gebleken dat de sprinklerinstallaties in de locatie Groot Bankenbosch één keer per twee weken worden gecontroleerd, dat de sprinklerinstallaties op 26 oktober 2011 waren gecontroleerd en dat er toen geen
defecten zijn geconstateerd. Gelet op het vorenstaande acht de beroepscommissie het voldoende aannemelijk dat de sprinklerinstallatie op klagers cel in het transferium niet, wegens een defect, uit zichzelf in werking is getreden. Gelet op de ingewonnen
inlichtingen acht de beroepscommissie het onaannemelijk dat de sprinklerinstallatie in klagers cel is geactiveerd doordat een medegedetineerde in de cel naast die van klager tegen de muur heeft gebonkt. Uit de stukken komt naar voren dat op klagers cel
in het transferium een in stukken gebroken, puntig, plastic bestekmesje is aangetroffen. Op grond van het voorgaande acht de beroepscommissie het voldoende aannemelijk dat klager de sprinklerinstallatie in zijn cel onklaar heeft gemaakt. De
beroepscommissie zal het beroep derhalve ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden bevestigen.

Ten aanzien van het beklag onder b. overweegt de beroepscommissie het volgende. Uit de schriftelijke inlichtingen van het hoofdkantoor van DJI blijkt dat het transferium gebouwelijk onderdeel is van de locatie Groot Bankenbosch en dat de directeur van
de locatie Groot Bankenbosch verantwoordelijk is voor de inrichting en het beheer van de eenpersoonscellen in het transferium. Hoewel uit die inlichtingen blijkt dat het transferium niet door de Minister is aangewezen als penitentiaire inrichting in de
zin van de Pbw, blijkt uit de destijds geldende bestemmingsaanwijzing (van 14 december 2010) dat de locatie Groot Bankenbosch in zijn geheel is aangewezen als gevangenis en dus als penitentiaire inrichting als bedoeld in de Pbw. Nu de directeur van de
locatie Groot Bankenbosch verantwoordelijk is voor de inrichting en het beheer van de cellen in het transferium, dient een beklag over schade die een gedetineerde als gevolg van de inrichting van een cel in het transferium heeft geleden te worden
gericht tegen de directeur van de locatie Groot Bankenbosch. Gelet daarop is de beroepscommissie van oordeel dat klagers beklag niet gericht had moeten worden tegen de directeur van de p.i. Ter Apel, maar tegen de directeur van de locatie Groot
Bankenbosch. De beklagrechter bij de p.i. Ter Apel heeft zich derhalve ten onrechte bevoegd geacht om over de klacht te beslissen: hij had de klacht ter behandeling moeten doorsturen naar de beklagcommissie bij de locatie Groot Bankenbosch. Nu dit niet
is gebeurd zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter vernietigen. De beroepscommissie zal het beklag om proceseconomische redenen – als ware het gericht tegen een beslissing van de directeur van de locatie Groot Bankenbosch – in eerste
en enige instantie zelf afdoen.

Nu het naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende aannemelijk is dat klager de sprinklerinstallatie in zijn cel zelf onklaar heeft gemaakt, terwijl is gebleken dat de sprinklerinstallaties regelmatig worden onderhouden en dat er geen sprake was
van een defect aan de sprinklerinstallatie, kan de directeur van de locatie Groot Bankenbosch niet aansprakelijk worden gesteld voor de schade die klager heeft geleden als gevolg van het feit dat de sprinklerinstallatie in zijn cel is afgegaan. De
beroepscommissie zal het beklag derhalve ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie:
verklaart het beroep inzake het beklag onder a. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden; en
vernietigt de uitspraak van de beklagrechter gegeven op het beklag onder b,
verstaat dat het beklag is gericht tegen de directeur van de locatie Groot Bankenbosch en verklaart het beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 20 september 2012

secretaris voorzitter

Naar boven